EEUWOUT VAN DER LINDEN: Wie is die man? Joodse visies op Jezus. Ten Have / Baarn (2003), 293 pagina's.


EEUWOUT VAN DER LINDEN is predikant van de Samen op Weg-gemeente Goes en daarmee een naaste collega van me. Zijn boek is in de ondertitel precies getypeerd: het geeft Joodse visies op Jezus weer. In het christelijk geloof staat Jezus centraal. Door christenen is in de loop der eeuwen onvoorstelbaar veel over Jezus gezegd en geschreven. Maar Jezus was een Jood. Daarvoor hebben we in de 20e eeuw steeds meer oog gekregen. Hoe zagen en zien Zijn eigen Joodse volksgenoten Hem? In hun geloven en leven neemt Jezus zeker niet de centrale plaats in die Hij voor christenen heeft. Maar Hij neemt wel een markante plaats in in de Joodse geschiedenis. Alleen al door het christendom dat zich op Jezus beroept. Met het christendom hebben Joden in de loop der eeuwen vaak buitengewone slechte ervaringen opgedaan. Dat speelt een rol in joodse visies op Jezus. Maar er zijn ook steeds weer Joden geweest, die zich hebben bezig gehouden met Jezus Zelf - met heel verschillende gevoelens en conclusies.

Dit boek heb ik met grote bewondering gelezen (en dat niet enkel omdat het geschreven is door mijn collega). Het geeft blijk van een grote belezenheid. Een bijna eindeloze reeks Joodse denkers, schrijvers en kunstenaars passeert de revue. Hun leven wordt kort getypeerd en hun visie op Jezus omschreven. VAN DER LINDEN begint met overzichtswerken van Joodse visies op Jezus (hoofdstuk 2) en geeft daarna een overzicht van de geschiedenis van het Nieuwe Testament tot de 20e eeuw; inclusief de messias-belijdende Joden oftewel Joodse christenen (hoofdstuk 3). In hoofdstuk 4 en 5 geeft hij historische Joodse benaderingen van Jezus weer: Jezus als Jood in het kader van verschillende Joodse stromingen van Zijn tijd (Jezus als Esseen, Jezus als apokalypticus, Jezus als charismatische chassied, enz.). In hoofdstuk 6 komen Joodse polemiek tegen het christendom en kritiek op Jezus aan het woord. In hoofdstuk 7 ontmoeten we Joden met een veel positievere visie op Jezus: Martin Buber, Shalom Ben-Chorin (Friedrich Rosenthal) en Pinchas Lapide. In hoofdstuk 8 treden Joden in dialoog met Jezus in de vorm van een gesprek of een brief. De brede aanpak van VAN DER LINDEN blijkt in de hoofdstukken 9, 10 en 11, waar Joodse Jezus-beelden in de literatuur, beeldende kunst, en in de film, fotografie en de muziek worden geschetst (hier komen we tot onze verrassing zelfs grensgangers tegen zoals Felix Mendelssohn Bartholdi en Bob Dylan). Zo trekt in de hoofdstukken 2 tot en met 11 een lange reeks namen en visies aan ons voorbij. Helder en boeiend beschreven, maar op een bepaald moment gaat het mij duizelen. Wie vond nu ook alweer wat? Ik ben blij dat ik geen tentamen hoef te doen over dit boek.

In het originele hoofdstuk 12 gaat VAN DER LINDEN in gesprek met verschillende Joodse visies op Jezus vanuit vijf teksten uit het Nieuwe Testament, verbonden met een schilderij of tekening van Rembrandt:
1) Jezus als de verloren zoon die thuiskomt (Lucas 15:20) in het Jodendom (Shalom Ben-Chorin), terwijl de oudste zoon gereserveerd toekijkt (kritische Joodse stemmen).
2) Hij leerde in hun synagogen (Mattheus 4:23): een Joodse Jezus die met zijn woorden en daden mensen in beweging zet (260); aan het historische onderzoek naar Hem hebben Joodse geleerden als Geza Vermes, David Flusser en Paula Fredriksen een belangrijke bijdrage geleverd.
3) Gij zijt de Christus (Marcus 8:27-30): heeft Jezus Zichzelf als de messias gezien? is Jezus de messias? voor Joden een veel minder belangrijke vraag dat voor christenen. Het begrip messias / Christus is niet eenduidig. Hoe kunnen christenen beweren dat Jezus de Verlosser is zolang de wereld nog onverlost is?
4) Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen (Mattheus 27:25). Deze tekst is door de eeuwen heen misbruikt om de Joden de dood van Jezus aan te rekenen, zodat de kerk in plaats van Israël kon treden (vervangingstheologie). Als Jezus machteloos terecht staat, hoe kiezen we dan zelf?
5) Mijn Here en mijn God (Johannes 20:28): Sommige Joden kunnen Jezus onbekommerd "Zoon van God" noemen, zoals het Joodse volk als geheel of een chassied "zoon van God" is: leeft in een speciale relatie met God. Maar "Jezus is God" is voor vrijwel alle Joden onaanvaardbaar. Dat daagt ons als christenen uit om opnieuw te formuleren wat we bedoelen met de godheid van Christus.
6) Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was (Filippenzen 2: 5vv): Ook Paulus kan in het gesprek tussen Joden en christenen tot inspiratiebron worden. Paulus is veel Joodser gebleven dan vaak gedacht is (276). Het gaat Paulus (voluit Joods) om het dóén van de gezindheid van Christus.

Naar aanleiding van het boek nog een paar eigen opmerkingen.
* Voor Joden is Jezus zeker niet zo'n centrale figuur als voor christenen (zie boven). Het verraste me dat zoveel Joden zo intensief met Jezus bezig zijn (geweest). Zeker gezien de negatieve ervaringen met het christendom zijn kritische Joodse visies op Jezus te begrijpen. De weergegeven positieve Joodse visies op Jezus verrasten me ook.
* Jezus als Esseen, Jezus als prediker van een extreme ethiek, Jezus als radicale apokalypticus, Jezus als charismatische chassied, Jezus als ... Het palestijnse Jodendom van Jezus' tijd was enorm gevarieerd. Meer of minder overtuigend hebben Joodse en christelijke onderzoekers geprobeerd om Jezus onder te brengen bij één van de verschillende stromingen. Over één punt lijken alle onderzoekers het eens te zijn: Jezus staat het verst af van de Sadduceeën (o.a. 79); misschien is dat op zich al veelbetekenend.
* VAN DER LINDEN vermeldt ook (beknopt) de Joodse christenen oftewel de messiasbelijdende Joden (37-39, 66-68, 272). Ik heb het gevoel dat zij tussen de Joodse kaai en het christelijke schip vallen. Van beide kanten is er verlegenheid of zelfs afkeer. Van Joodse zijde worden ze ervaren als afvalligen. Veel christenen hebben moeite met hun stelligheid (bij bekeerlingen te begrijpen). In wezen nemen ze de positie in van Paulus, die zijn volksgenoten ervan probeerde te overtuigen dat Jezus de Christus is (o.a. Handelingen 17:1-3).
* Paulus bereikte daar al weinig mee. In het algemeen: discussie over begrippen (Jezus als de Messias, Godheid van Christus) blijft moeizaam. Bij één begrip plaats ik toch een kanttekening: Jezus als Zoon van God. "Zoon van God" kan tamelijk argeloos worden gebruikt: voor de chassidiem, voor heel het Joodse volk (274); dus waarom ook niet voor Jezus. Het punt lijkt me dat het in het Nieuwe Testament veel exclusiever klinkt: geliefde zoon bij Jezus' doop en verheerlijking, in Johannes zelfs eniggeboren zoon. Het is de titel die bij uitstek de woede van de Raad opwekt (Lucas 22:70-71).
* Vruchtbaarder dan discussie over begrippen lijkt mij het gesprek over wat Jezus heeft gedaan. Ik denk aan drie punten: wat betekent (1) de radicale prediking van Jezus, (2) de verlossing door Jezus, en (3) de opstanding van Jezus? "wat betekent" dan in de dubbele zin van (a) wat houdt het in? en (b) wat maakt het uit?

Een duidelijk en leesbaar geschreven boek over een wezenlijk thema. Jammer dat de beschreven tekeningen enz. van Joodse kunstenaars en van Rembrandt niet zijn afgebeeld (zal wel liggen aan de uitgever). Een persoonsregister was ook wel handig geweest. In nuchtere stijl ook een vroom boek: Wie Jezus in de ogen kijkt, raakt er niet meer van los (279). Voor mij vooral een boek dat ons opnieuw bepaalt bij de vraag van de titel: Wie is die man? Na al deze Joodse visies op Jezus: wat geloven en doen we zelf?

terug naar boeken

TERUG NAAR OPENINGSPAGINA