IMPACT (Wouter Jong / Marieke van der Post): WERELD VAN VERSCHIL, Amsterdam, 2008, 223 pagina's

Impact is het landelijk kennis- en adviescentrum psychosociale zorg na rampen. Ik kreeg dit boek ten geschenke. Het heeft een poosje op mijn tafel gelegen voor ik eraan begon. Rampen zijn nu niet direct een leuk onderwerp. Maar het boek pakte me wel. Ik ben blij het gelezen te hebben.

Over acht rampen lezen we telkens twee verhalen: op witte rechter-pagina's het verhaal van een getroffene en op linker gele pagina's het verhaal van een hulpverlener of official.
Uit de lijst blijkt dat de rampen sterk uiteenlopen. De tsunami van 2004 maakte wereldwijd honderdduizenden slachtoffers en was wekenlang wereldnieuws. De MKZ-uitbraak van 2001 was een plaatselijk probleem, waarbij niet rechtstreeks mensen omkwamen. Maar voor de veehouders die erdoor werden getroffen, was het evengoed een ramp.

Het boek is voorzien van een waardevolle inleiding. Daarin worden enkele lessen genoemd die zowel getroffenen als professionals aangeven naar aanleiding van hun ervaringen.
Wat heeft dit boek betekend voor mij zelf?
  1. Verhalen van getroffenen raken me. Eén persoonlijk verhaal zegt meer dan enorme aantallen slachtoffers. Wat maken mensen vreselijke dingen mee. Verschillende verhalen gaan over het verlies van een kind - men zegt: het ergste verlies. Onwillekeurig denk je: God beware ons voor een ramp.
  2. Allerlei elementen uit de verhalen van getroffenen herken ik. Ruim 30 jaar na de Ramp (= de watersnoodramp van 1953) werd ik predikant op Schouwen. Verschillende leden van mijn gemeente waren zwaar getroffen door de Ramp: verlies van familie en traumatische ervaringen. - Als predikant ontmoet ik mensen die in de oorlog in Duitsland tewerk gesteld waren en mannen die na de oorlog naar Nederlands Indië werden gestuurd; na hun thuiskomst hebben ook zij geleden onder het gebrek aan erkenning van hun ervaringen.
  3. Een tsunami met honderdduizenden slachtoffers is zonder twijfel een ramp. Maar het verlies van een geliefde door ongeval, ziekte of zelfdoding is evenzeer een ramp. Natuurlijk is er verschil: één stervende kunnen we omringen met zorg en liefde - bij duizenden slachtoffers schiet onze hulpverlening en zorg tekort; bovendien blijven nabestaanden soms dagen of weken in kwellende onzekerheid. Maar het verlies kan vergelijkbaar zijn.
  4. Uit het boek spreekt ook de problematiek van officials en hulpverleners. Daarbij is er onderscheid. Professionele hulpverleners doen gaandeweg ervaring op. Pieter Wiersinga, hoofd van het Nederlandse Rampen Identificatie Team in Thailand na de tsunami was gedurende tientallen jaren betrokken bij de meest vreselijke rampen en ongevallen (pag. 30). - Bestuurders kunnen zich enkel in theorie voorbereiden op een grote ramp. Als de Boeing van El Al neerstort in Amsterdam Zuidoost, staat Ed van Thijn voor een ongekende opgave: Er had nooit iemand rekening gehouden met een vliegramp. Laat staan met een vliegramp op een woonwijk (pag. 202). Ook voor bestuurders geldt: God beware ons voor een ramp.
  5. Rampen leiden (terecht) tot maatregelen en voorschriften. Na de cafébrand in Volendam wordt er in alle kerken en kroegen gecontroleerd op brandveiligheid. Na de legionella in Bovenkarspel worden overal waterleidingen gecontroleerd en doorgespoeld. Nogmaals: terecht. Maar we bereiden ons altijd voor op de rampen die al hebben plaatsgevonden: na de Ramp van 1953 voeren we het Deltaplan uit. Maar doorgaans vergeten we de rampen die nog zullen komen.
  6. Uiteraard trekken de geestelijken (mijn collega's) mijn aandacht. Een slachtoffer van de tsunami werd in besloten kring gecremeerd. Een aalmoezenier van het RIT woonde ongevraagd de afscheidsbijeenkomst bij. Ik had hem eerder een keer aan de telefoon gehad. Het was best een hartelijk gesprek, maar ik had ook aangegeven dat wij zijn hulp niet nodig hadden. Zonder uitnodiging was hij binnengekomen. Marlies heeft daar een ziedende brief over geschreven. Hoe haalt iemand het in zijn hoofd? (pag. 47) - Na de cafébrand in Volendam voelen de ouders van de slachtoffers zich door verschillende instanties in de steek gelaten. De belangrijkste steun kregen we van pastoor Berkhout. Hij had oog voor onze situatie en heeft de ouders van de overleden kinderen bijeengebracht. Hij heeft ons in de laatste twee maanden van Anja's leven goed bijgestaan. ... voor ons zal hij altijd de pastoor van Volendam blijven. De contacten die zijn gelegd gaan zo diep, dat blijft (pag. 119).
  7. Wereld van verschil - ik noem één voorbeeld dat me bijbleef (ook vermeld in de inleiding pag. 16-17). Na de aanslag op Bali verkeren de ouders van een vermiste jongen in grote spanning. Als het RIT na een week terugkomt in Nederland, vraagt de familie of zij iemand van het RIT konden ontmoeten die op Bali had gezocht. 'Ik kreeg te horen, omdat ze na de lange reis eerst moesten uitrusten. Toen werd ik hels. Na al die slapeloze nachten die wij hadden gehad, was men te moe om ons uit eerste hand te vertellen wat men had gezien! (pag. 59). De andere kant spreekt uit het interview met RIT-er Pieter Wiersinga: ons werk bestaat er juist uit dat we gedurende het proces van identificatie proberen te voorkomen dat "iets" verandert in "iemand". Anders wordt het te zwaar om het werk te blijven doen (pag. 47-48). Hulpverlening vereist een zekere distantie.
  8. Wereld van verschil - ons eigen verhaal kan zowel op de rechterpagina's (getroffenen) als op de linkerpagina's (hulpverleners en officials) staan. Beide pagina's kunnen vlak naast elkaar liggen. Als predikant ben ik gelukkig nooit te hulp geroepen bij een grootschalige ramp (hoe ik in zo'n ongestructureerde situatie zou functioneren, zou ik werkelijk niet weten). Regelmatig wordt op mij een beroep gedaan bij een ramp op persoonlijk niveau: een overlijden. Door meeleven en uitvaartdienst kan ik nabestaanden vaak steunen in hun verdriet. Soms loopt het spaak. Bijvoorbeeld als een familie mij vraagt voor een uitvaart van een overledene uit de wijk van een collega. Doorverwijzen naar de wijkpredikant kan leiden tot onbegrip en woede. Wie door een grote of kleine ramp getroffen is, reageert vaak overgevoelig en soms onredelijk. Toen vorig jaar mijn eigen moeder overleed, reageerde ik net zo. Gelukkig hadden wij aan haar wijkpredikante veel steun. 
terug naar boeken

TERUG NAAR OPENINGSPAGINA