BOVEN HET WATER IS MACHTIG DE HEER
Een herinnering uit mijn kinderjaren. Deltadammen zijn er nog niet. Ik sta op de zeedijk. Het is springtij. De zee komt steeds hoger tegen de dijk. De vloedplanken gaan in de coupures. Ik kijk naar de huizen daar beneden in de polder. Als nu de dijk doorbreekt, hoe hoog zou het water dan komen: tot aan de goten? nog hoger? Maar de dijk breekt niet door. Nu niet.
Op 1 februari 1953 braken de dijken wel door. Meer dan 1800 mensen verdronken. Overlevenden bewaren onuitwisbare herinneringen. Als predikant in Zeeland heb ik aangrijpende verhalen gehoord. Over de verbijstering en de evacuatie. Over verloren huisraad, verdronken vee, modder en stank. Wie zelf in levensgevaar is geweest of gezinsleden heeft verloren, vertelt vaak veel minder. Maar storm maakt nog altijd onrustig. Ik heb het er niet op als het zo waait.
Eén verhaal blijft mij bij. Het was in de nacht van De Ramp. Woest golfde het water naar binnen. Opeens werd het licht. Midden in de stormnacht. Alsof God Zelf verscheen. We werden doodstil. Vader pakte de bijbel en las Psalm 93:
Stromen verheffen, o HERE,
stromen verheffen hun stem,
stromen verheffen hun bruisen;
Boven de stemmen van vele wateren,
van de geweldige baren der zee,
is de HERE geweldig in de hoge.
Psalm 93 bezingt het Koningschap van de Heer. Hij regeert met majesteit en macht. Hij is Koning van eeuwigheid tot eeuwigheid. Hij garandeert de stabiliteit van de wereld. Ook al verheffen stromen hun stem. Machten van chaos en dood. Het woeden van de elementen is dubbelzinnig. Het kan een loflied zijn voor de Heer (Psalm 96 en 98). Maar voor ons mensen vormt het een bedreiging. Het bulderen van de branding maakt ons bang. De golven kunnen zoveel stuk slaan. Maar hoe ze ook tekeer gaan: de Heer deren ze niet. Hij is machtiger dan het vernietigende water (Psalm 89). Hij is hemelhoog verheven boven de bruisende golven. Hoe het onheil ons mensen ook bedreigt - de Heer staat er bóven. Hij handhaaft de scheppende scheiding tussen zee en land, dood en leven (Genesis 1). Geen vloed zal de aarde meer verderven (Genesis 9). God is machtiger dan het onheil dat ons treft. Dat is een geloofsuitspraak.
Daaruit groeit de verwachting, dat eens Gods Koningschap zichtbaar zal worden. Dan is de chaos bedwongen. De dood zal niet meer zijn. En de zee was niet meer (Openbaring 21).
Psalm 93 trekt een ándere conclusie. Uw getuigenissen zijn zeer betrouwbaar. Gods óvermacht over de chaos blijkt in Zijn goede geboden. Dáárdoor bedwingt Hij het kwaad in onze wereld en ons hart. En heiligheid siert Uw huis. In de eredienst wordt Gods Koningschap gevierd. Ethiek en liturgie in vreze des Heren behoeden het leven.
Voor veel Zeeuwen was het duidelijk: Het zijn geen mensen die het ons aandoen. Daaruit spreekt een eeuwenlange ervaring. Boeren en vissers weten zich afhankelijk van God. Wat zijn wij mensen tegenover weer en wind? Geschiedt er een ramp in de stad zonder dat de HERE die bewerkt? (Amos 3). Sommigen voelden in De Ramp een straf van God. Als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen (Lucas 13).
Tegenwoordig kijken ook de meeste Zeeuwen naar het televisie-weerbericht. De weerman toont de satellietfoto's. Je ziet de depressies wervelen. Storm is voorspelbaar geworden. God komt er niet meer aan te pas. Geen theologie meer, maar meteorologie.
Wij hebben ook onze eigen verantwoordelijkheid. Prof. Rothuizen (geboren Zeeuw) zei nuchter: Als mensen beneden de zeespiegel willen wonen, moeten ze niet de schuld geven aan God. Journalisten doken in de voorgeschiedenis: Waterstaat was gewaarschuwd voor de risico's.
Ná De Ramp námen we onze verantwoordelijkheid. Het Deltaplan maakt Zeeland veilig. Op de Oosterscheldekering staat: Hier gaan over het tij de maan, de wind en wij. We berekenen de invloed van de maan op het tij. We voorspellen de windkracht. En met onze Deltadammen bedwingen we de elementen. Denken we.
Boven het bruisen van vele wateren
boven chaos en dood
boven natuurwetten en elementen
boven menselijk falen en kunnen
boven onze veiligheid en overmoed
is de Heer machtig.
Hij gaat over het tij.
Hij regeert voorgoed.
Ondanks alles - over alles.
Veilig zijn we enkel bij Hem.