VERGEVING
1. De lat ligt hoog.
In het Onze Vader leert Jezus ons bidden: Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven onze schuldenaren (Mattheus 6:12). Die laatste woorden worden ook anders vertaald: zoals wij bij dezen verklaren dat we onze schuldenaren vergeven of zelfs (Nieuwe Bijbel Vertaling:) zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. In
dat laatste geval gaat onze vergeving jegens mensen dus vooraf aan de vergeving die we
vragen van God. In ieder geval verbindt Jezus ze onverbrekelijk aan
elkaar: Gods vergeving van onze zonden en onze vergeving jegens onze
medemensen. Dat zegt Hij er nog ten overvloede bij (deze bede van het
Onze Vader is de énige die blijkbaar een nadere toelichting
nodig heeft): Want indien gij de
mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u
vergeven; maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw
Vader uw overtredingen niet vergeven (Mattheus 6:14-15). Later komt Jezus nog op dit onderwerp terug. Als Petrus hem vraagt: Heer, hoeveel maal zal mijn broeder tegen mij zondigen en moet ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe? dan antwoordt Jezus: Ik zeg u, niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventig maal zevenmaal (Mattheus
18:21-22); en Hij vertelt er de gelijkenis bij over de grote (10.000
talenten) en de kleine (100 schellingen) schuldenaar. Met de man die
zijn medemens niet wil vergeven, loopt het helemaal verkeerd af; zó zal ook mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet, een ieder zijn broeder, van harte vergeeft (Mattheus 18:23-35). Jezus doet dus een klemmend beroep op ons om elkaar te vergeven.
2. Te hoog?
Dat klinkt mooi en dat is het ook. Maar het kan ook vreselijk moeilijk
zijn. Ik noem een paar situaties (uit het leven gegrepen):
- Een man merkt dat zijn vrouw hem ontrouw is geweest, misschien wel gedurende langere tijd.
- Een klokkenluider wordt ontslagen en krijgt nooit meer ergens werk. Zijn carrière en zelfs zijn leven is kapot.
- Een vrouw voelt zich voor haar hele leven beschadigd doordat ze als kind is mishandeld en misbruikt.
- Ouders verliezen hun dochter doordat een dronken automobilist haar aanrijdt.
- Mensen zijn voor hun leven getraumatiseerd door ervaringen in de oorlog.
- Misschien wel het grootste kwaad van de geschiedenis: de Holocaust: de moord op zes miljoen Joden.
Wat betekent in zulke situaties "vergeving"? Slachtoffers kunnen zich
dubbel gepakt voelen: eerst door mensen die hun iets vreselijks hebben
aangedaan; en vervolgens door Jezus Die van hen eist dat ze hun schuldenaars vergeven. Legt God de lat te hoog?
3. Vergeving dient tot verzoening.
Het lijkt me belangrijk te beseffen dat vergeving niet in de lucht hangt. Vergeving
(van kwaad dat de één de ander heeft aangedaan) dient tot
verzoening (herstel van de relatie). Als ik een ander iets vreselijks
heb aangedaan, betekent dat een grondige verstoring van onze relatie. Zó
kunnen we niet meer samen verder. Onze relatie
kan enkel worden hersteld als we (de ander en ik) dat allebei willen -
en wel zó graag dat we daar allebei moeite voor willen doen.
Want herstel van een geschonden of verbroken relatie vraagt veel.
- Ik moet om vergeving vragen. De Spreukendichter leert ons al: Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn - maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming (Spreuken 28:13). De klassieke dogmatiek vulde dat "vergeving vragen" concreet in met de drieslag contritio cordis (oprecht berouw), confessio oris (erkenning van mijn fout) en satisfactio operis
(daadwerkelijke genoegdoening). Als ik iemand iets heb misdaan, kan
onze relatie enkel worden hersteld als ik werkelijk berouw heb, als ik
mijn fout ruiterlijk erken tegen het slachtoffer, en als ik doe wat ik
kan om de schade te herstellen. Dat laatste is in strikte zin vaak
onmogelijk. De dronken automobilist kan het doodgereden kind nooit meer
tot leven wekken; maar het minste wat hij kan doen is de ouders vragen
hoe hij ze kan helpen in hun verlies.
- Als ik om vergeving vraag, is het vervolgens aan het slachtoffer om die
vergeving al dan niet te schenken. Door vergeving te vragen maak ik
mijzelf dus afhankelijk van de vergevingsgezindheid van het
slachtoffer; of misschien moet ik schrijven: het vergevingsvermogen van
de getroffene. Menselijk is het heel begrijpelijk als de ouders van
het doodgereden kind het hun aangedane leed niet kunnen vergeven en
haat blijven koesteren tegen de dader. Volgens mij vraagt Jezus in de
aangehaalde teksten van Zijn volgelingen méér dan
het gewone: om vergeving te schenken als mij daarom wordt
gevraagd. Zoals gezegd: daarmee legt Jezus de lat hoog.
Het moet dus van twee kanten komen: van de éne kant gemaakte
fouten erkennen en vergeving vragen - van de andere kant excuses
aanvaarden en vergeving schenken. Het één is misschien
wel even moeilijk als het ander. Maar enkel zó kan de relatie
hersteld worden. Vergeving (gevraagd en geschonken) dient tot
verzoening (herstel van de relatie).
4. Uitpraten.
De vorige zinnen lijken een pleidooi om een geschil of conflict "uit te
praten". Als de één de ander concreet iets heeft
aangedaan, zal dat inderdaad nodig zijn. Voorwaarde is dat allebei
partijen de relatie echt willen herstellen. Maar uitpraten is niet
simpel. Soms is de begeleiding door een deskundige, of nog liever: een
wijs mens nodig.
Toch heb ik ook reserves bij uitpraten. In veel conflicten is er niet
een duidelijke dader en een duidelijk slachtoffer, maar zijn er twee
mensen of
groepen die een moeizame geschiedenis hebben met elkaar (waarin ze
zich allebei slachtoffer voelen van de ander). Het grootste
probleem is meestal dat ze van die geschiedenis elk hun eigen beeld
hebben. Soms hoor ik in een huwelijksconflict het verhaal van beide
partners
afzonderlijk. Vaak verschillen die verhalen zó sterk van elkaar,
dat je haast niet kunt geloven dat het over dezelfde gebeurtenissen
gaat. Uitpraten betekent in zo'n geval vaak dat ieder zijn /
haar eigen verhaal gaat vertellen ter rechtvaardiging van zijn / haar
eigen gedrag - zodat beide partners finaal
langs elkaar heen praten. Dat schiet niet op. Daarom stel ik in zo'n
geval liever de vraag: willen jullie werkelijk samen verder? - en zo
ja, dan adviseer ik jullie om het verleden te laten rusten.
5. Schuld tegenover mensen - schuld tegenover God.
Ik begon dit artikel met de vijfde bede van het Onze Vader: Vergeef ons onze schulden (Mattheus 6:12). Vaak wordt dat opgevat als een gebed om vergeving om alles
wat wij verkeerd gedaan hebben. Het is de vraag of het zó simpel
ligt. Kunnen we van onze schuld tegenover onze medemensen afraken door Gods vergeving?
Van het Jodendom kunnen we leren om onderscheid te maken:
- Onze schuld tegenover God
belijden we tegenover God. Als we God te kort hebben gedaan qua
eerbied, vertrouwen en gehoorzaamheid, vragen we Hem om vergeving
daarvoor; en in vol vertrouwen, want Hij is een God Die graag vergeeft
(Psalm 86: 5).
- Maar als wij mensen onrecht
of leed hebben aangedaan, kan God ons dat niet vergeven. Dat kunnen
enkel de slachtoffers. Die vergeving moeten we dus vragen aan
de slachtoffers. Dat kost ons meestal meer moeite dan het Onze Vader
bidden. En zoals gezegd: of het slachtoffer kan en wil vergeven, is niet
bij voorbaat gegarandeerd - misschien kan en wil hij / zij dat wel niet.
Dit onderscheid tussen onze schuld tegenover mensen en onze schuld tegenover God krijgt
in het Jodendom gestalte aan het begin van elk nieuw jaar. Met
de Joodse nieuwjaarsdag in october beginnen de tien dagen van inkeer,
gericht op de verzoening tussen mensen onderling. Door die tien dagen
bereiden Joden zich voor op de Grote Verzoendag: viering van de
verzoening van God met Zijn volk. Die zelfde volgde leert Jezus ons: Wanneer gij uw gave brengt naar het altaar en u daar herinnert, dat uw broeder iets tegen u heeft [omdat u hem iets hebt misdaan], laat uw gave dan daar voor het altaar, en ga eerst heen, verzoen u met uw broeder en kom en offer daarna uw gave
(Mattheus 5:23-24). In de gereformeerde traditie kenden we de week van
voorbereiding voor de viering van het Heilig Avondmaal: een week om
onderlinge problemen op te lossen (verzoening met elkaar)
vóórdat we het Lichaam en Bloed van de Heer ontvangen
(verzoening met God).
6. Conclusie.
Het zou makkelijk zijn als we konden volstaan met het bidden van het Onze Vader (vergeef ons onze schulden),
en we waren daarmee overal vanaf. Maar zo simpel ligt het niet, zagen
we. Voordat we God kunnen vragen om vergeving voor wat wij Hem
hebben aangedaan, verwacht Hij van ons om ons éérst te
verzoenen met onze medemensen; en daar zijn twee dingen voor nodig:
(1) als wij zelf iemand onrecht, leed of schade hebben aangedaan: aan haar / hem vergeving vragen.
(2) als iemand ons onrecht, leed of schade heeft aangedaan en ons daarvoor om vergeving vraagt: die vergeving schenken.
7. Gevraagd.
Ik ga er dus vanuit dat gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren veronderstelt dat die schuldenaren ons om vergeving vragen.
Dat blijkt uit de genoemde gelijkenis in Mattheus 18. De dienstknecht
die aan de koning 10.000 talenten schuldig was, smeekte aan de koning
om coulance - en de koning schold hem zijn enorme schuld kwijt. Maar
toen zijn mede-dienstknecht hem om uitstel van betaling van de 100
schellingen vroeg, kende hij geen medelijden. Vergeving is te kostbaar
en te moeilijk om zomaar ongevraagd rond te strooien. Vergeving wordt gevraagd
en dan vervolgens wel of niet geschonken. Daarom leert Jezus ons ook om
aan God te vragen om vergeving van onze zonden tegenover Hem: vergeef ons onze schulden ... God vergeeft ons graag (Psalm 86: 5), maar we moeten Hem er wel om vragen.
8. Ongevraagd?
Maar hoe als er niet om vergeving wordt gevraagd? Ik denk aan enkele voorbeelden waarmee ik dit artikel begon.
- De automobilist die met een dronken
kop een kind heeft doodgereden, laat niets meer van zich horen. Uit
onverschilligheid, uit machteloosheid, uit schuldgevoel, uit schaamte? wie zal het
zeggen. In elk geval maakt hij voor de ouders de verwerking van deze
ramp moeilijker. Als hij met honderd hakkelende excuses op de stoep zou
staan, zouden ze hem misschien wegvloeken - maar als hij helemaal niets doet, lijkt
me dat erger.
- Het trauma van mishandeling of misbruik uit de kinderjaren komt vaak
pas veel later aan de oppervlakte. Vaak hebben de plegers nooit
schuld erkend en om vergeving gevraagd. Soms zijn de plegers al
lang dood en begraven. Kun je dan vanuit het Evangelie zeggen: je moet
vergeven? nee, want daarmee leg je de last nóg een keer
bij het slachtoffer.
- Wie kan om vergeving vragen voor oorlogsleed uit (bijvoorbeeld) de
Tweede Wereldoorlog? De verantwoordelijke politici uit die tijd zijn al
lang dood. Voor de getroffenen kan het helpen als hun opvolgers alsnog
excuses aanbieden (de Japanse regering aan de overlevenden van de
Birma-spoorlijn en de Nederlandse regering voor de politionele acties
in Nederlands Indië); maar het blijft een lastige vraag in hoeverre
morele schuld erfelijk is. Dat geldt nog in sterkere mate voor
bijvoorbeeld de Nederlandse slavenhandel van meer dan 150 jaar geleden: moet ik mij daar nu nog schuldig voor voelen?
- Wie kan om vergeving vragen en wie kan vergeving schenken voor de
Holocaust? zowel de daders als de slachtoffers zijn dood. Het grootste
kwaad van de geschiedenis blijft ook in dit opzicht een open wond.
9. De voorbede van Jezus en Stefanus.
Toen Jezus werd gekruisigd, riep Hij uit: Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen
(Lucas 23:34). De vraag blijft open voor wie Jezus precies bidt: voor
de Romeinse soldaten die Hem kruisigen en die inderdaad niets weten
van het onrechtmatige proces tegen Jezus? voor Zijn verblinde Joodse
volksgenoten, die niet beseffen waar ze mee bezig zijn? Ook dat is uit
het leven gegrepen: veel vreselijke fouten maken we onnadenkend en
onwetend. Van Stefanus wordt het zelfde verhaald:
toen hij werd gestenigd, bad hij: Heer, reken hun deze zonden niet toe (Handelingen 7:59). In beide gevallen wordt niet om vergeving gevraagd. Bedoelen deze beide teksten dat we ook ongevraagd moeten
vergeven? Volgens mij ligt het net even anders. Jezus en Stefanus
zeggen niet (ongevraagd) tegen hun beulen: "Ik vergeef jullie". Maar ze
bidden voor hun beulen om Góds vergeving. Ze doen dat als
rechtvaardigen die de marteldood sterven. De marteldood van een
rechtvaardige heeft voor God verzoenende kracht. Door hun voorbede
geven Jezus en Stefanus blijk van buitengewone liefde, zelfs voor hun
vijanden; volgens Jezus' eigen woorden: heb je vijanden lief, bid voor wie jullie slecht behandelen (Lucas 6:27-28). Maar een gebod om ongevraagd te vergeven lees ik er niet in.
10. Verwerking.
De klemmende opdracht van Jezus om vergeving te schenken zie ik in het
kader van verzoening: herstel van de verstoorde relatie tussen dader en
slachtoffer. Voor verzoening is het nodig dat de dader om vergeving
vraagt en dat het slachtoffer die vergeving schenkt. Als
één van beiden dat niet kan of niet wil, wordt de relatie
niet hersteld. Ik noem hierboven voorbeelden waarin niet om vergeving wordt gevraagd. Het slachtoffer blijft dan zitten met
gevoelens van pijn, verdriet, mogelijk ook haat en wrok, en misschien
ook schuldgevoelens óver die gevoelens. Omgaan met die mengeling
van gevoelens is dan geen kwestie van vergeving en verzoening, maar van
verwerking: hoe ga je om met leed en onrecht
waardoor je leven is beschadigd? Verwerking is een psychologisch
begrip, en ik ben geen psycholoog. Maar ik noem een laatste
Bijbeltekst. Toen Jezus werd doodgemarteld, schrijft Petrus, schold Hij
Zijn beulen niet uit, maar Hij liet het oordeel over aan Hem (God) Die rechtvaardig oordeelt
(1Petrus 2:13). Dat is een tekst waar ik zelf veel aan heb. Het laatste
oordeel is aan God. Het laatste oordeel over daders en slachtoffers,
over mensen die niet om vergeving (kunnen / willen) vragen en over
mensen die geen vergeving (kunnen / willen) schenken. Het laatste
oordeel is aan God Die rechtvaardig oordeelt; en ik denk dat het goed is voor verwerking van
aangedaan onrecht om het daar ook te laten liggen.