ARCHIEF: THEMA-AVONDEN BIJZONDERE ERVARINGEN
Telkens weer vertellen gemeenteleden mij over bijzondere ervaringen uit hun leven, zoals:
- "Zoals wij elkaar ontmoet hebben - dat kan geen toeval zijn. Het heeft echt zo moeten wezen"
- "Die droom bleek later veelbetekenend"
- "Toen, op het ergste van mijn ziekte, heb ik het hemelse licht gezien. Nu ben ik niet bang meer"
- "Ik voelde me door een engel bewaard"
Over zulke ervaringen hielden we in het winterseizoen 2000-2001 een
aantal thema-avonden. We vergeleken verhalen over bijzondere ervaringen
uit het heden en uit de bijbel en we deelden onze eigen verhalen met
elkaar. Wat betekenen dergelijke ervaringen in ons christelijk geloof?
Hieronder het materiaal over het thema "toeval":
TÉ TOEVALLIG OM TOEVAL TE ZIJN?
VERHALEN
EEN EIGEN ERVARING.
Eerder dit jaar. Ik moest een begrafenis leiden in Middelburg. Omdat ik geen auto heb, zou ik per trein reizen. Ik stap het perron op. Juist dan wordt afgekondigd: Er komt geen trein; straks komen er bussen - maar dat kan nog een poos duren. Ik krab achter mijn oor: hoe kom ik nu op tijd in Middelburg? Vind ik zo gauw een taxi? Ik kan de familie toch niet laten wachten!- Juist op dat moment komt collega Rosbergen uit de tunnel. Ha, Gerard! moet je ook met de trein mee? - Ja, ik heb een vergadering in Middelburg. - Maar de trein rijdt niet, hebben ze net omgeroepen! - Nou, dan pak ik de auto maar. Mijn vrouw heeft hem toch niet mee. - Kan ik met je meerijden? Ik heb een begrafenis in Middelburg - Natuurlijk!
Laten, in de auto zeg ik: Dat heeft toch wel zo moeten zijn. Net nu ik echt dringend op tijd moet zijn in Middelburg. Net nu de trein onverwacht niet rijdt. Dat ik jou net nú op het perron tegenkom (anders ontmoeten we elkaar daar nooit!). Dat jij óók richting Middelburg moet (had ook richting Rotterdam kunnen zijn!). Dat jij net ook de beschikking over de auto hebt (je vrouw had hem ook kunnen hebben). Dat jij toch met de trein wilde reizen (je had ook direct de auto kunnen pakken). Opeenstapeling van toevalligheden? - In elk geval was ik prachtig op tijd in Middelburg. Toen ik terug moest, reed de trein weer.
VAN DE INTERNET-PAGINA "TOEVAL":
Fieke:
"Van de week kwam een kandidaat voor een nieuwe ergotherapeut (waarvan ik alleen de naam had gehoord) niet opdagen, naar later bleek omdat de uitnodiging voor het sollicitatiegesprek naar een verkeerd adres was verstuurd. Daarom ging ik maar weer gewoon aan het werk. Ik moest voor een patiënt een instelling bellen en werd daar rechtstreeks doorverbonden met..... de betreffende sollicitant. Ik wist dus absoluut niet dat ze daar werkte. We schrokken er allebei van."
Wilma:
"Plotseling gaat de telefoon. 'Met Wilma'. Ik hoor: 'Hallo, met mevrouw Post'. Ik herken de stem van mijn moeder. 'Ja, wat is er?' 'Wat er is? Waarom bel je me?' antwoordt ze. Ik zeg: 'Ik bel helemaal niet, jij belde'. 'Nee, ik belde helemaal niet, jij belde.' Na enige uitleg bleek dat bij ons beiden de telefoon tegelijkertijd was overgegaan, zonder dat een van ons had gebeld."
"Ik ben met vakantie in Beieren bij een vriendin. Man en dochter (7 jaar) zijn met mij bij een blauw onderaards meertje. Op de parkeerplaats roept mijn dochter plotseling 'Oma, oma!' Ik denk dat ze ons voor de gek houdt. Opnieuw roept ze 'Oma, oma!' Als ik er aandacht aan schenk, zie ik mijn moeder daar plotseling uit de bus stappen van het reisgezelschap waarmee ze een rondreis door Europa maakt. Deze synchrone voorvallen heb ik veel vaker bij mijn moeder."
Natasha:
"Een kennis van mij met een krap budget en 3 kinderen moest laatst naar de bank om een groot bedrag op te nemen. Daar aangekomen kon ze nergens haar pasje vinden. Diezelfde avond vindt ze haar pasje en zegt tegen zichzelf: 'God zal wel een reden hebben waarom ik het pasje niet kon vinden'. 's Nachts wordt er ingebroken en haar handtas wordt meegenomen. Als ze het geld had opgenomen zou ze bijna niets over hebben gehouden. Toeval bestaat niet!"
----------------------------------------------------------------------------------
TÉ TOEVALLIG OM TOEVAL TE ZIJN?
ESTER 6:1-13
Wat vooraf ging: De Jood Mordechai weigert te buigen voor de Perzische minister Haman. Daarop besluit Haman Mordechai op te hangen en alle Joden uit te roeien.
Kruis in het onderstaande bijbelverhaal alle punten aan die té toevallig zijn om toevallig te zijn.
Zelf vond ik er een stuk of zeven.
1 Die nacht kon de koning (koning Ahasveros van Perzië) niet slapen. Daarom gaf hij opdracht het boek te halen waarin alle gedenkwaardige gebeurtenissen vermeld stonden. Daaruit liet hij zich voorlezen. 2 Het was toevallig het gedeelte waarin verhaald stond dat Mordekai twee kamerheren, Bigtan en Teres, ontmaskerd had. Zij waren de twee bewakers van de koninklijke vertrekken die een aanslag hadden beraamd op koning Ahasveros. 3 'Is Mordekai daarvoor onderscheiden?' vroeg de koning. 'Dat is niet gebeurd, majesteit,' antwoordden zijn kamerdienaren. 4 'Wie is er in de hof?' vroeg de koning. Op dat ogenblik betrad Haman juist de buitenste hof van het paleis; hij wilde de koning vragen Mordekai te laten hangen aan de paal die hij voor hem had opgericht. 5 'Haman is er,' antwoordden de hofdienaren. 'Laat hem binnenkomen!' beval de koning. 6 Haman kwam binnen en de koning vroeg: 'Hoe dient de koning iemand te behandelen aan wie hij eer wil bewijzen?' Haman dacht bij zichzelf: 'Wie anders dan mij zou de koning eer willen bewijzen?' 7 En hij antwoordde: 'Iemand die de koning eer wil bewijzen? 8 Laat men voor hem een koningsmantel halen, een mantel die alleen de koning draagt, en een paard waarop alleen de koning rijdt en dat op zijn hoofd de koninklijke rozet draagt. 9 Stel mantel en paard ter hand aan een van de voornaamste dienaren van de koning. Die moet de man die de koning eer wil bewijzen de mantel omhangen en hem op het paard over het stadsplein rondleiden en daarbij uitroepen: Zo behandelt de koning iemand die hij eer wil bewijzen!' 10 Toen zei de koning tegen Haman: 'Haal snel de mantel en het paard en doe met de Jood Mordekai wat u zojuist hebt voorgesteld. Hij zit in de Paleispoort. Laat niets van wat u hebt gezegd achterwege.' 11 Haman haalde de mantel en het paard. Hij hing Mordekai de mantel om, leidde hem rond over het stadsplein en riep uit: 'Zo behandelt de koning iemand die hij eer wil bewijzen!' 12 Na afloop ging Mordekai terug naar de Paleispoort en Haman haastte zich naar huis. Van ellende hield hij zijn gezicht verborgen. 13 Aan zijn vrouw Zeres en zijn vrienden vertelde hij alles wat er gebeurd was. Zijn raadgevers en zijn vrouw Zeres antwoordden: 'Als Mordekai tot het joodse volk behoort, zul je het tegen hem moeten afleggen. Je nederlaag van vandaag is dan het begin van je ondergang.'
Voor Hamans vrouw en vrienden is
het gebeurde
geen toeval: "het heeft zo moeten wezen".
De bijbelschrijver suggereert dat ook, maar
zegt
het niet uitdrukkelijk. Hoe denken we er over?
Kent u bijbelverhalen waarvan je zeker
niét kunt
zeggen: "het heeft zo moeten wezen"?