WIE GOED
DOET ....
De orde van goed en kwaad in het Bijbelboek Spreuken.
1. Het boek Spreuken tekent ons een
ordelijke wereld. Goed en kwaad worden vergolden.
Wie
goed doet, goed ontmoet. Wie een kuil graaft voor een ander, valt
er zelf in (26:27: Wie een kuil graaft, zal erin vallen; en
wie een steen wentelt, op die zal hij terugrollen). Niet
toevallig dat dat ook in het Nederlands een spreekwoord is. De
Spreukendichters geloven in gerechtigheid: de
deugdwordt
beloond en het kwaad wordt gestraft:
12:28: Op het pad der gerechtigheid is leven,
maar de weg der zonde voert ten dode.
11: 31: Zie, aan de rechtvaardige wordt vergolden op aarde,
hoeveel te meer aan de goddeloze en de zondaar!
1: 17: Geen vogel vliegt in het net dat hij heeft zien
spannen, (Groot Nieuws Bijbel)
18: Maar zij (= de goddelozen) raken verstrikt in hun eigen
net, en komen erin om.
Ze waren uit op bloedvergieten, maar hun eigen bloed zal vloeien.
19: Zo vergaat het een ieder die zich oneerlijk verrijkt: het
kost hem zijn eigen leven.
2: 21: Want de oprechten zullen het land bewonen (vgl.
Psalm 37:11 en Mattheus 5:5)
en de vromen zullen daarin overblijven,
22: Maar de goddelozen zullen uit het land worden uitgeroeid
en de trouwelozen zullen eruit worden weggerukt.
Vgl. verder 1:31; 5:22-23; 10: 2, 6; 11: 6-8; 11:21; 12:7,14,21;
13:6; 14:19,32; 24:16,20.
2. Als het boek Spreuken ons beloning en bestraffing leert, dan natuurlijk met een pedagogische bedoeling: dat we het goede zullen doen en het kwaad zullen nalaten!
3. Het lijkt in Spreuken soms of
het leven
"automatisch" eerlijk in elkaar zit; of het goede
"vanzelf" beloond wordt en het kwade "vanzelf"
gestraft. Maar de Spreukendichters weten wel beter. Achter een
rechtvaardige wereld staat een rechtvaardige God:
13:21 Het kwaad vervolgt de zondaren,
maar de rechtvaardigen vergeldt Hij het goede (NBG)
Het is God (ook als Hij niet uitdrukkelijk wordt genoemd) Die het
goede beloont en het kwade straft.
4. Dat de wereld eerlijk in elkaar zit, is makkelijker te geloven voor de rijke man dan voor de arme Lazarus. Veel Spreuken staan op naam van koning Salomo, de vredevorst van overvloed en voorspoed. In het algemeen horen we in Spreuken vooral de wijsheid van de bovenlaag van de samenleving.
5. Lang niet altijd en lang niet voor iedereen is het leven eerlijk en de wereld rechtvaardig. Veel goed wordt nooit beloond en veel kwaad nooit gestraft. Ook daarvan weet de bijbelse wijsheid. Job protesteert ertegen (Job 21: 7: waarom blijven de goddelozen in leven; worden zij oud, nemen zelfs toe in kracht?). Asaf lijdt eraan (Ps 73: ik tobde erover om dit te begrijpen, een kwelling was het in mijn ogen). Prediker wordt er skeptisch door (Prediker 9:2: één zelfde lot treft de rechtvaardige en de goddeloze). Ook sommige Spreukendichters verzuchten dat ze het niet snappen (30:2: ik ben onvernuftiger dan enig mens, en mensenverstand heb ik niet). Dat er tóch tenslotte gerechtigheid is, is niet enkel een kwestie van pedagogiek, maar vooral van geloof.