DE
VAN DUSSELDORPSTRAAT IN GOES
Van 1991 tot 2018 woonde ik in
Goes in de toenmalige pastorie aan de Van Dusseldorpstraat - met veel
genoegen! Reden om mij eens te
verdiepen in deze straat.
A. DE BURGEMEESTER
In de lijst van burgemeesters van Goes sinds 1831 tref ik er twee aan
naar wie een straat is vernoemd: de Blaaubeenstraat is vernoemd naar
Martinus Pieter Blaaubeen, burgemeester van Goes van 1852 tot 1879 - en
de Van Dusseldorpstraat is vernoemd naar Rudolf Mari van Dusseldorp,
burgemeester van Goes van 1934 tot 1940. Beide straten liggen vlak bij
elkaar, dicht bij de spoorlijn door Goes.
Wie was Rudolf Mari van Dusseldorp? (de voornaam Mari
is zeldzaam,
maar de bronnen vermelden hem zo - het is dus geen schrijffout).
Rudolf Mari van Dusseldorp was een zoon van Pieter van Dusseldorp en
Catharina Elisabeth Mees. Hij was getrouwd met Carolina Anna Kern.
Over burgemeester Van Dusseldorp vond ik enkele artikelen in de
Vlissingse Courant, die een beeld geven van zijn leven.
In de Vlissingse Courant van 6 november 1934 lezen we, ter gelegenheid
van zijn benoeming als burgemeester van Goes:
GOES
De
nieuwe burgemeester van Goes.
De heer mr. R. M. van Dusseldorp, lid
van Ged.
Staten, die benoemd is tot burgemeester van Goes, is 11 November 1889
te Vlaardingen geboren, en promoveerde op 4 Juli 1919 te Leiden tot
meester in de rechten. Na werkzaam te zijn geweest op de secretarie te
Katwijk, werd hij tegen 16 Januari 1921 benoemd tot burgemeester van
Westkapelle en deed dus toen zijn intrede in Zeeland. Op 4 Juli 1923
deed hij voor de chr.-hist. partij zijn intrede in de Provinciale
Staten en deze kozen hem direct tot lid van Ged. Staten welke functie
hij thans nog bekleedt. In 1932 is hij benoemd tot ridder in de orde
van den Nederlandschen Leeuw.
De
heer Van Dusseldorp is o.a. kringcommissaris van het Ned. Roode Kruis
en voorzitter van de afdeeling Middelburg; lid van het bestuur van het
Zeeuwsch Watersnood-comité en van dat van de Prov. Zeeuwsche
vereeniging tot bestrijding der T.B.C., terwijl hij plaatselijk in vele
vereenigingen werkzaam is op kerkelijk en sociaal terrein. Zoo is hij
lid van het college van notabelen der Ned. Herv. kerk en van dat van
regenten van het huis van bewaring.
In
de Chr. Hist. Unie is de heer Van Dusseldorp lid van het hoofdbestuur,
voorzitter van den Kamerkring en van de plaatselijke afdeeling.
De
nieuwe burgemeester heeft het voornemen zich uit de practische politiek
terug te trekken, al zal hij voor de loopende periode lid van de Prov.
Staten blijven.
Van Dusseldorp is maar ruim vijf jaar burgemeester van Goes geweest. Op
7 februari 1940 overleed hij.
Nog diezelfde dag (7 februari 1940) schreef de Vlissingse Courant:
De
burgemeester van Goes overleden.
Vanochtend is in de Sint Ursula-kliniek
te
Wassenaar, waar hij sinds enkele dagen werd verpleegd, op 50-jarigen
leeftijd overleden mr. R. M. van Dusseldorp, burgemeester van Goes.
De
thans overledene was 11 November 1889 te Vlaardingen geboren, studeerde
aan de Universiteit te Leiden en promoveerde aldaar op 4 Juli 1919 tot
meester in de rechten. Hierna werkte hij ter secretarie te Katwijk.
Toen de heer J. D. Viruly het ambt van burgemeester van Westkapelle
neerlegde, werd de heer van Dusseldorp daarvoor aangewezen en zoo deed
hij met zijn echtgenoote op 18 Januari 1921 zijn intrede in Zeeland en
wel als burgemeester van Westkapelle. Hij was maar betrekkelijk kort in
deze functie werkzaam, want bij de verkiezingen van leden voor de
Provinciale Staten werd hij voor de Chr. Hist. Unie afgevaardigd. Op 4
Juli 1923 kozen de Staten hem tot lid van Ged. Staten. In die functie
heeft hij gedurende meer dan 11 jaar met groote toewijding de belangen
van de provincie, haar gemeenten en haar inwoners bevorderd.
Tegen het einde van 1934 bleek de heer van Dusseldorp naar iets anders
te zoeken en hij vond dit toen hij benoemd werd tot burgemeester van
Goes met ingang van 1 December van dat jaar. Hij liet het werk als
Gedeputeerde over aan den heer v. d. Wart en zelf vertrok hij van
Middelburg naar Goes. Daar heeft hij zich ruim 5 jaar gegeven voor de
belangen van de grootste gemeente van Zuid-Beveland.
De
heer van Dusseldorp was een zeer voorkomende persoon. Zijn heengaan op
nog slechts 50-jarigen leeftijd, wordt dan ook terecht als een groote
slag voor Goes in het bijzonder en ook voor de geheele provincie
gevoeld.
Op
verschillend ander terrein des levens heeft de heer van Dusseldorp zich
doen kennen als een rechtschapen man, die als waar Christen wilde leven.
Hij was o.m. kringcommissaris en lid van het hoofdbestuur van het
Nederlandsche Roode Kruis, lid van den raad van beheer van de P.Z.E.M.,
lid van het hoofdbestuur van de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten, voorzitter van den Provincialen Brandweerbond, lid van den
raad van toezicht van de N.V Waterleidingmaatschappij Zuid-Beveland,
president-kerkvoogd van de Ned. Hervormde gemeente.
De begrafenis zal Zaterdag a.s. om 3 uur op Oud Eik en Duinen te
's-Gravenhage plaats vinden.
In
verband met het overlijden van den burgemeester zal morgenavond om 8
uur een spoedeischende speciale vergadering van den gemeenteraad worden
gehouden.
Op 12 februari 1940 volgde een uitvoerig artikel over de begrafenis.
Ons als moderne lezers vallen hierin op het streven naar volledigheid
bij de opsomming van de aanwezigen en de vele bestuurders van adel.
Goes'
burgemeester ten grave gedragen.
ZEER
GROOTE BELANGSTELLING
Onder zeer groote belangstelling is Zaterdagmiddag
op de begraafplaats Oud Eik en
Duinen te 's-Gravenhage het stoffelijk overschot
ter aarde besteld van wijlen mr R.
M. van Dusseldorp, in leven burgemeester
van Goes.
Onder de velen, die den ontslapene naar zijn
laatste rustplaats geleidden, bevonden zich
de Commissaris van de Koningin in de provincie
Zeeland, jhr. mr. J. W. Quarles van
Ufford, vele burgemeesters, waaronder de
heeren C. A. van Woelderen, burgemeester
van Vlissingen, mr. dr. J. van Walré de Bordes,
burgemeester van Middelburg, jhr. mr.
W. C. Sandberg tot Essenburg, burgemeester
van Krabbendijke, jhr. mr. A. F. C. de
Casembroot, burgemeester van Westkapelle,
M. Fernhout, burgemeester van Bussum, oud-burgemeester
van Middelburg en mr.
H. N. baron Schimmelpenninck van der Oye,
burgemeester van Kloetinge. Voorts waren
aanwezig de gemeentesecretaris, de heer
J. I. van Ballegoyen de Jong, de waarnemend
burgemeester wethouder H. de Roo, de
gemeente-ontvanger van Goes, de heer H.
Koops, de ontvanger der registratie en domeinen
te Goes, de heer G. N. Neelemans, een
deputatie van het hoofdbestuur van het Nederlandsche
Roode Kruis, bestaande uit de
heeren mr. dr. F. Donker Curtius, secretaris-generaal,
J. J. M. de Waal, penningmeester.
Voorts waren vertegenwoordigd kerkvoogdij
en kerkeraad der Ned. Herv. Kerk
te Goes, de plaatselijke commissie voor
bijzondere nooden, het Oranjecomité, de
economische spijsuitdeeling, alle hoofdambtenaren
waren aanwezig, zoomede deputaties
van de gemeente-secretarie, van de Goesche
brandweer en de politie, vertegenwoordigers
van alle gemeentebedrijven en -diensten,
alle hoofden van de openbare scholen
te Goes, een deputatie van het Leger
des Heils aldaar, vertegenwoordigers van
de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten
en van de fraude-risico-onderlinge der
gemeenten en een deputatie van de Goessche
padvinders. Voors
gaven van hun belangstelling blijk de
heeren dr. C. van den Berg, directeur-generaal
van de volksgezondheid, G. A. Hajenius,
oud-burgemeester van Goes, mr. F. A.
Deelen, officier van justitie te Breda, mr. J.
Moolenburgh, kantonrechter te Middelburg,
E. C. Wierts van Coehoorn, oud-commissarie
van politie, mr. W. F. E. baron van
der Feltz, officier van justitie te Middelburg,
jhr. ir. J. de Ranitz namens het bestuur
van het Roode Kruis te Middelburg, enkele
leden van den Goesschen gemeenteraad,
kolonel G. Berghuijs, inspecteur van de
militaire administratie, een deputatie van de
vereeniging van kerkvoogdijen in de Ned. Herv.
Kerk, bestaande uit de heeren mr. A. de
Jong uit Mijnsheerenland en C. van Harderwijk
uit Tilburg, mr. A. Mes, voorzitter van
de vereeniging van burgemeesters en wethouders
in Zuid- en Noord-Bevelend, mede
namens de waterleidingmaatschappij Zuid-Beveland,
waarvan de waarnemend voorzitter,
de heer A. van der Poest Clement,
eveneens aanwezig was, H. B. Pilaar, namens
het plaatselijke Roode Kruis en de Vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer, de heer
J. Slooves, directeur van de P.Z.E.M. en
vele anderen.
In
de aula.
In afwijking van het oorspronkelijke plan werd
in de aula door enkele sprekers het woord
gevoerd.
Als eerste spreker voerde een broeder van den
overledene, de heer G. van Dusseldorp, het
woord. Spr. begon met er op te wijzen, dat
hij geen gemakkelijke taak had om mede
namens den hoogbejaarden vader een laatsten
afscheidsgroet te brengen. Ook in naam
van de broers en zusters voerde spreker
het woord. Hij wees op den hechten familieband
en op het gelukkige gezinsleven, dat
den slag voor de echtgenoote en kinderen
zoo zwaar doet zijn.
De
Commissaris der Koningin spreekt.
Vervolgens voerde het woord de Commissaris
van de Koningin in Zeeland, jhr. mr. J.
W. Quarles van Ufford. Met groote ontsteltenis
en diep leedwezen is in geheel Zeeland
het overlijden van burgemeester van Dusseldorp
vernomen, aldus spr. Voorts gaf hij
mede namens het provinciaal bestuur, de oud-collega's
in het college van Gedeputeerde
Staten en den griffier der Staten, uiting aan
de deelneming in het verlies, dat de familie,
de provincie Zeeland en Goes in het bijzonder
getroffen heeft. In de eerste plaats ging
spr.'s deernis uit naar de echtgenote, de
kinderen en den hoogbejaarden vader van den
overledene. Het moge eenigermate een troost
zijn, dat hij in de volle glorie van zijn leven
is heengegaan en dat zoovele blijken van
sympathie zijn ontvangen. Daar in het huisgezin
van den overledene een oprechte christelijke
sfeer heerschte, zei spr. overtuigd
te zijn, dat mevrouw van Dusseldorp en
de kinderen eerst het oog naar boven zullen
wenden.
Spr. schetste den levensloop van den ontslapene
van 1921 af, toen hij tot burgemeester
van Westkapelle werd benoemd. In de twee
jaren, dat hij deze functie bekleedde, heeft
hij met groote toewijding en ijver het belang
dier gemeente behartigd; in de harten
der Westkapellers heeft hij zich een ruime
plaats veroverd. In 1923 werd mr. van Dusseldorp
lid van de Provinciale Staten en nog
hetzelfde jaar van Gedeputeerden. Hij heeft
een groot aandeel in de werkzaamheden
van dat college gehad. Spr. bracht de groote voorliefde
en zijn goede zorgen van den
overledene in herinnering voor het beheer
der provinciale geldmiddelen en zijn belangstelling
voor de communicatiemiddelen
over de breede Zeeuwsche wateren. In 1934
werd mr. van Dusseldorp benoemd tot burgemeester
van Goes. Hij toonde daarvoor uitnemende
eigenschappen en hoedanigheden
te bezitten. Menig werk van openbaar nut
is tot stand gekomen en vele zegenrijke maatregelen
zijn onder zijn leiding genomen. Doch
nog veel hooger zijn op prijs gesteld de
gaven van hart; hij was vriendelijk, minzaam
en medelevend in het lot van anderen. Hij
heeft zich een uitgebreiden kring van vrienden
verworven en in Goes was hij alom geliefd
en bemind. Hij heeft zich steeds laten leiden
door de christelijke beginselen; daarvoor
wilde hij strijden, doch als burgemeester
heeft hij de meest strikte onpartijdigheid
in acht weten te nemen. Zijn nagedachtenis
zal in Zeeland in hooge eere blijven, aldus
besloot spr.
Waarnemend
burgemeester van Goes
voert het woord.
De volgende spreker was de heer H de Roo,
waarnemend burgemeester van Goes. Twee
dagen geleden reeds had spr. in den Goesschen
gemeenteraad gememoreerd, hoe mr.
van Dusseldorp van Goes hield en Goes van
haar burgemeester. Niet alleen voor Goes
echter, ook voor de menschen heeft hij veel
goeds gedaan. Spr. zei blij te zijn, dat juist
hij, die zoo veel goeds had ondervonden,
het mocht zijn, die woorden van afscheid
namens de gemeente zou spreken. Tot mevrouw
van Dusseldorp en de kinderen zei spr.,
dat zij zich verzekerd kunnen houden van
de vriendschap der burgerij.
Woorden
van deelneming.
Namens de studiegenooten voerde mr. H. M.
de Vries het woord. Mr. van Dusseldorp is
de eerste van de jaarclub, die is heengegaan.
Hij had vele vrienden en geen vijanden.
Spr. uitte zijn deelneming met de echtgenote,
de kinderen en den vader van den overledene.
Tot
slot sprak ds. P. J. Stein uit naam van
de kerkvoogdij en de kerkelijke gemeente.
Bij bracht den overledene hartelijk dank
voor al hetgeen hij geweest is op het terein
[!] van de kerkelijke gemeente. Hij heeft al
zijn werk gedaan, daar hij zich op die plaats
door God geroepen wist. Met woorden
van troost richtte de predikant zich tot de
echtgenoote en de kinderen: er is hier een
schoons herinnering, die vertroosting geeft.
Zijn voorbeeld van trouw en toewijding
en liefde voor zijn werk zal hen sterken.
Doch de ware troost, aldus spr., komt als
Jezus Christus komt in de kringen der bedroefden. Hij wi1 ons
troosten met de eeuwige
vertroosting.
Tot slot las spr. enkele verzen uit de openbaring
van Johannes.
Aan de groeve dankte ds. de Vries voor
de betoonde belangstelling.
Op 3 maart 1940 vermeldde de Vlissingse Courant:
GOES
Een
Burgemeester Van Dusseldorp-school.
B. en W. stellen voor aan
de onlangs geopende openbare U.L.O.-school den naam "Burgemeester Van
Dusseldorp-school" te geven.
NB:
Dit gebouw staat er nog steeds: op de hoek van de Voorstad en de later
aangelegde Van Dusseldorpstraat. Momenteel (2016) staat het leeg. Het
is nog niet duidelijk wat er mee gaat gebeuren.
Burgemeester Van Dusseldorp werd opgevolgd door Warner Cornelis ten
Kate,
burgemeester van Goes van 1940 tot 1941 en van 1946 tot 1958. Tijdens
de bezetting was de NSB-er Cornelis Egbert Petrus Lenshoek burgemeester
van Goes (1941-1944).
B. DE
VOORGESCHIEDENIS
De Van Dusseldorpstraat loopt door het zuidelijke gedeelte van de
woonwijk Goes Oost. Het kost enige fantasie om ons voor te stellen hoe
dit gebied er honderd jaar geleden uitzag. Een woonwijk was het bepaald
nog niet. Het land tussen Goes en Kloetinge stond bekend als "de
weitjes". In droge zomers kon je er door lopen, langs paadjes en over
slootplanken. 's Winters was het een drassig gebied, moeilijk
begaanbaar. Wegen waren er niet, ook de Patijnweg langs de spoorlijn
bestond nog niet; de officiële weg van Goes naar Kloetinge was
de
route Voorstad - over de spoorlijn - Kloetingseweg - Buijs Ballotstraat
- weer over de spoorlijn - Lewestraat.
Eeuwenlang
liep er tussen
Kloetinge en Goes wel een schuitvaart, van 't Ouwe Veeruus aan het
Noordeinde van Kloetinge naar ongeveer de plaats waar de Van
Dusseldorpstraat aansluit op de Voorstad. Deze schuitvaart is aangelegd
tussen 1564 en 1567 (De Klerk / Moerland: Van gesloten bolwerk tot
open stad, pag. 9). Zo konden bijvoorbeeld
landbouwproducten met schuiten van Kloetinge naar Goes worden vervoerd.
Dit gebied behoorde
grotendeels tot de toenmalige gemeente Kloetinge. De
grens tussen Goes en Kloetinge was nog de middeleeuwse grens van 1444
en
1472 (zie DEKKER,
Een schamele landstede, pag. 179-182). Goes
had behoefte aan uitbreiding, maar werd beperkt door de grens
met Kloetinge. In
de periode waarin Rudolf Mari van Dusseldorp burgemeester van Goes
was, was Cornelis Zandee (1874-1956) burgemeester van Kloetinge, om
precies te zijn van 1922 tot 1940.
In
die jaren bevonden
zich ten noorden van spoorlijn de hofstede
Welgelegen en de buitenplaats Ma Retraite met bijbehorende
gronden, deels op Kloetings gebied.
De oude hofstede Welgelegen, gelegen aan de Voorstad (ongeveer op de
plek van het huidige centrum De Pijlers), was in bezit van
achtereenvolgende generaties van de invloedrijke familie Kakebeeke. In
de jaren '30 woont ir. A.M. Peman Kakebeeke op Welgelegen; hij
overlijdt plotseling op 30 januari 1947 (overlijdensadvertentie in de
PZC). Inmiddels heeft Welgelegen dan al een maatschappelijke bestemming
gekregen. Na de oorlog wordt het gebouw gebruikt door de Bijz.
Kerkelijke Gezinszorg. De PZC van 5 juni 1945 vertelt ons hoe de
20 meisjes, die in het huis "Welgelegen" aan de Voorstad te
Goes
... zijn opgeleid, met 2 leidsters en 2 verpleegsters per truck uit
Goes vertrokken, om te Amsterdam te worden ingezet bij het werk in
gezinnen, die daaraan behoefte hebben. Vol goede moed en opgewekt
vertrokken de meisjes. Daarna neemt de Vereeniging
Kinderzorg
Welgelegen in gebruik als hulppaviljoen voor kinderen; op maandagmiddag
16 juli 1945 vindt de opening plaats (PZC van 5 juli 1945 en 17 juli
1945). Over dit Noodkindertehuis
schrijft de PZC op 25 januari 1946: Thans is dit huis bevolkt met 11
jongens en 13 meisjes. Maar op 28 juni 1946 schrijft de
PZC: het
zit nu al zoo goed als vol. Het Bestuur besloot onlangs in een
slaapkamer voor babies geen schoorsteen te laten aanbrengen om toch
maar niet de ruimte voor een paar kinderledikanten te laten verloren
gaan. In één woord: het is woekeren met de
ruimte. Daarom zoekt Kinderzorg naar een betere locatie
en vindt die in Serooskerke (Walcheren). Dinsdag
zijn de kinderen uit het tehuis "Welgelegen" van Kinderzorg te Goes,
verhuisd naar Serooskerke, waar de vereniging Kinderzorg, zoals bekend,
het landgoed "Vrederust" heeft laten verbouwen tot gerieflijk
kindertehuis dat thans eveneens "Welgelegen" heet (PZC van
30 juni 1948). In de tijd nadien (de preciese datum heb ik niet kunnen
achterhalen) is Welgelegen afgebroken.
Ongeveer op de plaats waar nu de Bergweg uitkomt op de Patijnweg, lag
de buitenplaats Ma Retraite. Deze fraaie woning was in de tweede helft
van de negentiende eeuw gebouwd door notaris Adriaan Kakebeeke
(1803-1889). Na hem werd Ma Retraite bewoond door zijn nakomelingen,
als laatsten het echtpaar Claus-Peman Kakebeeke. Als op dinsdag 28
april 1931 notaris Jonkers namens de heer Ph.R. Claus
Ma Retraite publiek verkoopt (De Zeeuw van 13 april 1931), ziet de
gemeente
Goes haar kans schoon en koopt Ma Retraite. Waar
deze villa met tuin aansluit aan Bouwplan III, valt het toe te juichen,
dat dit mooie terrein ook in handen der gemeente is gekomen,
schrijft De Zeeuw op 30 april 1931 goedkeurend. Maar hoe nu verder? Naar de Goessche Courant
verneemt, zal de ville "Ma Retraite" aan den Patijnweg te Goes binnen
korten tijd worden gesloopt, schrijft de Middelburgsche
Courant op 21 mei 1931. Als reactie op dit bericht deelt
de burgemeester van Goes ons mede, dat daarvan bij het gemeentebestuur
van Goes, niets bekend is en het nieuwtje geheel komt voor rekening van
de Goessche Courant (Middelburgsche Courant van 22 mei
1931).
Het pand wordt tijdelijk verhuurd aan de Zeeuwsche Confectie Fabriek
(Middelburgsche Courant van 3 september 1931). In zijn
nieuwjaarstoespraak van 1932 zegt burgemeester Hajenius van
Goes (de voorganger van burgemeester Van Dusseldorp), terugblikkend op
1931: Buitengewoon
belangrijk was de aankoop van "Ma Retraite" (woonhuis van de familie
Claus), gedeeltelijk gelegen in de gemeente Kloetinge, met de
bijbehoorende gronden, groot ongeveer 1.20 Hectare. De raad van Goes
heeft daarmede goed werk verricht (Goessche
Courant van 22 januari 1932). Het lot van Ma Retraite blijft nog even
ongewis. Het
gerucht ging dat "Ma Retraite" gesloopt zou worden, omdat op dien
mooien stadshoek een blok huizen zou verrijzen. Het Dagbl. v. Zeel.
meldt, dat dit gelukkig niet juist is. Bij gemeentewerken zijn
aanvragen binnengekomen voor den bouw van een villa en twee dubbele
heerenhuizen. Meer niet. Komt men tot een accoord, zoover is het echter
nog niet, dan pas gaat "Ma Retraite" tegen den grond (De
Zeeuw van 10 september 1935). Nog geen maand later (9 october 1935)
moet dezelfde krant echter melden: Het
is thans zeker, dat het heerenhuis Ma Retraite aan den Patijnweg
alhier, wordt afgebroken. In een advertentie in de Zeeuw
van 14 october 1935 bieden B&W van Goes de afbraak van het groote
heerenhuis "MA RETRAITE" aan den Patijnweg te Kloetinge bij Goes
te koop aan.
Maar daarmee was Goes er nog niet.
In 1934 kwamen Gedeputeerde Staten van Zeeland met een plan om de
grenzen van enkele Zuid-Bevelandse gemeenten te wijzigen. De grens
tussen Goes en Kloetinge zou een stukje naar het oosten opschuiven,
zodat Goes meer ruimte zou krijgen. De
huizen aan Vogelzangsweg en Heernisseweg komen ook bij Goes. Wat de
Patijnweg betreft, hier komt de grens ongeveer achter den eersten
boomgaard achter Ma Retraite, welke boomgaard de gemeente Goes reeds in
eigendom heeft. De Patijnweg blijft dus voor het grootste deel tot
Kloetinge behooren (De Zeeuw van 13 november 1934). Deze
plannen stuitten echter op ernstige bezwaren van de gemeenteraad van
Kloetinge. Kloetinge wilde geen gebied afstaan (De Zeeuw van 16 october
1935). In 1938 ligt er een nieuw plan op tafel: de grens zou nog verder
naar het oosten verschuiven: tot aan de Lewestraat, zodat de hele
Patijnweg zou toevallen aan Goes (Middelburgsche Courant van 7 maart
1938). Groote
uitbreiding van Goes ten koste van Kloetinge-
schrijft De Zeeuw (8 maart 1938). Deze uitbreiding omvatte
ook gebied ten zuiden van de spoorlijn (omgeving Buys
Ballotstraat) -
vooral die grenswijziging lag gevoelig. De gemeenteraad van Kloetinge,
onder voorzitterschap van burgemeester Zandee, wijst de voorgestelde
grenswijziging met algemene stemmen af (Middelburgsche Courant van 22
april 1938). Burgemeester Zandee brengt de Kloetingse bezwaren te berde
in een openbare vergadering van Gedeputeerde Staten (Middelburgsche
Courant van 26 juni 1938). Aan het eind van 1939 is er aan de lijdensweg ... van de
uitbreiding in de richting Kloetinge ... nog steeds geen einde te
zien
(Middelburgsche Courant van 30 december 1939). In maart 1940 hakt de
minister de knoop door: ten zuiden van de spoorlijn behoudt Kloetinge
de omgeving Buys Ballotstraat - ten noorden van de spoorlijn verschuift
de
grens naar het oosten tot aan de Lewestraat, zodat vrijwel de hele
Patijnweg zal gaan behoren tot Goes. Het is dus te verwachten, dat
het wetsontwerp, zoo gewijzigd, thans eindelijk binnenkort in de Kamer
zal komen
(Middelburgsche Courant van 4 maart 1940). Ruim twee maanden
later
breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Daarmee komt de uitbreiding van Goes
voor jaren stil te liggen.
C. DE STRAAT
Van dhr. M.L.
Zandee, achterneef van bovengenoemde burgemeester Zandee van Kloetinge
en evenals ik woonachtig in de Van Dusseldorpstraat, kreeg ik de
volgende interessante foto's.
Deze
luchtopnames
zijn gemaakt door de geallieerden in 1944. Ze waren
geïnteresseerd
in de spoorlijn met het oog op de troepentransporten. De spoorlijn is
te zien als de ongeveer horizontale baan midden over de linker foto en
onderaan de rechter foto; direct langs de spoorlijn zien we de woningen
van de Patijnweg. De licht gebogen weg die de spoorlijn kruist is de
Voorstad / Kloetingseweg. Het grote gebouw met het lichte dak is de Van
Dusseldorpschool. Op de rechter foto zien we daarboven de
Geraniumstraat, evenwijdig aan elkaar noordwaarts de Leliestraat en de
Tulpstraat, en haaks daarop de Vogelzangsweg. Maar de Van
Dusseldorpstraat, evenwijdig aan spoorlijn en Patijnweg, was er toen
(1944) nog niet. Vergelijk de rechter foto met de
huidige plattegrond van dezelfde omgeving:
Na
de oorlog had de gemeente Goes grote plannen: er zou een nieuwe wijk
Oost verrwijzen, ontsloten door onder andere een straat
vernoemd
naar de betreurde burgemeester Van Dusseldorp. Het moest een straat met
allure worden. Helaas - zoals wel vaker - moest de begroting worden
bijgesteld. In de PZC van 22 november 1949 lezen we:
De
uiteindelijke vergoeding voor onteigening in het bouwplan Oost zal
belangrijk hoger komen dan verwacht werd, daarom is gezocht naar een
weg tot verlaging van de kosten voor de grond. De Dusseldorpstraat is
enkelbanig geworden en de middenbeplanting vereenvoudigd.
Daar staat tegenover dat de nieuwe Van Dusseldorpstraat een primeur
krijgt: de eerste hoogbouw van Goes! Op 30 mei 1952 schrijft de PZC:
Dan willen B. en W.
meewerken aan de financiering van een flatgebouw, het eerste
flatgebouw, dat in Goes zal verrijzen. Een
aannemersfirma wil dit gebouw. dat in drie woonlagen twaalf woningen
zal bevatten - met daarbij vier garages - bouwen aan de Burgemeester
Dusseldorpstraat - hoek Bergweg.
En de bouw verloopt voorspoedig, want op 5 januari 1953 schrijft de PZC
al:
EEN FRAAI COMPLEX.
EERSTE
FLATGEBOUW TE
GOES NADERT
ZIJN VOLTOOIING
Wellicht einde
Februari voor
bewoning gereed.
Wanneer door vorst of andere tegenslagen geen stagnatie optreedt,
zal over een paar maanden het eerste flatgebouw in Goes
betrokken
kunnen worden. In de gemeenteraad werd in het nabije verleden reeds
enkele malen gewezen op de wenselijkheid van verdiepingsbouw en in de
zomer van 1952 deelden B. en W. aan de raad mede, dat in verband met de
inkrimping van de beschikbare bouwgrond aan étagebouw niet
viel
te ontkomen. De fa. Heijkamp II nam het initiatief tot de bouw van de
eerste flat op de hoek Burgemeester Van Dusseldorpstraat-Bergweg. Nu
dit drie verdiepingen hoge gebouw zijn voltooiing nadert, mag zeker
reeds geconstateerd worden, dat dit complex van twaalf woningen, mede
door het geslaagde exterieur, in deze omgeving geenszins zal detoneren.
Hoewel het gebouw op het ogenblik nog in de steigers staat en binnen in
de kale kamers en gangen voor de leek nog een grote chaos heerst, kan
toch reeds een idee worden gevormd hoe een en ander er zal komen uit te
zien. De twaalf woningen (in drie woonlagen) krijgen zes bij zes een
gezamenlijke ingang. Een ruime trap, welke eveneens gezamenlijk door de
bewoners zal worden gebruikt, leidt naar de twee bovenverdiepingen.
Voor het overige zijn de woningen alle afzonderlijk ingericht, dus
zonder centrale verwarming, bergruimten e.d., zoals in een flatgebouw
wel plegen voor te komen.
De zes buitenste woonlagen zijn het grootst. Behalve een grote
woonkamer bevat daar iedere verdieping drie slaapkamers, een ruime
keuken, een douchecel en een toilet. De woonlagen in het midden, zijn
over het geheel iets kleiner en tellen behalve een woonkamer, twee
kleine slaapkamers, en eveneens een douchecel met toilet. Voorts
krijgen de bovenbewoners 'n balcon, terwijl aan de achterzijde van het
complex voor alle twaalf woningen een schuurtje is gebouwd met
daarnaast nog vier garages.
Wanneer straks alles gereed zal zijn, zal Goes met deze eerste flat
ongetwijfeld een aantrekkelijk bouwwerk rijker zijn.
Zoals bekend heeft de gemeente Goes van dit complex negen woningen in
drie woonlagen alsmede drie garages aangekocht. Het resterende deel
blijft het eigendom van de aannemersfirma. De huren zullen van ca. f
53.50 - f 65 per maand variëren.
Binnenkort zal worden voortgegaan met verdiepingsbouw, door de bouw van
8 beneden- en 16 bovenwoningen aan de C. de Graaffstraat.
En het blijft niet bij één flatgebouw; op 22
augustus 1953 lezen we in de PZC:
Tweede flatgebouw in
Goes.
Extra
bouwvolume voor
personeel Herverkavelingsdienst.
B. en W. van Goes stellen aan de raad voor, een tweede flatgebouw aan
de Van Dusseldorpstraat - hoek Bergweg te doen bouwen. In verband met
de vorming van een dienst herverkaveling voor de gehele provincie, met
standplaats Goes, zullen namelijk een 7-tal ambtenaren hier gehuisvest
moeten worden. Hiervoor werd een extra-bouwvolume toegekend.
Met een klein gedeelte van de onlangs toegewezen bouwvolume van 20
woningen, is het mogelijk 12 woningen te bouwen. B. en W. zijn van
oordeel, dat een goede oplossing hiervoor gevonden kan worden door het
bouwen van een tweede flat, als pedant [bedoeld waarschijnlijk:
pendant] van de aldaar reeds aanwezige flat. Daardoor zou ter plaatse
een zeer goede bebouwing worden verkregen. In tegenstelling met de
eerste flat is het de bedoeling deze te doen bestaan uit twee typen
woningen en wel met resp. zes en zeven slaapplaatsen. Eveneens dienen
aldaar vier garages te worden gebouwd.
Voor deze bouw zal een architect worden ingeschakeld, terwijl een
openbare aanbesteding zal plaats vinden.
Deze flatgebouwen staan er nog steeds. De gevel-ornamenten tonen dat
men "iets bijzonders" wilde bouwen.
D. DE SCHOLEN
Hierboven noemde ik al de Van Dusseldorpschool, die er al
zo'n 10 jaar eerder was dan de Van Dusseldorpstraat.
Toen ik zelf in de jaren '60 op het toenmalige Christelijk Lyceum aan
de Bergweg zat, hadden we af en toe gymnastiek in de gymzaal van de Van
Dusseldorpschool (omdat het Christelijk Luceum gymruimte te kort kwam).
Aan de Van Dusseldorpschool was vastgebouwd het indrukwekkende Goes
Lyceum. Op
9 october 1958 schrijft de PZC over de uitbreiding van verschillende
Goese scholen.
Ook
het Goese Lyceum is uit het gebouw aan de Alb. Joachim-kade gegroeid.
De schetsplannen voor de bouw van een nieuwe school, die op een terrein
aan de Vogelzangsweg, de Bergweg en de Van Dusseldorpstraat zal
verrijzen, zijn in een vergevorderd stadium. Het
gebouw werd ontworpen door het architektenbureau Rothuizen- 't Hooft en
telde in eerste opzet 24 lokalen, waaronder een gymnastieklokaal (PZC
van 4 februari 1960). Tijdens de bouw overleed een timmerman aan een
hartverlamming (PZC van 31 januari 1961). De PZC spreekt van een kolossaal complex
en van een gigantisch
bouwwerk, met kolossale
afmetingen. Zo heeft het gevelfront met de hoofdingang aan de Van
Dusseldorpstraat een lengte van 91 meter, de gevellengte langs de
Irenestraat [thans: Fransen v. d. Puttestraat] bedraagt
89 meter. ... Enorme hoeveelheden bouwmaterialen zijn nodig om een
dergelijk complex tot stand te brengen. In totaal is er in het gebouw
zeven kilometer elektrische buis verwerkt, hetgeen neerkomt op maar
liefst 21 kilometer draad. Verder is er o.m. gebruikt 1780 kubieke
meter beton met 200 ton betonstaal. Respectabele aantallen. Het is dan
ook een imposant complex dat straks ongetwijfeld als een nieuwe parel
gevoegd kan worden bij de reeks van fraaie schoolgebouwen in Goes (PZC
van 16 augustus 1961). - De
Van Dusseldorp-MULO/MAVO en het Goese Lyceum maakten later deel
uit van de Pontes Scholengemeenschap. Het Goese Lyceum werd voortdurend
uitgebreid met extra
(nood)lokalen en
zelfs met een extra verdieping. Maar verbouwen en uitbreiden heeft z'n
grens. In de zomer van 2014 is het Goese Lyceum verhuisd
naar een fraai nieuw gebouw aan de andere kant van de Oranjeweg. Het
grote gebouw aan de Van Dusseldorpstraat is in de winter 2014/5
afgebroken. De kavel heeft jarenlang braak gelegen. In 2018 aan de
westkant van de lege kavel het nieuwe Medisch Centrum Goes (zie onder).
Naast het Medisch Centrum Goes is er nu weer een rechtstreekse
verbinding tussen de Van Dusseldorpstraat en de Tulpstraat. Verder zijn
er in 2019-2020 woonhuizen gebouwd.
Ook aan het eind van de Van Dusseldorpstraat staat een schoolgebouw.
Deze locatie heeft een boeiende onderwijsgeschiedenis. Tot begin jaren
'80 stond daar de Voetius-school: school voor ULO, later MAVO op
reformatorische grondslag. Vanaf begin jaren '80 was de Christelijke
Scholengemeenschap Ter Welle er gevestigd met de opleidingen MDGO
(Middelbaar Dienstverlenend en Gezondheids Onderwijs: een opleiding tot
apothekers-, dokters- of tandarts-assistente en tot bejaarden-,
gezins-, kraam-, of lichamelijk gehandicaptenverzorgende) en MHNO
(Middelbaar Huishoud- en Nijverheids Onderwijs). Deze informatie
ontleen ik aan een artikel in de PZC van 13 januari 1986 over de
jaarlijkse Open Dag. Eind jaren '80 gingen het Christelijk Lyceum, de
De Casembroot-mavo en Ter Welle samenwerken in
één brede
christelijke scholengemeenschap: het Buys Ballot College. Daardoor zou
de locatie aan de Van Dusseldorpstraat vrij komen. Er is sprake van
geweest dat Groot Stelle (de vroege ambachtsschool aan de Bergweg) dit
zo dichtbij gelegen schoolgebouw zou kunnen gebruiken (PZC van
18
maart 1988). Maar toen in 1992 het Christelijk Lyceum zijn oude
schoolgebouw (waarin ik zelf les heb gehad) verving door een nieuw, was
de school aan de Van Dusseldorpstraat hard nodig als tijdelijke
lesruimte (PZC van 15 april 1992). Nadat de lyceïsten weer
waren
vertrokken, onderzocht de gemeente Goes de mogelijkheid om het
vrijgekomen pand te gebruiken voor de openbare basisschool De
Zuidwesthoek (PZC van 24 juni 1997). Uiteindelijk betrok het Hoornbeeck
College (reformatorische school voor middelbaar beroepsonderwijs) het
gebouw. Omdat het te klein en verouderd was, verrees in 2003 op
dezelfde plaats een gloednieuw Hoornbeeck College (PZC van 29 augustus
2002) - een gebouw dat enkele jaren later ook al weer te klein bleek te
zijn (PZC van 7 december 2007).
Tenslotte nog dit. Naast de genoemde scholen aan de Van
Dusseldorpstraat zelf zijn er in deze buurt nog tal van andere lagere
en middelbare scholen gevestigd. Tijdens het schooljaar komen er elke
dag vele honderden kinderen en jongeren door de straat. Denkend
aan barre verhalen over "de jeugd van tegenwoordig" (verhalen
die
overigens van alle tijden zijn) zou je wel enige overlast verwachten.
Het tegendeel is het geval. In meer dan 20 jaar heb ik van al deze
schooljeugd in de buurt nooit enige hinder ondervonden. Waarvan acte! -
En tijdens de schoolvacanties? dan is het gewoon stil in de Van
Dusseldorpstraat.
E. HET
GEREFORMEERDE
BEJAARDENTEHUIS SCHILD EN HOF.
Ongeveer op de plek van de vroegere hofstede Welgelegen, dicht bij de
Voorstad, bevond zich van 1960 tot 1988 het gereformeerde
bejaardentehuis Schild en Hof. Over de opening schrijft de PZC op 30
december 1960:
Mijlpaal in historie van Geref.
Kerk
Gereformeerd
bejaardentehuis te Goes officieel geopend.
Burgem. dr.
J.W. Noteboom ontsloot toegangsdeur
GOES - "U heilig, Gods lam loven wij" [!]. Met het staande zingen van
dit vers hebben de aanwezigen aan het slot van de stijlvolle
bijeenkomst in de Oosterkerk ter gelegenheid van de officiële
opening van het nieuwe gereformeerde bejaardentehuis "Schild en hof"
spontaan uiting gegeven aan hun blijdschap en dankbaarheid over hetgeen
tot stand is gekomen. Dat gebeurde gistermiddag; luttele ogenblikken
later ontsloot de burgemeester van Goes, dr. J.W. Noteboom de
toegangsdeur van het riante en uiterst moderne bejaardentehuis. Tevoren
had de burgemeester in een sympathieke toespraak het bejaardenvraagstuk
uitvoerig belicht. Het was een groots moment voor gereformeerd Goes,
voor kerkeraad, voor stichtingsbestuur, voor de gemeente en, niet in de
laatste plaats, voor de bejaarden. Zij vinden immers op hun levensavond
in dit tehuis een schild en een hof, In een goede christelijke sfeer.
Ook betekende de opening van dit tehuis, dat verrezen is op de hoek
Voorstad-Patijnweg een grote mijlpaal in de historie van de
Gereformeerde Kerk van Goes. Geen wonder, dat tijdens de bijeenkomst in
de stemmig versierde Oosterkerk de dank en de blijdschap de boventoon
voerde. Een select gezelschap genodigden was daar bijeen. Nadat ds. E.
Jansen een korte meditatie had uitgesproken n.a.v. Ps 146 van Mattheus
6 vers 1 tot 4 [!] kon hij o.m. verwelkomen: burgemeester Noteboom en
zijn echtgenote, twee van de drie wethouders, enkele raadsleden,
afgevaardigden van de classis Goes der Geref. Kerken, van de
Ned.
Herv. en de Vrij [!] Evangelische Gemeente ter plaatse en van het
hervormde rusthuis "Randwijk", (aanvankelijk zou dr. C. Stam de
bijeenkomst leiden, maar door ziekte kon hij niet aanwezig zijn.
Besloten werd, als blijk van medeleven hem een fruitmand te zenden.)
Verleden -
heden
Burgemeester Noteboom trok in zijn betoog een lijn van het verleden
naar het heden met betrekking tot de bejaardenzorg. "In het Frans
Halsmuseum te Haarlem, welk gebouw in de tijd van de republiek een
bejaardentehuis was, zijn twee regentenstukken te zien", zo begon de
burgemeester. "Zij worden het beste werk van de schilder genoemd. Toch
zijn de stukken afschuwelijk. In alle schrielheid wordt de
bejaardenzorg uitgebeeld". Verder noemde dr. Noteboom een boek over de
kerkhistorie uit die tijd van een Duitse schrijver waarin andere
opvattingen staan opgetekend. Twee gedachten, die lijnrecht tegenover
elkaar staan. Wat de huidige tijd betreft, is er veel in gunstige zin
veranderd. Maar toch ook in ongunstige zin. De Goese burgemeester
noemde enkele voorbeelden. Als gunstig betitelde hij het hoger worden
van de gemiddelde leeftijdsopbouw der bejaarden. "De keerzijde is: Het
vraagstuk van bejaardenzorg is groter geworden." Een ander aspect
noemde spreker de ouderdomsvoorzieningen e.d. onmiddellijk gevolgd door
de schaduwzijde: in vele gevallen worden de bejaarden meer vereenzaamd
dan vroeger. Als een derde, gunstig facet stipte de burgemeester de
enorme belangstelling van het bejaardenprobleem aan. "Maar", zo zei de
burgemeester, "aan de andere kant is de behoefte veel groter geworden."
Nog een voorbeeld noemde de burgemeester: Het woord tehuis roept vaak
een schrikbeeld op. Naast dit contra is er ook een pro: In alle nieuwe
bejaarden-tehuizen zijn de plaatsen volgeboekt. Hoe komt dat nu? Dr.
Noteboom meende, dat de feitelijke behoefte veel groter is dan valt af
te leiden uit de algemene gezindheid. Ten slotte sprak de burgemeester
namens het gemeentebestuur zijn grote blijdschap uit over de
totstandkoming van dit complex, een aanwinst voor de Geref. Kerk en
voor de stad Goes en omgeving.
Historie
Het was daarna ds. E. Jansen, die in de historie dook. Hij riep de
datum van 28 december 1947 in herinnering, toen het rusthuis aan de
Westwal werd gesticht. En noemde in dit verband enkele namen: W.J. van
Doeselaar en B.P. Davidse. "Een stukje eenvoudig werk is uitgegroeid
tot zaad, tot vruchtbaar werk", aldus ds. Jansen, die verder
het
kerkeraadsbesluit van 16 december 1958 memoreerde: De bouw van een
nieuw bejaardentehuis. Bergen werk zijn hierna verzet. Hij betitelde de
heer J.J. van Antwerpen, voorzitter van de bouwcommissie en thans van
het stichtingsbestuur als de grote "voorwerker" en de heer J. Oranje,
die geheel pro deo het ontwerp voor dit tehuis maakte (dat zelfs buiten
onze provincie de aandacht heeft getrokken) deelde eveneens in de
hulde. Ds. Jansen vergat ook de dames niet, met een joviaal gebaar bood
de predikant zowel mevr. Van Antwerpen als mevr. Oranje een fraai
bouket aan.
Verder dankte ds. Jansen allen, die aan de bouw een steentje hadden
bijgedragen. Voor de toekomst gaf hij de beste wensen mee voor mej.
Ketel, de directrice met haar acht assistentes en home (hof) zullen
vinden [!].
Toen was het woord en de daad aan de gemeente zelf. Spontaan waren
gelden ingezameld voor enkele geschenken. Het verbluffende resultaat:
Een televisietoestel, een bandrecorder en een tuinameublement. Met een
ovationeel applaus werden deze cadeaus door de aanwezigen "begroet".
Felicitaties
Gelukwensen werden uitgesproken door ds. C. Metselaar, namens de Ned.
Herv. en Vrij Evang. Gemeente, door de heer Van de Vrede, namens het
bestuur van "Randwijk" en door de heer J. v.d. Linde uit Kloetinge, de
hoofdaannemer, die nog enkele stoelen aanbood. De heer M.D.A. Glerum,
hoofdingenieur-directeur van de dienst Bouwnijverheid en
Volkshuisvesting, sprak in zijn felicitatiestoespraak van een wonder.
"Twee jaar na het besluit de opening. Dat komt zelden voor." Intussen
was de heer Glerum trots op het feit dat in Zeeland zoveel initiatieven
op het gebied van de bejaardenzorg worden ontwikkeld. Hij vertelde, dat
er in de laatste twee jaar 6 nieuwe rusthuizen zijn gebouwd, twee
werden uitgebreid en drie ingrijpende verbouwingen kwamen tot stand.
De heer Van Antwerpen deelde mee, dat de bouw in totaal rond zeven ton
heeft gekost, dit is f 5000 hoger dan de begroting die anderhalf jaar
geleden was opgesteld. Ook hij bracht hulde aan de heer Oranje. "U
heeft de gemeente een onschatbare dienst bewezen." Voorts zei de heer
Van Antwerpen, dat het aantal gegadigden voor huisvesting de stoutste
verwachtingen had overtroffen. Het tehuis is volgeboekt en er is zelfs
een wachtlijst. En ten slotte bracht hij namens het bestuur dank voor
de geschenken die reeds eerder waren ontvangen; hij noemde o.a. een
huisorgel, servies, spelen, gebakstel en voorts op alle kamers een
bloemstukje bezorgd [!].
Na de bijeenkomst begaf het gezelschap zich naar het tehuis, waarin
plaats is voor 50 bejaarden. De burgemeester kreeg de sleutel van Babje
Oranje en mevr. Noteboom ontving een bouket bloemen. Tegelijkertijd
ging de Nederlandse driekleur fier in top, naast de provinciale en
Goese vlag. Het bejaardentehuis was nu inderdaad officieel geopend.
Het gezelschap heeft daarna met blikken vol bewondering het gebouw
bekeken. En des avonds maakten de gemeenteleden ruimschoots van de
gelegenheid gebruik om het prachtige complex te bekijken.
Ondanks de stijlbloempjes van de verslaggever vallen mij in dit artikel
twee dingen op: het gereformeerde leven dat in deze vorm niet meer
bestaat, en het "bejaardenprobleem" dat tegenwoordig niet
meer zo
genoemd wordt maar nu vele malen groter is dan in 1960. Het
gereformeerde bejaardentehuis Schild en Hof stond op de hoek Patijnweg
- Voorstad - Van Dusseldorpstraat. Op 30 april 1988 werd het getroffen
door een brand (PZC van 2 mei 1988). Schild en Hof had op dat
moment zelf al z'n levensavond bereikt. Op 25 october 1985 had de PZC
al gemeld dat het hervormde Randwijck en het gereformeerde Schild en
Hof gingen fuseren tot het nieuwe protestants-christelijke Randhof. Hoe
het einde van Randwijck in hervormde kring werd beleefd weet ik niet,
maar het einde van het eigen gereformeerde Schild en Hof riep in
gereformeerde kring hevige emoties op (begrijpelijk gezien het
hierboven geciteerde artikel). Het gezamenlijke Randhof werd gebouwd
naast Randwijck, op de hoek 's-Heer Elsdorpweg - Oranjeweg. Na
voltooiing van Randhof werd Randwijck afgebroken; op die plaats verrees
later het complex senioren-appartementen Nassauhof. Op woensdag 21
september 1988 namen de bewoners van Randwijck en van Schild en Hof hun
intrek in Randhof. Daarmee behoorde Schild en Hof aan de Van
Dusseldorpstraat tot het verleden.
F. MEDISCH
CENTRUM DE
PIJLERS
Op de plek waar lang geleden de hofstede Welgelegen en daarna het
bejaardentehuis Schild en Hof zich bevonden, stond sinds 1993 het
Medisch Centrum De Pijlers. Om iets van het verleden te bewaren, werd
in de hal van De Pijlers een glas-in-lood-raam van Schild en Hof
geplaatst. In De Pijlers zijn diverse (para)medische disciplines te
vinden. Soms treedt er enige wisseling op, maar door de jaren heen
kunnen we er terecht bij: de apotheek, een groep huisartsen, een groep
tandartsen en orthodontisten, en een maatschap van fysiotherapeuten.
Alles bij elkaar onder één dak - heel handig.
Ik veroorloof mij tot slot een persoonlijke opmerking. In 1965, toen ik
12 jaar oud was, ging ik in Goes naar het Christelijk Lyceum. Het was
wel handig om dan ook in Goes naar de tandarts te gaan; dat werd de
legendarische tandarts Klinkert op de Grote Markt, later op de
Turfkaai. Bij Klinkert kon je 's morgens vroeg al terecht, dus voor
schooltijd. Toen ik in 1971 in Kampen ging studeren, bleef ik bij deze
praktijk (al moest ik daarvoor met eventuele kiespijn 300 kilometer
reizen). Tandarts Klinkert werd opgevolgd door tandarts De Wit. Ik
bleef patiënt bij tandarts De Wit toen ik in 1983 dominee
in Scharendijke werd (toen moest ik dus 35 kilometer vice versa reizen
voor de halfjaarlijkse controle en eventuele reparaties). Toen ik in
1991 predikant in Goes werd, kon ik op de fiets naar de tandarts, toen
nog steeds op de Turfkaai. Sinds 1993 kon ik lopend naar tandarts De
Wit, die praktijk houdt in De Pijlers, op 200 meter van mijn pastorie (tot ik die in 2018 verliet).
Gebouwen komen en gaan. Het voormalige Medisch Centrum De Pijlers
huisvest nog steeds het Mondzorgcentrum Goes (Van Dusseldorpstraat 1)
van onder andere tandarts De Wit. Maar de meeste medische disciplines
(huisartsen, apotheek, enz.) zijn in het najaar van 2018 de straat
overgestoken en hebben zich gevestigd in het nieuwe en moderne Medisch
Centrum Goes (Van Dusseldorpstraat 22-24), gebouwd op het westelijk
deel van het terrein waar voorheen het Goese Lyceum stond (zie boven).
G. DE FRANSEN
VAN DE
PUTTESTRAAT
Een zijstraat van de Van Dusseldorpstraat is de Fransen
van de
Puttestraat: een straat zonder huisnummers (de flats naast deze straat
worden gerekend tot de Bergweg en de Vogelzangsweg). De Goesenaar
Isaäc Dignus Fransen van de Putte (1822-1902) was de eerste
Zeeuwse minister-president (Jan Peter Balkenende zou de tweede worden).
Aanvankelijk wilde hij marine-officier worden, maar hij werd - naar
verluidt wegens wangedrag - van de opleiding gestuurd. Daarom ging hij
varen als lichtmatroos. Tussen 1848 en 1858 deed hij zeer goede zaken
in Nederlands Indië. In 1862 werd hij voor de liberale
richting
lid van de Tweede Kamer; dat zou hij blijven tot 1880 (onderbroken door
zijn perioden als minister). In 1863 werd hij minister van
koloniën en in 1866 minister-president, maar binnen vier
maanden
bracht zijn partijgenoot Thorbecke zijn kabinet ten val. Van 1872 tot
1874 was hij opnieuw minister-president. In deze kabinetsperiode brak
de Atjehoorlog uit. Van 1880 tot 1902 was hij lid van de Eerste Kamer.
Fransen van de Putte was een scherp en
levendig debater, van het type "ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik
zeg". Minder lovend was Multatuli: Nooit
openbaarde zich de Nederlandse geldaanbidding op brutaler wijs. ... Het
Nederlandse volk wist van de heer Van de Putte alleen, dat hij in
Indië rijk was geworden nog spoediger dan vele anderen ...
H. DE VREDESKERK AAN HET
DS. W.H. VAN DER VEGTPLEIN
Op de hoek Bergweg - Van Dusseldorpstraat - Van Mellestraat bouwde de
Gereformeerde Kerk van Goes in 1956 een tweede kerkgebouw. Omdat de
bestaande kerk aan de Westwal stond en de nieuwe kerk in Goes Oost,
kregen de twee kerken de nuchtere maar duidelijke namen Westerkerk en
Oosterkerk. De Oosterkerk werd neergezet als een zakelijk vierkant
gebouw, met de mogelijkheid van verdere uitbreiding naar de kant van de
Bergweg. De kerk heeft fraaie ramen: het gekleurde raam dat Christus in
Gethsemane verbeeldt, en de gezandstraalde ramen met christelijke
symbolen zoals de vier dieren uit Openbaring 1 die de vier
evangelisten symboliseren. Op 1 november 1956 vond de feestelijke
opening van de Oosterkerk plaats. Een jaar later werd het Flaes-orgel,
oorspronkelijk gebouwd voor de Oudezijdskapel in Amsterdam, in gebruik
genomen. Sindsdien is de kerk steeds intensief gebruikt. Aan de goede
sfeer in de Oosterkerk hebben de achtereenvolgende kosters een
belangrijke bijdrage geleverd: tot 1980 koster Willem Wagenaar, van
1980 tot 2005 koster Warner Elema en sinds 2005 koster Simon van Keulen.
In 2000 gingen hervormden en gereformeerden in Goes Samen-op-Weg. De
Oosterkerk werd één van de drie kerkgebouwen van
de
Protestantse gemeente (naast de Grote of Maria Magdalenakerk en De
Hoogte). Maar het aantal kerkgangers nam met de jaren iets af en
gebouwen kosten veel geld. Bovendien en vooral groeide het verlangen om
als één gemeente te kerken. In 2014 werd besloten
om de
Oosterkerk te maken tot de thuisbasis van de Protestantse gemeente,
zowel voor de kerkdiensten als voor alle doordeweekse activiteiten.
Maar in de stookloze maanden juni tot en met september plus op
feestdagen zijn de kerkdiensten in de Grote Kerk. In 2014/5 werd de
Oosterkerk - onder de bezielende leiding van kerkeraadsvoorzitter Harry
van Waveren - ingrijpend gerenoveerd en uitgebreid met
één (jeugd)zaal - overigens niet aan de kant van
de
Bergweg, maar aan de Van Mellestraat. Het resultaat van de renovatie
overtreft alle verwachtingen! Op 18 april 2015 werd de vernieuwde kerk
feestelijk in gebruik genomen.
Bij een nieuwe start van de gemeente in een vernieuwd kerkgebouw hoort
een nieuwe naam. Zonder veel discussie koos de kerkeraad voor de naam
Vredeskerk. Voor die naam kunnen we denken aan drie motieven:
a) De aangrenzende straten zijn vernoemd naar Goese verzetsstrijders
die tijdens de bezetting hun leven gaven voor vrijheid en vrede: Job
Daniël van Melle (1897-1945), Jacobus Klaaysen (1899-1945),
Marinus Dignus de Groot (1900-1944), Cornelis de Graaff (1914-1944) en
Pieter Cornelis Quant (1902-1944). Ook Nicolaas Corstanje (1919-1944)
werd door de Duitsers gefusilleerd; maar na de oorlog wilde zijn
familie niet dat naar hem een straat zou worden vernoemd, omdat enkel
God alle eer toekomt.
b) In de maanden dat een naam voor de vernieuwde kerk werd gekozen,
bepaalde oorlogsgeweld het nieuws. In Oekraïne werd vlucht
MH17
neergeschoten. In het Midden-Oosten voerde Islamitische Staat oorlog in
Syrië en Irak. In Gaza stonden Israëli's en
Palestijnen
tegenover elkaar. Nederlandse militairen
vochten in Mali. Al dit oorlogsnieuws versterkte het verlangen naar
vrede.
c) De Bijbel belooft ons een toekomst van vrede. Het laatste woord van
de zegen is vrede: en
geve u vrede.
De profeten beloven een wereld waarin zwaarden tot ploegscharen zijn
omgesmeed. In de Vredeskerk klinkt in vele toonaarden die belofte van
vrede.
Bij de opening van de Vredeskerk kreeg ook het pleintje
vóór de Vredeskerk, tot die dag een naamloos
stukje Van
Dusseldorpstraat, een eigen naam. Voor voorstel van de Protestantse
gemeente stelde de burgerlijke gemeente Goes de naam Ds.W.H. van de Vegtplein
vast. Willem Hendrik van der Vegt (1895-1944) was sinds 1931 predikant
van de Gereformeerde Kerk van Goes (de kerk op de Westwal dus). Vanwege
zijn houding tegenover de bezetter werd hij gezocht door de SD. Op 17
september 1943 raakte hij gewond toen de trein waarin hij reisde als
zich verplaatsend onderduiker, bij Vlake door de Engelsen werd
gebombardeerd. Ten gevolge van zijn verwonding (er waren toen nog geen
antibiotica) overleed hij op 10 februari 1944. In die zin was ook ds.
Van der Vegt een slachtoffer van het oorlogsgeweld en een getuige van
vrede. Zijn dochter Hettie Jiskoot-Van der Vegt onthulde op 18 april
2015 het nieuwe straatnaambord.