P. van den Heuvel (red.): De toelichting op de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland. Boekencentrum / Zoetermeer, 372 pagina's.
Per 1 mei 2004 is de Protestantse Kerk in Nederland een feit. Dat betekent onder meer dat we moeten wennen aan een nieuwe kerkorde. Tot nu toe hadden hervormden, gereformeerden en lutheranen ieder hun eigen kerkorde met haar eigen jargon. Hervormde predikanten konden te maken krijgen met een 13-30-procedure. Gereformeerde aanstaande dominees ontmoetten op hun weg het deputaatschap 56-2. Voor buitenstaanders geheimzinnige grootheden. Ook de lutheranen zullen wel de nodige folklore hebben gehad. Sinds 1 mei is dat allemaal verleden tijd. We werken nu binnen het kader van de kerkorde van de PKN. En het zal even wennen zijn voor we allemaal het nieuwe jargon kunnen verstaan en spreken.
Daarbij is behulpzaam het boek van P. van den Heuvel (red.): De toelichting op de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland. Het boek is geschreven door P. van den Heuvel, F.T. Bos, L.J. Koffeman, B. Wallet en mw. T.M. Willemze. Het is een prestatie om met vijf mensen één boek te schrijven dat zo homogeen is van opzet en stijl. In dit boek worden kerkorde, ordinanties en generale regelingen overzichtelijk behandeld. Uitgebreide registers maken het boek en daarmee de kerkorde toegankelijk. Een nuttig boek dus om te lezen en zeker ook als naslagwerk. Dat laatste is tegelijk ook de reden waarom ik hier verder geen overzicht van de inhoud geef. Een naslagwerk laat zich niet samenvatten. Wel, na deze waardering en aanbeveling, ook een enkele kritische noot.
1) Het boek heet "De toelichting op de kerkorde". Niet "Een toelichting" of "Toelichting", maar "De toelichting". Dat "de" klinkt als: dit is de enige ware uitleg van de kerkorde. Dan verschijnt naast kerkorde, ordinanties en generale regelingen de canonieke uitleg van Van den Heuvel en de zijnen. Dat is nogal pretentieus.
2) Alle vijf de auteurs waren nauw betrokken bij de totstandkoming van de nieuwe kerkorde. Dat is een voordeel: ze kennen de materie van binnenuit. Ze hebben daardoor ook de gelegenheid om ons iets van de discussies áchter de kerkorde te openbaren. Dat doen ze maar af en toe. Hadden ze ons meer onthuld over de afwegingen achter de schermen, dan had de kerkorde meer relief gekregen.
3) De auteurs waren nauw betrokken bij de totstandkoming van de nieuwe kerkorde. Dat heeft ook een nadeel. Ze hebben weinig distantie tot hun onderwerp. Ze lichten de kerkorde toe binnen het kader van de kerkorde. De vraag of het ook anders had gekund komt weinig aan de orde. En juist die vraag werkt soms extra verhelderend. Ik geef daarvan tenslotte twee voorbeelden: een principieel punt en een praktische vraag
4) De kerkorde is in hoge mate opgezet vanuit het "pastorale grondmodel": de locale (wijk)gemeente met één of hooguit twee predikanten. Een gemeente met drie of meer predikanten ... wordt ingedeeld in wijkgemeenten (Toelichting pag. 104). Dat is nog rigoreuzer dan Ord. 2:16:1, die een gemeente met meer dan twee predikanten in de regel indeelt in wijkgemeenten. Nu heeft de kerk met het pastorale grondmodel (één parochie - één kerkgebouw - één geestelijke) al 2000 jaar goede ervaringen. Dat neemt niet weg dat je anno 2004 misschien ook wel heel anders gemeente zou kunnen zijn. Op die alternatieven gaat de Toelichting nauwelijks in. Ze identificeert zich met de kerkorde.
5) Tenslotte een praktische vraag, gegrepen uit de praktijk van de dominee: rouwdiensten. De gereformeerde kerkorde kende géén rouwdiensten, enkel een christelijke begrafenis. De kerkeraden zullen er toe medewerken, dat de leden der gemeenten die gestorven zijn, op christelijke wijze begraven worden (GKO 87). Ik parafraseer dat als: de begrafenis is een zaak van de nabestaanden, de kerk biedt haar medewerking aan om daaraan een christelijk karakter te geven. De nieuwe kerkorde bepaalt in art. VII: De gemeente komt samen tot ... diensten van rouwdragen en gedenken. In ordinantie 5:1: 2 staat het wat uitvoeriger en voorzichtiger: De gemeente kan ... samenkomen ... in kerkdiensten ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen in het leven van de gemeenteleden ... zoals .. diensten van rouwdragen en gedenken. Ook zulke diensten van rouwdragen en gedenken schieden met gebruikmaking van de door de generale synode vastgestelde orden. (Ord. 5:9:2) - Nu de praktijk. Mij wordt gevraagd in het crematorium in Middelburg een crematie te leiden. De Toelichting wijst erop dat ik strikt genomen voor deze "kerkdienst" aan de kerkeraad ter plaatse (Middelburg dus) om schriftelijke instemming zou moeten vragen, maar voegt daar gelukkig troostend aan toe: Het ligt voor de hand in zulke steeds terugkerende gevallen uit te gaan van een doorlopende instemming (pag. 195). Onbeantwoord blijft echter de vraag: is dit wel een kerkdienst? waar is dan die samengekomen gemeente (de gemeente komt samen ...)? er is geen gemeentelid te zien, enkel familieleden en vrienden van de overledene! moet het überhaupt wel een kerkdienst zijn (met gebruikmaking van de door de generale synode vastgestelde orden)? - Dan was de christelijke uitvaart uit de oude gereformeerde kerkorde toch realistischer.