DEBORAH
TANNEN: Je
begrijpt me gewoon niet.
Hoe mannen en vrouwen met elkaar praten. Amsterdam, 1999 (14e
druk), 313 pag. tekst + 33 pag. noten, bibliografie
en
register.
DEBORAH FRANCES TANNEN (geboren 1945) is een Amerikaanse
sociolinguiste. Zij heeft onderzoek gedaan naar de structuur van
gesprekken tussen mensen. In haar succesvolle boek Je begrijpt me gewoon niet beschrijft
Tannen de verschillende conversatiestijlen van mannen en
vrouwen, en de manier waarop het verschil in stijl tot misverstanden
kan leiden. De meer dan 300 pagina's van dit leesbare boek laten zich
samenvatten in twee conclusies:
- Mannen
spreken informatiegericht ten einde hun eigen status te bevestigen of
te vergroten. Voorbeeld: Mannen
hebben de neiging om in een gesprek of bijeenkomst een informatief
betoog af te steken. Daarmee plaatsen ze zichzelf in de positie van de
leermeester en de andere aanwezigen in de positie van de leerlingen.
- Vrouwen
spreken contactgericht ten einde hun onderlinge verbondenheid te
bevestigen of te vergroten.
Voorbeeld: Vrouwen
delen graag met elkaar hun gevoelens (zowel positief als negatief) om
elkaars gevoelens te bevestigen. Daarmee versterken ze de onderlinge
verbondenheid.
De termen informatiegericht
en contactgericht
staan onder meer op pag. 249, maar de gedachte loopt door het hele boek
heen.
Deze verschillende communicatie-structuren van mannen en vrouwen leiden
tot allerlei misverstanden. Het boek staat er vol mee. Voorbeeld:
Een man komt
thuis van zijn werk en vertelt weinig. De bedoeling van de man is: "ik
heb niets bijzonders te vertellen" (informatiegericht).
Zijn vrouw vat zijn zwijgzaamheid op als weigering van verbondenheid (contactgericht).
Gesteld voor het dilemma "eigen status" of "onderlinge verbondenheid"
kiezen we natuurlijk allemaal (vrouwen én mannen) voor
onderlinge verbondenheid - althans in theorie. Haantjesgedrag staat
algauw tegen. Waarom communiceren we dan niet allemaal contactgericht?
TANNEN ziet de resultaten van haar onderzoek als een sociolinguistische
bevestiging van de discriminatie van vrouwen. Zo spreekt ze
bijvoorbeeld over de
ongelijkwaardigheid van de keuzemogelijkheden die open staan voor
vrouwen en mannen (pag. 249).
Daarbij sluit de observatie aan dat in gemengde gezelschappen eerder
vrouwen de mannelijke spreekstijl overnemen dan dat mannen de
vrouwelijke spreekstijl overnemen (pag. 245-249).
Een uitvoerig hoofdstuk (257-293) wijdt TANNEN aan de
communicatie-stijlen van kinderen en jongeren. Op iedere leeftijd vindt
ze overeenkomstige verschillen tussen jongens en meisjes. Dat roept
natuurlijk de aloude vraag op of de meer mannelijke en meer vrouwelijke
spreekstijl zijn aangeleerd of aangeboren. Op die kwestie gaat TANNEN
niet in.
TANNEN benadrukt dat de mannelijke en de vrouwelijke spreekstijl geen
absolute tegenstelling vormen: iedereen
kent vrouwen en mannen die in sommige opzichten meer van de andere
sekse dan van hun eigen sekse weghebben, want ieder mens
is uniek (pag. 308-309).
De moraal van TANNENs verhaal: Het
zou zowel voor vrouwen als mannen nuttig zijn als zij elkaars stijl
leerden. Vele vrouwen zouden van mannen kunnen leren conflicten en
meningsverschillen tot op zekere hoogte te accepteren zonder hierin een
bedreiging van de intimiteit te zien, en vele mannen zouden van vrouwen
kunnen leren onderlinge afhankelijkheid ter accepteren zonder hierin
een bedreiging van hun vrijheid te zien (pag. 309).
Mannen
hoeven niet te gaan communiceren als vrouwen en vrouwen hoeven niet te
gaan communiceren als mannen. Als we maar leren hoe
je elkaars boodschappen moet interpreteren en hoe je je eigen boodschap
moet uitleggen op een manier die je partner kan begrijpen en
accepteren. ... Als mensen zich eenmaal realiseren dat hun
partners een andere spreekstijl hebben, zullen zij verschillen eerder
accepteren zonder zichzelf, hun partners of hun relatie de schuld te
geven (pag. 312).