WANNEER IS JEZUS TEN HEMEL GEVAREN?

Wanneer is Jezus ten hemel gevaren? Het voor de hand liggende antwoord luidt: op Hemelvaartsdag. Hemelvaartsdag vieren we 40 dagen na Pasen. Die 40 dagen zijn gebaseerd op Handelingen 1: 3: ... aan wie (= de discipelen) Hij (= Jezus) Zich ook na Zijn lijden met vele kentekenen levend heeft vertoond, veertig dagen lang hun verschijnende en tot hen sprekende over al wat het Koninkrijk Gods betreft (NBG). De gang van zaken lijkt in Handelingen 1 als volgt te zijn:
- vers 3: 40 dagen verschijningen van Jezus tussen Pasen en Hemelvaart.
- vers 4- 8: laatste gesprek van Jezus met Zijn discipelen op Hemelvaartsdag.
- vers 9-11: Jezus' hemelvaart vanaf de Olijfberg.
- vers 12-13: terugkeer van de discipelen naar Jeruzalem.
Zo heb ik het me altijd voorgesteld en zo heb ik er (op Hemelvaartsdag) ook wel over gepreekt.

Er is natuurlijk wel een probleem. De schrijver van Handelingen is Lucas, die eerder ook het (later naar hem genoemde) Evangelie heeft geschreven. Hij verwijst daar zelf naar in Handelingen 1: 1. In Lucas 24 is de gang van zaken:
- vers 1- 12: het lege graf op de morgen van de Paasdag.
- vers 13-35: de verschijning van Jezus aan de Emmausgangers op de Paasdag.
- vers 36-49: laatste gesprek van Jezus met Zijn discipelen op de avond van de Paasdag.
- vers 50-51: Jezus' hemelvaart vanaf de Olijfberg.
- vers 52-53: terugkeer van de discipelen naar Jeruzalem.
Hier ligt er dus geen periode van 40 dagen tussen Pasen en Hemelvaart: Jezus vaart ten hemel op de avond van de Paasdag (Opstandingsdag).

Ook Mattheus (Mattheus 28) vertelt ons direct achter elkaar over Jezus' opstanding en afscheid. Hij spreekt niet met zoveel woorden over Jezus' hemelvaart, maar Jezus' afscheid op een berg (zij het hier: een berg in Galilea) doet toch wel erg denken aan het verhaal van Lucas in Handelingen 1.

Waarschijnlijk eindigde het Marcus-Evangelie oorspronkelijk met Marcus 16: 8: de vrees van de vrouwen bij het lege graf van Jezus en de verschijning van de jongeling (engel). Dan zijn we dus op de Paasmorgen. In een later toegevoegd slot lezen we over gebeurtenissen die herinneren aan Lucas en Johannes:
- vers 9-11: de verschijning van Jezus aan Maria Magdalena (vgl. Johannes 20:11-18).
- vers 12-13: de verschijning aan de Emmausgangers (vgl. Lucas 24:13-35).
- vers 14-18: gesprek van Jezus met Zijn discipelen op de avond van de Paasdag (vgl. Lucas 24:36-49).
- vers 19: Jezus' hemelvaart (vgl. Lucas 24:50-51 en Handelingen 1: 9-11).
- vers 20: de discipelen trekken erop uit.
Ook hier lijkt Jezus' hemelvaart direct te volgen op Zijn gesprek met de discipelen op de avond van de Opstandingsdag. Er ligt geen periode van 40 dagen met verschijningen van Jezus tussen.

Je kunt natuurlijk redeneren: Lucas (in zijn Evangelie), Mattheus en Marcus (in het toegevoegde slot) geven een samenvatting van de gebeurtenissen. Geen schrijver is immers verplicht álles te vertellen. Dan zou enkel Lucas (in Handelingen) ons de complete geschiedenis vertellen - mét de 40 dagen tussen Jezus' opstanding en hemelvaart.

In het vaak lezenswaardige blad van het Nederlands Bijbel Genootschap Met Andere Woorden van september 2006 (pagina 3-13) las ik een artikel van Prof. dr. H.J. de Jonge, hoogleraar in Leiden, dat mij overtuigd heeft van een andere oplossing. Ik geef die hier kort weer.

(1) Handelingen 1: 3 (aan wie Hij Zich ook na Zijn lijden met vele kentekenen levend heeft vertoond, veertig dagen lang hun verschijnende en tot hen sprekende over al wat het Koninkrijk Gods betreft) kan worden opgevat als een flash forward (een vooruitgrijpen op latere gebeurtenissen, dus het tegengestelde van een flash back). Lucas gebruikt deze stijlfiguur vaker: Lucas 6:16: die een verrader werd (naar Marcus 3:19); Lucas 3:19-20: de arrestatie van Johannes de Doper; Handelingen 11:28: de door Agabus voorspelde hongersnood. Ná zo'n flash forward vat Lucas de oorspronkelijke draad van zijn verhaal weer op.

(2) Als we deze flash forward even weglaten, loopt het verhaal van Handelingen 1 (NBG): 2 tot de dag dat Hij werd opgenomen, nadat Hij aan de apostelen, die Hij had uitgekozen, door de Heilige Geest zijn bevelen had gegeven; .... 4 En terwijl Hij met hen aanzat, gebood Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, maar te blijven wachten op de belofte van de Vader, die gij (zeide Hij) van Mij gehoord hebt. 5 Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze. 6 Zij dan, die daar bijeengekomen waren, vroegen Hem en zeiden: Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israel? 7 Hij zeide tot hen: Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft, 8 maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. - Het gaat hier om het zelfde gesprek aan de maaltijd op de avond van Pasen, waarover we lezen in Lucas 24:36-49 ( zie bijvoorbeeld Lucas 24:48-49 // Handelingen 1:8); vgl. ook Marcus 16:14-18 en Johannes 20:19- 23.

(3) Na dit gesprek op de avond van Pasen gaat Jezus met Zijn discipelen naar de Olijfberg en vaart ten hemel (Lucas 24:50-51 // Handelingen 1:9-11; vgl. ook Mattheus 28:16-20 en Marcus 16:19). Jezus' hemelvaart valt dan dus volgens alle bronnen op de avond van de Opstandingsdag (de eerste Paasdag).

(4) Daarna volgt de periode van 40 dagen van verschijningen van Jezus, waarop Lucas al vooruit greep in vers 3: (aan wie Hij Zich ook na Zijn lijden met vele kentekenen levend heeft vertoond, veertig dagen lang hun verschijnende en tot hen sprekende over al wat het Koninkrijk Gods betreft). Door Zijn verschijningen bewijst Jezus dat Hij leeft. Maar dit zijn verschijningen van de Heer vanuit de hemel. Dat laatste doet niets te kort aan de Schrift. Ook aan Paulus (Handelingen 9: 3- 6) en aan Johannes (Openbaring 1:12-18) verschijnt de Levende Heer ná Zijn hemelvaart.

Wanneer is Jezus ten hemel gevaren? Op de avond van Pasen. Daaraan voegt De Jonge troostend toe dat deze uitleg geen reden is om de Hemelvaartsdag (op de 40e dag na Pasen) onmiddellijk af te schaffen. Er is alle reden om de hoogheid van de verheerlijkte Christus te vieren op een aparte dag.

PS over Johannes.  Naar aanleiding van het bovenstaande kreeg ik een vraag naar het Evangelie van Johannes. Hoe past Johannes in dit plaatje? - Een paar opmerkingen:
1.  De evangelist Johannes lijkt minder in tijdsorde te denken dan zijn collega's Mattheus, Marcus en Lucas. Een duidelijk voorbeeld is de tempelreiniging. Uit Mattheus, Marcus en Lucas weten we dat Jezus de tempel reinigt van commercie ná Zijn intocht in Jeruzalem, dus in de laatste dagen van Zijn aardse leven. Maar Johannes plaatst dit verhaal al aan het begin van z'n Evangelie (Johannes 2). Misschien kun je het zo zeggen: de Evangelist Johannes beziet de geschiedenis vanuit de eeuwigheid, en dan is betekenis belangrijker dan datering.
2. Johannes beschrijft niet het gebeuren van Jezus' hemelvaart, maar geeft ons Jezus' eigen woorden over Zijn hemelvaart door; om er maar enkele te noemen (NBG-1951): Ik ga heen om u plaats te bereiden (Johannes 14: 2); Jezus' leerlingen zouden zich moeten verblijden omdat Ik tot de Vader ga, want de Vader is meer dan Ik (Johannes 14:28); Het is beter voor u dat Ik heenga; want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga. zal Ik Hem tot u zenden (Johannes 16:7); Ik kom tot U, Heilige Vader (Johannes 17:11);  en Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, naar Mijn God en uw God (Johannes 20:17).
3. Ook Johannes vertelt, net als Lucas (Lucas 24:36-49 en Handelingen 1: 4- 8) en het toegevoegde slot van Marcus (Marcus 16:14-18), dat Jezus op de avond van de dag van Zijn opstanding bij Zijn leerlingen kwam (Johannes 20:19-23). 
4. Bij die gelegenheid blaast de Heer op Zijn leerlingen en zegt: Ontvangt de Heilige Geest (Johannes 20:22). Dat correspondeert met Jezus' belofte van de Geest in Lucas 24:49 en Handelingen 1: 8. Het verschil in vertellen is: bij Johannes vallen belofte en vervulling samen (Pasen en Pinksteren vallen bij Johannes op één dag!) - Lucas maakt een onderscheid in tijd: Jezus belooft de Geest op de avond van Pasen (Lucas 24:49 en Handelingen 1: 8) en Jezus schenkt Zijn Geest aan Zijn leerlingen op Pinksteren (Handelingen 2:33)

terug naar exegetische schetsen

terug naar diversen

TERUG NAAR OPENINGSPAGINA