A.JOBSEN, Bileam. Profeet tussen Israël en de volken, Kampen, 1991, 100 pag.
De reeks lezingen (volgens
Kind op Zondag) voorjaar 2000 uit Numeri waren aanleiding om het
boekje van Jobsen te lezen. Het geeft een uitleg van Numeri 20:14-25:18
en is daarmee een (populair) vervolg van Jobsens proefschrift
over Numeri 11:1-20:13. In Numeri 20-25 neemt de figuur van Bileam
een belangrijke plaats in. Ook in buiten-bijbelse bronnen komt
Bileam voor: als een heidense profeet die zich onafhankelijk
opstelt ten opzichte van zijn hoorders (98-99). Daardoor kon zijn
profetische gestalte model staan in een vertelde geschiedenis
waarin het conflict tussen Israël en de volken centraal staat
(99). Uit alle informatie en meditatie die Jobsen in dit boekje
geeft, noem ik drie punten die mij troffen:
1. De geschiedenis van de Engel van de HEER die Bileam als
tegenstander tegemoet treedt (Numeri 22:22-35) heeft
overeenkomsten met de geschiedenis van de nachtelijke
tegenstander die worstelde met Jakob (Genesis 32) en de HEER Die
Mozes onderweg zocht te doden (Exodus 4): verhalen van inwijding
en toerusting (53-54).
2. Jobsen veronderstelt dat de eerste twee zegenspreuken van
Bileam (Numeri 23:7-10 en 18-24) werkelijke woorden van de HEER
zijn, terwijl de tweede twee zegenspreuken (Numeri 24:3-9 en 15-19)
meer eigenmachtige ekstatische (Numeri 24:2) woorden van Bileam
zelf zijn; ook bij Numeri 23:24 heeft Jobsen al twijfels. In de
oorlogszuchtige taal van de latere spreuken hoort Jobsen meer
Bileam dan de HEER (64-65; 69-74).
3. De christelijke kerk vertoont volgens Jobsen al te vaak het
huiveringwekkende beeld van Edom uit Numeri 20:14-21): de broeder
van Israël die zich tegenover Israël vijandig opstelt
(13; 106-107).