ELIZABETH BAKER: De kunst om niet te stressen. Kampen, 2002, 143 pagina's.
Amerikaanse zelfhulpboeken liggen mij niet zo. Recepten om gelukkig te worden in drie weken wantrouw ik. Maar het boekje van mw. Baker over stress vormt een positieve uitzondering. Mw. Baker is (volgens de achterflap) specialist in stressreductie. Haar boek bevat een combinatie van medische achtergrond-informatie, praktische adviezen, persoonlijke ervaringen en bijbels geloof.
Stress is een maatschappelijk probleem - en niet enkel in Amerika. We hebben het allemaal te druk, of liever: we maken ons te druk. Mw. Baker omschrijft stress medisch als verslaving aan adrenaline (21-23). Op piekmomenten scheiden onze bijnieren adrenaline af. Die geeft ons lichamelijk en geestelijk een kick. Als het goed is daalt daarna ons adrenaline-peil weer. Maar als we voortdurend gespannen zijn, blijft ons adrenaline-peil hoog. En tenslotte wil het helemaal niet meer dalen. Met funeste gevolgen voor maag, bijnieren en lymfeklieren (de zogenaamde stress-drie- hoek). Met een aantal vragenlijsten kunnen we nagaan hoe slecht het er met ons voorstaat (23-37)
De achtergrond van stress is de noodzaak om onszelf aan te passen aan onaangename omstandig- heden. Ons leven is daar vol van: gevaren, tegenslagen, werkdruk, frustraties, verplichtingen, verlies, zorgen, enz.. Daarmee lijkt het probleem onoplosbaar. De onaangename omstandigheden zijn er nu eenmaal. Het uitgangspunt van mw. Baker is: toch valt er wat te kiezen. De enige manier om stress te lijf te gaan is: weten dat je kunt kiezen, bewust kiezen en genieten van de resultaten van je keuzes (40). Kiezen betekent altijd tegelijk verliezen. We moeten leren aanvaarden dat we niet alles kunnen, dat we niet alles kunnen hebben, dat we niet alles tegelijk kunnen, dat we niet alles onder controle kunnen hebben en dat we niet meer tijd kunnen maken (41-51).
Hierna geeft mw. Baker 15 tips om stress aan te pakken. Ik zal ze hier niet allemaal opsommen: de uiteenzetting ervan beslaat het grootste deel van het boekje (54-131); in een aanhangsel worden ze vervolgens nog eens kort samengevat (134-138). Ik noem er een paar interessante adviezen.
# 1: Wat kost het me? Vraag je telkens af wat stress je kost en wat die investering oplevert. We maken ons druk om een heleboel dingen. Vraag jezelf elke dag herhaaldelijk af: staat de energie die ik hierin steek in verhouding tot wat ik er voor terugkrijg? Als dat niet zo is, trek je er dan geestelijk uit terug. Weiger je leven te verdoen met onbelangrijke zaken (55-58).
# 4: Maak je klaar om te landen. Met landen of aarden bedoelt mw. Baker: een emotioneel en lichamelijk contact met het hier-en-nu. Alle zorgen hebben een plaatsje in de toekomst. Alles waar je spijt van hebt, ligt in het verleden. Aarden is niets meer of minder dan volldig in het heden zijn. (64-66).
# 5: Muziek. Met name zingen werkt ontspannend op lichaam en geest (66-67).
# 7: De kracht van de stilte. Lawaai veroorzaakt stress. Probeer het lawaai om je heen te vermin- deren. Wat je in de stilte nog hoort, zal je verbazen. Je zou je eigen hart kunnen horen of mis- schien een stem die klinkt als die van de Almachtige (73-76).
# 8: Wees dankbaar. Dankbaarheid is de tegenpool van stress. Mw. Baker gebruikt het verhaal van David en Goliath (1Samuel 17) als gelijkenis. David versloeg Goliath met steentjes uit de beek. Die steentjes hadden vier kenmerken: ze kwamen vanzelf op zijn weg; ze waren klein; ze voelden glad (prettig) aan; en David pakte ze op. Zo kunnen we ons bewust worden (oppakken) dat er in ons leven kleine dingen zijn om dankbaar voor te zijn (76-84).
# 12: Neem een rustdag. Mw. Baker pleit voor een wekelijkse rustdag naar het model van de bijbelse sabbath (99-108). Vooruit plannen is een van de belangrijkste voorwaarden om een rustdag te creeren (107).
# 13 Leer slapen. Volgens mw. Baker slapen enkel zoogdieren (109). Volgens mw. Baker slapen we tegenwoordig veel te weinig. Bijna alle volwassenen hebben 8 uur slaap per etmaal nodig. Het kan een poos duren voor we er weer aan gewend zijn zoveel te slapen als we nodig hebben (108- 113).
# 15: Weet wat je gelooft en waarom je dat doet. Mw. Baker noemt geloof het ultieme antwoord op stress. Ze beseft dat ze niemand het geloof kan aanpraten. Maar vele sociologische gegevens wijzen erop dat gelovige mensen minder last hebben van stress en depressiviteit. Als dominee lees ik dat natuurlijk graag. Of het helemaal waar is, weet ik niet. God kan het ons ook bar moeilijk maken. Job had het niet alleen moeilijk door zijn tegenslagen, maar ook met God. Paulus lijkt me een gestrest mannetje te zijn geweest. Afgezien daarvan denk ik dat mw. Baker wel grotendeels gelijk heeft. Een persoonlijk doorleefd geloof kan rust geven. Een duidelijke geloofsovertuiging biedt houvast in de verwarrende veelheid van ervaringen (dat geldt denk ik trouwens voor elke duidelijke levens-overtuiging: van doorgewinterde communisten tot diepgelovige moslims). Mw. Baker pleit voor een duidelijk omschreven en gefundeerde (christelijke) geloofsinhoud. Daarmee kun je heel wat aan. Veel wat bijbelteksten verwoorden diezelfde ervaring: Met de HEER aan mijn zijde heb ik niets te vrezen, wat kunnen mensen mij doen? (Psalm 118: 6). Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer (Romeinen 8:38-39).
Het boek wordt besloten met 2 bijlagen:
1) Het al genoemde overzicht van de 15 tips tegen stress.
2) Om over te mediteren 31 bijbelteksten over rust (voor elke dag
van de maand één) en een aantal oudtestamentische
namen van God.
Het boek maakt een prettige indruk. Volgende de genoemde vragenlijsten viel het met mijn eigen stress nog best mee - dat is een troostrijke gedachte. In hoeverre de 15 tips echt werken, moet ik nog uitproberen.