HET BOEK OPENBARING
OPENBARING VAN DE LEVENDE
Met Pasen vieren we: De Heer is waarlijk opgestaan! En dat is
méér dan alleen een gebeurtenis van 2000 jaar
geleden. Pasen is
geen incident. Sinds Pasen staat de geschiedenis in het teken van
Jezus Die is gekruisigd en opgewekt.
Daarvan getuigt het bijbelboek Openbaring. Soms hoor je spreken
van "Openbaringen", maar die aanduiding roept een
misverstand op: het is geen verzameling losse voorspellingen,
maar één hoopvolle visie op de geschiedenis. In
onze
bijbelvertaling heet het boek "De Openbaring van Johannes",
ter onderscheiding van apokriefe geschriften als de Openbaring
van Elia en de Openbaring van Petrus. Maar eigenlijk is het de
Openbaring van Jezus Christus (Openbaring 1: 1). De levende Heer
Zelf maakt Zijn volgelingen bekend wat zij mogen verwachten.
Het boek begint dan ook met de verschijning van de Levende Heer aan Johannes op "de dag des Heren": een paasverhaal (Openbaring 1)! De Heer richt Zich met vermaning en belofte tot de Zijnen (Openbaring 2-3). Daarna krijgt Johannes een visioen. Hij ziet de Onuitsprekelijke gezeten op Zijn hemelse troon. Wat wij normaliter niet kunnen zien, mogen wij weten: en tòch wordt de wereld bestuurd (Openbaring 4). Dat roept de vraag op naar het goddelijke beleid. Johannes ziet een verzegelde boekrol. Niemand in hemel of aarde kan die openen. Dan staat daar een Lam, als geslacht. Hij alleen mag de boekrol openen. De Gekruisigde regeert (Openbaring 5). Daarna zien we met Johannes een stoet van raadselachtige en soms angstaanjagende beelden aan ons voorbijtrekken, vol symboliek: zeven zegels, zeven bazuinen, zeven plagen ... (Openbaring 6-19). Het boek loopt uit op een nieuwe wereld: Pasen voor de hele schepping: "en de dood zal niet meer zijn" (Openbaring 21: 4): Gods Koninkrijk gekomen, God wonend bij mensen (Openbaring 20-22).
Openbaring is
een fascinerend
bijbelboek (Rijnsdorp schreef jaren geleden Gefascineerd door
het laatste bijbelboek). Bizarre en soms angstaanjagende
beelden trekken aan ons voorbij. De Griekse naam van Openbaring
is Apokalyps. Dat woord heeft een algemenere betekenis gekregen.
Francis Ford Coppola maakte de film Apocalyps Now over
de oorlog in Vietnam. Apokalyptisch is een aanduiding geworden
voor onvoorstelbaar en katastrofaal. Is dat de bedoeling van het
boek Openbaring? Wat is het eigenlijk voor een soort boek en hoe
moet je het uitleggen? Hieronder een aantal algemene opmerkingen
over dit bijzondere bijbelboek.
1. DE AARD VAN HET BOEK.
Openbaring heeft de vorm van een schriftelijk getuigenis van wat
Johannes heeft gehoord en gezien: ik hoorde ... ik zag (1:10
en 1:12); na deze dingen zag ik en zie ... (4:1).
Het
boek bevat audities (Openbaring 2-3) en visioenen
(Openbaring
4-22).
a) Volgens sommige uitleggers zijn de visioenen enkel
verpakking. Johannes is een schrijver met een boodschap. Hij
verwoordt die in apokalyptische stijl en maakt gebruik van
bijbelse (oudtestamentische) taal. Deze visie doet op zich niks
af aan de waarde van het boek. Ook een bedacht boek kan
geïnspireerd zijn door Gods Geest. Voor de uitleg betekent
deze
opvatting een concentratie op de situatie van Johannes zelf.
b) Hieraan verwant is de opvatting dat Openbaring een
geheimschrift is: geschreven in een code die enkel voor
insiders begrijpelijk is. De consequentie voor de uitleg kan zijn
dat ieder detail een concrete betekenis moet hebben. Wie de code
kent, kan de bedoeling van Johannes restloos ontcijferen. De
visionaire vorm is ook hier enkel verpakking.
c) Je kunt Openbaring ook nemen zoals het zich aandient: als
weergave in woorden van visioenen. Johannes heeft
iets
gehoord en gezien. Nu zegt dat nog niet zoveel. Een mens kan zich
van alles verbeelden. Sommige mensen zien ze vliegen. Door
extreme situaties of geestverruimende middelen gaan mensen
hallucineren. En dromen kunnen bedrog zijn. Zo opgevat (als subjectief
visioen) zegt het boek Openbaring ons vooral iets over het
innerlijk van Johannes. De uitlegger moet dan allereerst
psycholoog zijn.
d) Van Genesis tot en met Openbaring veronderstelt de bijbel dat
een mens iets kan horen en zien dat niet opkomt uit haar/hemzelf
(objectief visioen), maar wordt ingegeven van Gods
Geest: gezichten
zien en dromen dromen (Handelingen 2:17) De Openbaring is
aan Johannes gegéven (1:1-3). Hij geeft in woorden weer wat
hij
heeft gezien en gehoord. Hij beseft daarbij dat zijn woorden
tekort schieten; vandaar heel vaak zoals, zoiets als,
enz. (enkel in Openbaring 1: 9-20 al ten minste 9x).
Zelf voel ik het meeste voor de laatste opvatting. Voor mij is
Openbaring de weergave (in menselijke woorden) van wat Christus
aan Johannes zegt en toont.
Hierin sluit ik mij aan bij het grote werk van Han Fortmann over de religieuze waarneming: Als ziende de Onzienlijke. Fortmann gaat uit de van de mogelijkheid van authentieke religieuze ervaringen, die geen projectie zijn vanuit onszelf maar letterlijk waarneming van een realiteit buiten onszelf. In het proces van waarnemen selecteren en interpreteren we onze ervaringen binnen ons eigen denkraam. En we kunnen ze achteraf enkel vertellen en opschrijven in onze eigen woorden. Geen wonder dat Johannes zijn ervaringen verhaalt in tale Kanaäns (doorspekt met aanhalingen uit het Oude Testament).
Johannes heeft
iets
onbeschrijfelijks gehoord en gezien. Hij verwoordt dat in zijn
eigen woorden. Dat betekent ook dat Openbaring meer een
schilderij van Chagall is dan een tekening van Anton Pieck. Niet
alles hoeft een éénduidige betekenis te hebben.
De visioenen
zitten vol symboliek. Symboliek is méér dan een
éénduidige
code, maar heeft een "surplus de signifiquation" (Fortmann
ontleent deze uitdrukking via Ricoeur aan Lévi-Strauss). De
beelden kunnen méér zeggen dan Johannes zelf
begrepen en beseft
heeft. Ze mogen voor zichzelf spreken. Zalig hij die
voorleest en zij die horen de woorden van deze profetie ... (1:3).
2. HET BOEK OPENBARING EN DE GESCHIEDENIS.
In Openbaring toont Christus aan Johannes wat weldra
geschieden moet (Openbaring 1:1). In visioenen ziet Johannes
de komst van het Koninkrijk van God. Maar de tastbare komst van
het Gods Koninkrijk laat inmiddels al 2000 jaar op zich wachten. Op
welke tijd heeft het boek Openbaring precies betrekking? Je
antwoord op die vraag hangt uiteraard samen met je visie op de
aard van het boek (zie boven). Mij zijn de volgende opvattingen
bekend.
a) Openbaring gaat enkel over de tijd van Johannes zelf.
Alle symbolen moet je uitleggen in het kader van de geschiedenis
van de eerste eeuw na Christus. Babylon (Openbaring 17) is niks
anders dan het Romeinse Rijk. Het belang van Johannes en zijn
lezers bij de Openbaring is daarmee duidelijk. De betekenis voor
ons is zo minder helder.
b) Openbaring gaat helemaal over de eind-tijd.
Misschien
heeft Johannes zelf gedacht dat die direct aanstaande was. Wij
2000 jaar later weten wel beter. Openbaring gaat voor het
grootste deel over dingen die nog moeten komen: in de jaren kort
vóór de voleinding. Het boek heeft vooral
betekenis voor de dan
levende generatie, tót die tijd blijft het als een
pro-memorie-post
achter in de bijbel staan.
c) Openbaring gaat over de hele geschiedenis
ván de tijd
van Johannes tót de voleinding. Sommige uitleggers leggen de
wereldgeschiedenis en Openbaring lineair naast elkaar. Ze wijzen
Constantijn en Mohammed, Luther en de Paus, en Hitler en
Churchill aan in de tekst. Je kunt dan zeggen: we zijn in de
geschiedenis nu gevorderd tot hoofdstuk zoveel vers zoveel.
Helaas lukt dat nooit overtuigend. En Johannes wordt op deze
manier meer een canonieke Nostradamus dan een getuige van
Christus.
d) Openbaring gaat over de hele geschiedenis, maar
niet in
lineaire zin. De geschiedenis wordt als het ware meerdere
malen "behandeld". Deze opvatting sluit aan bij
enkele opvallende gegevens uit het boek Openbaring zelf.
Allereerst horen we achtereenvolgens over zeven zegels (6:1 - 8:1);
zeven bazuinen (8: 2- 11:19); en zeven schalen vol van de
gramschap Gods (15: 5 - 21): gaat het hier over drie
opéénvolgende perioden of over dezelfde periode
die driemaal
wordt belicht? (zie: Truus Kuijper-Maan: Wat zeggen de
visioenen in de
Openbaring van Johannes? ). Voorts
lijkt de geschiedenis in Openbaring 12 opnieuw te beginnen met de
geboorte van Christus.
e) Openbaring gaat helemaal niet over een geschied-verloop, maar
over de kwaliteit van de tijd sinds Jezus. Elke
generatie
kan haar eigen tijd herkennen in dit bijbelboek. Telkens opnieuw
is er een Babylon, dat overwonnen wordt (Openbaring 17 en 18). We
leven nú in duizendjarig rijk (Openbaring 20). Bij deze
uitleg
is het hele boek Openbaring altijd relevant. De vraag is of deze
uitleg helemaal recht doet aan de betekenis van de geschiedenis
in het boek Openbaring.
Volgens mij zit er iets waars in verschillende opvattingen. Het
boek Openbaring gaat over geschiedenis. Het bevat
geen
tijdloze waarheden of wijsheden, maar veronderstelt een voortgang:
de komst van het Koninkrijk van God. Gods Koninkrijk ís er
in de
hemel (4: 2: er stond een troon in de hemel),
maar het
kómt op de aarde (21: 2: het nieuwe Jeruzalem dat uit de
hemel
neerdaalt). De komst van Gods koninkrijk betekent een totaal
nieuwe situatie (21: 5: zie, Ik maak alle dingen nieuw).
Wat Johannes daarover ziet en hoort heeft voor hemzelf natuurlijk
allereerst betekenis in zijn eigen situatie; hij en zijn lezers
konden zich niet de luxe permitteren te mijmeren over een verre
toekomst. Bovendien leefden ook zij in een apokalyptische
situatie. Maar dat sluit niet uit dat de beelden van de
Openbaring ook eeuwen later betekenis hebben (surplus de
signification) voor mensen in apokalyptische tijden. De
beslissende vraag voor de uitleg lijkt mij: krijgt de
wereldgeschiedenis eenmaal haar voleinding in de komst van het
koninkrijk van God? Zelf beantwoord ik die vraag met ja. Het
antwoord op deze vraag betreft overigens evenzeer de uitleg van
veel oudtestamentische profetie en zeker van de boodschap van
Jezus: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabij
gekomen (Marcus 1:15).