WIE IS JEZUS VOOR ONS?

Wie is Jezus?

1. a) Jezus treedt ons in de bijbel tegemoet als een mens die 2000 jaar geleden geleefd heeft: een Joodse man uit een uithoek van Palestina. Op de platen in veel kinderbijbels straalt de goddelijkheid van Hem af, maar zo zag Jezus er historisch zeker niet uit.
b) Jezus wist Zichzelf de Zoon van God: zo sprak God Hem toe bij Zijn doop (Gij zijt Mijn Zoon), zo wees God Hem aan op de berg (deze is Mijn Zoon). Zijn maagdelijke geboorte is daarvan een teken (Lucas 1:35), Zijn opstanding uit de dood het bewijs (Romeinen 1: 4)

2. Het is heel moeilijk om aan deze beide kanten van Jezus tegelijk recht te doen. Het is riskant om te onderscheiden tussen "Jezus als mens" en "Jezus als Zoon van God" - maar wij kunnen beide moeilijk samen-denken. De kerk heeft hier eeuwenlang mee geworsteld en over gevochten. Het concilie van Chalcedon (451) heeft het tenslotte gehouden op 4 ontkenningen: Jezus' Godheid en mensheid zijn onvermengd en onveranderd, ongedeeld en ongescheiden.
3. Enkele aandachtspunten uit de tegenwoordige bezinning:
1. Kan Jezus als Jood Zichzelf Zoon van God genoemd hebben? Hoe ongehoord ook - blijkbaar heeft Hij dat inderdaad gedaan. Het werd de grond tot Zijn veroordeling (Marcus 14:61-64).
2. De Islam verwijt ons te geloven in twee Goden: de Vader in de hemel en de Zoon op de aarde. De kerk heeft nooit twee Goden bedoelt. Maar soms is het wel zo beleefd.
3. Sommige christenen zeggen (Here) Jezus terwijl ze eigenlijk (Here) God bedoelen (bijvoorbeeld ik ben een kind van de Here Jezus). Dat is gelovig bedoeld maar tegelijk verwarrend.

Wie is Jezus voor ons?

4. De schepping van God de Vader zien we om ons heen. Het werk van de Heilige Geest ervaren we in ons leven. Maar tot Jezus hebben we niet direct toegang. Het is eeuwen geleden dat Hij op aarde leefde. Wij verwachten dat Hij wederkomen zal. Maar op dit moment is Hij in de hemel: aan onze waarneming onttrokken. Zalig zij die (Hem) niet zien en toch geloven (Johannes 20:29). In Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien (1Petrus 1:8). Het dichtst is Hij bij ons in het Avondmaal.

5. In de hervormde / gereformeerde belijdenis wordt de betekenis van Jezus voor ons met name uitgelegd in het drie-voudig ambt van Christus. Dat is een uitdrukking die niet rechtstreeks zó in de bijbel staat maar wel een aantal bijbelse gegevens samenvat. Hierover Heidelbergse Catechismus vraag 31:

Waarom wordt Hij (Gods Zoon) Christus, dat is: Gezalfde, genoemd?
Omdat Hij door God de Vader verordend en met de Heilige Geest gezalfd is
a) tot onze hoogste Profeet en Leraar, Die ons de verborgen raad en wil van God aangaande onze verlossing volkomen geopenbaard heeft; en
b) tot onze enige Hogepriester, Die ons met het enige offer van Zijn Lichaam verlost heeft en met Zijn voorbede voor ons steeds pleit bij de Vader; en
c) tot onze eeuwige Koning, Die ons met Zijn Woord en Geest regeert en ons in de verworven verlossing beschermt en bewaart.

6. Jezus als onze Profeet en Leraar. Niet de enige (er zijn meer echte profeten) maar wel de hoogste (Jezus' woord is doorslag-gevend). Jezus openbaart ons Gods wil en bedoeling. Hij leert ons God kennen als onze Hemelse Vader, Die Zijn kinderen liefheeft, voor hen zorgt en hun vergeeft. Tegelijk zijn Jezus' woorden bijzonder weerbarstig. Met de radicaliteit van de Bergrede worstelt de kerk al 2000 jaar (HC zondag 37 getuigt daarvan). Jezus volgen vergt heel veel (bijv. Lucas 14:25-33). Niemand in de bijbel heeft zoveel over de hel gesproken als Jezus.

7. Jezus als onze Hogepriester. Hierin is Jezus uniek (onze enige Hogepriester). Hij heeft Zijn leven voor ons gegeven (Gods verlossing heeft de gestalte van een offer voor ons gebracht). Hij pleit voor ons bij God (een thema dat in het Nieuwe Testament opvallend veel aandacht krijgt: Johannes 17; Romeinen 8; Hebreeën 7; 1Johannes 2). Dit duidelijkste voor ons (= ten behoeve van ons) is tegelijk ook het duidelijkste zonder ons (= zonder dat wij het rechtstreeks kunnen ervaren): wij waren er niet bij op Golgotha en wij zijn er niet bij in de hemel.

8. Jezus als onze Koning. De HC noemt met name Jezus' geestelijke regering (door Woord en Geest) over Zijn gemeente. De bestiering van ons leven was al genoemd bij de uitleg van God de Vader. Het Nieuwe Testament ziet het koningschap van Jezus breder: Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde (Mattheus 28). Jezus is de Overste van de koningen der aarde (Openbaring 1). Hij regeert het wereldgebeuren en de wereldgeschiedenis. - De troost van Jezus' koningschap is in de HC heel persoonlijk: dat Jezus ons bewaart in de verlossing. Niemand kan ons uit Zijn hand roven (Johannes 10:28: de herder is beeldspraak voor de koning).

9. Nog één aanvullend punt. Eeuwenlang had de HEER Zich in het bijzonder verbonden aan het Joodse volk. Hij is de God van Israël. Ook Jezus wist Zich enkel gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls (Mattheus 15:24). Na Zijn opstanding volgt de wereldwijde verbreding: Maakt alle volkeren tot Mijn discipelen (Mattheus 28:19). Zo is in Jezus Christus de zegen van Abraham (in u zullen alle volkeren gezegend worden) tot de heidenen gekomen (Galaten 3:8 en 14). Het geloof in de God van Israël danken wij (als niet-Joden) aan Jezus.

Gz 446: 1, 3, 6 en 7:

O Jezus, hoe vertrouwd en goed
klinkt mij uw naam in 't oor,
uw naam die mij geloven doet:
Gij gaat mij reddend voor;

Mijn herder en mijn held, mijn vriend,
mijn koning en profeet,
mijn priester die mijn schuld ontbindt,
mijn weg waarop ik treed;

O Jezus, hoe vertrouwd en goed
klinkt mij uw naam in 't oor,
als ik van alles scheiden moet
gaat nog die naam mij voor.

O naam, eeuwige ademtocht,
een sterveling ben ik,
als eens mijn eigen adem stokt
dan draagt mij uw muziek.

terug naar praktische geloofsvragen

TERUG NAAR INDEX