WANNEER IS JEZUS JARIG?
Op het Kerstfeest viert de christenheid de geboorte van Jezus.
Oppervlakkig gezien zou je zeggen: Jezus is dus geboren op 25
december. Veel christenen weten wel beter. De datum van 25
december markeert de midwinterzonnewende. De dagen worden niet
meer korter, en na enkele weken zelfs alweer langer. De
Romeinen vierden dat op het feest van de Onoverwinnelijke Zon (Sol
Invictus). Dat feest is later gekerstend tot het Kerstfeest: in
Jezus gaat het Licht der wereld op. Een aansprekende symboliek:
zelf ben ik ieder jaar weer blij als de dagen weer gaan lengen.
Maar het is geen exacte datum van de geboorte van Jezus.
Hetzelfde geldt voor de oudere "Kerst"-datum 6 januari:
het feest van de Verschijning van de Heer (Epifanie), dat wij in
het Westen kennen als Driekoningen. We zingen met Kerst: "Midden
in de winternacht ..." maar uit niets blijkt dat Jezus
midden in de winter is geboren. Integendeel, is wel eens
opgemerkt: dat de herders met hun schapen buiten verbleven (Lucas
2: 8), wijst op een milder jaargetijde. Maar ik weet te weinig
van de veehouderij in het Midden-Oosten uit die tijd om dat
argument te kunnen beoordelen.
Op welke datum en zelfs in welk jaar Jezus geboren werd, weten we
niet. Maar gissingen en speculaties zijn er meer dan genoeg.
Sommigen zoeken een aanknopingspunt in de Ster van Bethlehem uit
het Mattheus-Evangelie. De wijzen (magiërs - astrologen) uit
het
Oosten zeiden: "Waar is de nieuwgeboren Koning der
Joden? Want wij hebben Zijn ster in het Oosten gezien"
(Mattheus 2: 2). Maar wat bedoelden de wijzen met die ster? Er is
wel gedacht aan een (super)nova: een exploderende ster die
gedurende enkele dagen of weken zo helder is dat ze zelfs overdag
is te zien. Helaas is er uit de jaren rond het begin van onze
jaartelling geen zó opvallende (super)nova bekend. Wel is
een
opvallende samenstand (conjunctie) bekend op 16/17 juni van het
jaar 2 vóór Christus van Jupiter (de planeet van
de Oppergod)
en Venus (de planeet van de godin van de Liefde) met Regulus (de
helderste ster van het sterrenbeeld Leeuw) in het Westen. Dat zou
voor de wijzen hebben betekend: de Zoon van God (Jupiter) geboren
(Venus) in Juda (de Leeuw) in het Westen (gerekend vanaf hun
eigen woonplaats). Hoewel het bijbelverhaal verdergaat: "de
ster ging hun voor ... tot ze kwam en stond boven de plaats waar
het kind was". Dat doet eerder denken aan een heldere
komeet, die zich gedurende enkele weken langs de hemel beweegt.
De komeet van Halley is wel genoemd als mogelijke ster van
Bethlehem; helaas is die verschenen in het jaar 12
vóór
Christus en dat is jaren vóór de waarschijnlijke
tijd van de
geboorte van Jezus. In het algemeen is het de vraag of Mattheus
wel zo geïnteresseerd is in data en astronomie.
Een verrassende benadering vond ik in Israël aktueel (februari
2004) van de hand van ds. Glashouwer. Hij baseert zich op het
Lucas-Evangelie (Lucas is meer met data bezig dan Mattheus).
Lucas begint zijn evangelie-verhaal met de oude priester
Zacharias, die dienst doet in de tempel volgens de beurt van zijn
afdeling Abia. Glashouwer noemt als tijdstip van de dienst van de
afdeling Abia: de maand juni.
De engel Gabriël belooft aan Zacharias en Elisabeth de
geboorte
van hun zoon Johannes (de Doper) (Lucas 1: 5-24). Als Elisabeth
in juni / juli zwanger is geworden, zal Johannes geboren zijn in
maart / april. In de zesde maand van de zwangerschap van
Elisabeth (dus in december / januari) belooft Gabriël aan
Maria
de geboorte van Jezus (Lucas 1:26-38). Jezus zou dan geboren zijn
in september/ october. Dat is de tijd van het Joodse
Loofhuttenfeest. Glashouwer verwijst hierbij naar Johannes 1:14: "Het
Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond";
letterlijk staat er: getabernakeld (skenoô)
-
dat zou zinspelen op het Loofhuttenfeest (het feest van de skenai).
Een aantrekkelijke gedachte: in aansluiting bij de Joodse
voorjaarsfeesten Pasen en Pinksteren (Wekenfeest) viert de
christenheid de opstanding van Jezus en de uitstorting van de
Geest - en in aansluiting bij het Joodse najaarsfeest Loofhutten
zou de christenheid de geboorte van Jezus kunnen vieren. De wortels van het Kerstfeest
zouden (opnieuw) in het Loofhuttenfeest gezien moeten worden,
schrijft ook Vreekamp (Eerbied.
De vreze des Heeren als bron van leven, pag. 142 noot 294).