WIE IS JEZUS VOOR ONS? voor gespreksavond najaar 2002 |
Wie is Jezus?
1. a) Jezus treedt ons in de bijbel tegemoet als een mens
die 2000 jaar geleden geleefd heeft: een Joodse man uit een
uithoek van Palestina. Op de platen in veel kinderbijbels straalt
de goddelijkheid van Hem af, maar zo zag Jezus er historisch
zeker niet uit.
b) Jezus wist Zichzelf de Zoon van God: zo sprak
God Hem
toe bij Zijn doop (Gij zijt Mijn Zoon), zo wees
God Hem
aan op de berg (deze is Mijn Zoon). Zijn
maagdelijke
geboorte is daarvan een teken (Lucas 1:35), Zijn opstanding uit
de dood het bewijs (Romeinen 1: 4)
2. Het is heel moeilijk om aan deze beide kanten van Jezus
tegelijk recht te doen. Het is riskant om te onderscheiden tussen
"Jezus als mens" en "Jezus als Zoon van God"
- maar wij kunnen beide moeilijk samen-denken. De kerk heeft hier
eeuwenlang mee geworsteld en over gevochten. Het concilie van
Chalcedon (451) heeft het tenslotte gehouden op 4 ontkenningen:
Jezus' Godheid en mensheid zijn onvermengd en onveranderd,
ongedeeld en ongescheiden.
3. Enkele aandachtspunten uit de tegenwoordige bezinning:
1. Kan Jezus als Jood Zichzelf Zoon van
God genoemd
hebben? Hoe ongehoord ook - blijkbaar heeft Hij dat inderdaad
gedaan. Het werd de grond tot Zijn veroordeling (Marcus 14:61-64).
2. De Islam verwijt ons te geloven in twee
Goden:
de Vader in de hemel en de Zoon op de aarde. De kerk heeft nooit
twee Goden bedoelt. Maar soms is het wel zo beleefd.
3. Sommige christenen zeggen (Here) Jezus terwijl
ze
eigenlijk (Here) God bedoelen (bijvoorbeeld ik
ben
een kind van de Here Jezus). Dat is gelovig bedoeld maar
tegelijk verwarrend.
Wie is Jezus voor ons?
4. De schepping van God de Vader zien we om ons heen. Het werk
van de Heilige Geest ervaren we in ons leven. Maar tot Jezus
hebben we niet direct toegang. Het is eeuwen
geleden dat
Hij op aarde leefde. Wij verwachten dat Hij wederkomen zal. Maar
op dit moment is Hij in de hemel: aan onze waarneming onttrokken.
Zalig zij die (Hem) niet zien en toch geloven
(Johannes
20:29). In Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien
(1Petrus
1:8). Het dichtst is Hij bij ons in het Avondmaal.
5. In de hervormde / gereformeerde belijdenis wordt de betekenis
van Jezus voor ons met name uitgelegd in het drie-voudig ambt
van Christus. Dat is een uitdrukking die niet rechtstreeks
zó
in de bijbel staat maar wel een aantal bijbelse gegevens samenvat.
Hierover Heidelbergse Catechismus vraag 31:
Waarom wordt Hij (Gods Zoon) Christus, dat is: Gezalfde, genoemd?
Omdat Hij door God de Vader verordend en met de Heilige Geest gezalfd is
a) tot onze hoogste Profeet en Leraar, Die ons de verborgen raad en wil van God aangaande onze verlossing volkomen geopenbaard heeft; en
b) tot onze enige Hogepriester, Die ons met het enige offer van Zijn Lichaam verlost heeft en met Zijn voorbede voor ons steeds pleit bij de Vader; en
c) tot onze eeuwige Koning, Die ons met Zijn Woord en Geest regeert en ons in de verworven verlossing beschermt en bewaart.
6. Jezus als onze Profeet en Leraar. Niet
de enige (er
zijn meer echte profeten) maar wel de hoogste (Jezus' woord is
doorslag-gevend). Jezus openbaart ons Gods wil en bedoeling. Hij
leert ons God kennen als onze Hemelse Vader, Die Zijn kinderen
liefheeft, voor hen zorgt en hun vergeeft. Tegelijk zijn Jezus'
woorden bijzonder weerbarstig. Met de radicaliteit
van de
Bergrede worstelt de kerk al 2000 jaar (HC zondag 37 getuigt
daarvan). Jezus volgen vergt heel veel (bijv. Lucas 14:25-33).
Niemand in de bijbel heeft zoveel over de hel gesproken als Jezus.
7. Jezus als onze Hogepriester. Hierin is Jezus uniek
(onze enige Hogepriester). Hij heeft Zijn leven
voor ons
gegeven (Gods verlossing heeft de gestalte van een offer voor ons
gebracht). Hij pleit voor ons bij God (een thema dat in het
Nieuwe Testament opvallend veel aandacht krijgt: Johannes 17;
Romeinen 8; Hebreeën 7; 1Johannes 2). Dit duidelijkste
voor
ons (= ten behoeve van ons) is tegelijk ook het
duidelijkste
zonder ons (= zonder dat wij het rechtstreeks
kunnen
ervaren): wij waren er niet bij op Golgotha en wij zijn er niet
bij in de hemel.
8. Jezus als onze Koning. De HC noemt met name
Jezus' geestelijke
regering (door Woord en Geest) over Zijn gemeente.
De
bestiering van ons leven was al genoemd bij de uitleg van God de
Vader. Het Nieuwe Testament ziet het koningschap van Jezus breder:
Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde
(Mattheus
28). Jezus is de Overste van de koningen der aarde (Openbaring
1). Hij regeert het wereldgebeuren en de wereldgeschiedenis. - De
troost van Jezus' koningschap is in de HC heel persoonlijk: dat
Jezus ons bewaart in de verlossing. Niemand kan ons uit Zijn hand
roven (Johannes 10:28: de herder is beeldspraak
voor de koning).
9. Nog één aanvullend punt. Eeuwenlang had de
HEER Zich in het
bijzonder verbonden aan het Joodse volk. Hij is de God van
Israël. Ook Jezus wist Zich enkel
gezonden tot de
verloren schapen van het huis Israëls (Mattheus
15:24). Na
Zijn opstanding volgt de wereldwijde verbreding: Maakt alle
volkeren tot Mijn discipelen (Mattheus 28:19). Zo
is in
Jezus Christus de zegen van Abraham (in u zullen alle volkeren
gezegend worden) tot de heidenen gekomen (Galaten 3:8 en
14).
Het geloof in de God van Israël danken wij (als
niet-Joden)
aan Jezus.
Gz 446: 1, 3, 6 en 7:
O Jezus, hoe vertrouwd en goed
klinkt mij uw naam in 't oor,
uw naam die mij geloven doet:
Gij gaat mij reddend voor;
Mijn herder en mijn held, mijn vriend,
mijn koning en profeet,
mijn priester die mijn schuld ontbindt,
mijn weg waarop ik treed;
O Jezus, hoe vertrouwd en goed
klinkt mij uw naam in 't oor,
als ik van alles scheiden moet
gaat nog die naam mij voor.
O naam, eeuwige ademtocht,
een sterveling ben ik,
als eens mijn eigen adem stokt
dan draagt mij uw muziek.