Mattheus 10:29: zonder (de wil van) jullie Vader

Mattheus 10:29 is een tekst die veel oproept: zowel qua vertaling als qua exegese, zowel theologisch als pastoraal.

In de Statenvertaling luidt deze tekst: Worden niet twee musjes om een penningske verkocht? En niet één van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader. De NBG-vertaling van 1951 geeft: Worden niet twee mussen te koop aangeboden voor een duit? En niet één daarvan zal ter aarde vallen zonder uw Vader. Beide vertalingen geven de Griekse grondtekst woord voor woord weer. In vers 31 volgt de conclusie: Weest dan niet bevreesd: gij gaat vele mussen te boven. Als er al geen mus ter aarde valt zonder God, dan zullen zeker Gods kinderen niet vallen zonder hun Hemelse Vader. Het verband tussen het vallen van mussen en mensen enerzijds en God anderzijds wordt in deze tekst niet expliciet onder woorden gebracht.

Dat gebeurt wel in de Heidelbergse Catechismus zondag 1. Daar wordt het uit Mattheus 10:29 merkwaardig genoeg verbonden met Mattheus 10:30: de haren van uw hoofd zijn alle geteld en met Lucas 21:18: geen haar van uw hoofd zal teloor gaan. Het resultaat is de belijdenis dat Christus mij zó bewaart, dat zonder de wil van mijn Hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan. De aanstoot zit in de woordjes "de wil van". Als er dan toch een haar van mijn hoofd valt, heeft God dat dan gewild? Als er dan toch een mus ter aarde valt, heeft God dat dan gewild? Als er dan toch telkens weer mensen vallen (door ziekten en ongelukken, door natuurrampen en oorlogsgeweld), heeft God dat dan gewild? Daarmee ligt het raadsel van Gods voorzienigheid levensgroot op tafel. Is God de Veroorzaker van alle ellende op aarde? Het valt daarom te begrijpen dat de weergave van Mattheus 10:29 in de NBV van 2004 heftige reacties oproept: Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil. Want deze vertaling suggereert: als er toch een mus of een mens dood neervalt, dan heeft God dat gewild.

Vaak wordt een andere uitleg bepleit. Het zou hier niet gaan over Gods wil, maar over Zijn nabijheid. God is niet Degene Die het lijden van mussen en mensen wil en veroorzaakt, maar Hij is lijdende mussen en mensen nabij. Het sterkste argument voor deze uitleg is dat er in de tekst geen sprake is van Gods wil - er staat enkel: er valt geen mus ter aarde zonder uw Vader. 
Wat houdt deze nabijheid van God dan in? We kunnen denken aan drie aspecten.
* God lijdt met ons lijden mee.
* God geeft ons in ons lijden kracht.
* God steunt ons door middel van mensen.
De gedachte dat God ons lijden niet wil maar met ons mee-lijdt, is treffend verwoord door de Amerikaanse rabbijn Harold Kushner in zijn bestseller: Als 't kwaad goede mensen treft. Kushner zelf werd getroffen door het kwaad: hij verloor een kind door een vreselijke ziekte. Kushner gelooft in een liefdevolle God. Daarom kan God het kwaad niet willen. Kushner komt tot de conclusie dat de aardbeving en het ongeval, net als de moord en de beroving, niet Gods wil zijn, maar dat aspect van de werkelijkheid uitmaken dat onafhankelijk is van Zijn wil, en dat God met boosheid en verdriet vervult, net als ons (pag. 56). Als Jood houdt Kushner zich niet bezig met het Nieuwe Testament, maar het wel precies deze kwestie waar het om gaat bij de uitleg van Mattheus 10:29.
Na deze probleemstelling een aantal opmerkingen.
  1. De NBV-2004 kiest voor één bepaalde uitleg: er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil. Het argument is ongetwijfeld dat daarmee de impliciete bedoeling van de tekst expliciet wordt gemaakt. Uit het vervolg zal blijken dat er goede argumenten voor deze uitleg zijn. Mijn bezwaar tegen de NBV is dat andere mogelijkheden onzichtbaar zijn geworden. Met de woordelijke NBG-vertaling (niet één daarvan zal ter aarde vallen zonder uw Vader) kun je nog verschillende kanten op (door Gods toedoen én met Gods nabijheid). De NBV heeft de beslissing al voor ons genomen. - Het blad van het NBG Met andere woorden van mei 2021 is gewijd aan de revisie van de NBV-2004: de NBV21. Op pag. 43 komt Mattheus 10:29 aan de orde. De uitdrukking niet zonder jullie Vader betekent méér dan dat God er enkel van weet, de uitdrukking gaat in de richting van "willen": het duidt op directe betrokkenheid van God bij het wel en wee van de mensen. Maar het Nederlands biedt ook de mogelijkheid om het even open te formuleren als de brontekst zelf, en de invulling aan de lezer over te laten. Vandaar als herziene vertaling: er valt er niet één dood neer buiten jullie Vader om. De NBV21 komt daarmee tegemoet aan mijn bovengenoemde bezwaar.
  2. Er staat toch letterlijk: niet ... zonder uw Vader (zonder "de wil van")? Dat valt nog te bezien. 
    * Niet ... zonder ... is taalkundig hetzelfde als met. De Griekse uitdrukking met God (sun theôi) betekent niet alleen dat God erbij is - het is een gangbare uitdrukking voor "door Gods toedoen". Een voorbeeld vinden we in Herodotus Historiën III 153. De Perzen belegeren Babel. Aan de Perzische aanvoerder Zopyrus wordt gemeldt dat één van de muilezels gejongd heeft. Zopyrus brengt dat mirakel in verband met de uitspraak van een Babyloniër "als ooit muilezels zouden jongen, dán zal Babel worden ingenomen". Hij trekt de conclusie dat Babel neembaar is; want dat met God (= door Gods toedoen) die Babyloniër dat had gezegd en zijn muilezel had gejongd. De combinatie van de overmoedige uitspraak van de Babyloniër en het biologische mirakel - dat kan geen toeval zijn, daar moet wel (een) God de hand in hebben.
    * Taalkundig nog dichter bij Mattheus 10:29 ligt 2Koningen 18:25 = Jesaja 36:10. De koning van Assyrië stuurt een hooggeplaatste afgezant naar koning Hizkia van Juda met het bevel zich over te geven. Eén van zijn argementen is: U (Hizkia) denkt toch niet dat hij (de koning van Assyrië) zonder instemming van de HEER is opgetrokken om dit land te vernietigen? (NBV). Voor "niet ... zonder instemming van de HEER" staat er in de Griekse vertaling van het Oude Testament (de Septuaginta): mè aneu kuriou = niet zonder de Heer. De NBV-vertaling niet ... zonder de instemming van de HEER vind ik aan de zwakke kant - alsof de koning van Assyrië zijn veldtocht plande en de HEER daar vervolgens mee instemde. De NBG-vertaling Ben ik dan zonder de wil des HEREN opgetrokken tegen dit land om het te verwoesten? lijkt me meer recht te doen aan de Griekse tekst.
    * Nog een ander voorbeeld van mè aneu uit de Septuaginta, uit een minder bekende geschiedenis in het boek Jeremia (44:19, in de Septuaginta 51:19). Na de ondergang van Jeruzalem in 586 voor Christus is een groep Joden terecht gekomen in Egypte. Onder hen bevindt zich de profeet Jeremia. Een aantal Joodse vrouwen gaat weer opnieuw offeren aan heidense goden, onder andere aan de "Koningin des Hemels". De profeet Jeremia wijst hen streng terecht. Uiteraard schieten de vermaande vrouwen in de verdediging. We hebben dit toch niet buiten onze mannen om (NBG) gedaan?  / dat gebeurde natuurlijk met medeweten van onze mannen (NBV). In het Grieks staat ook hier mè aneu = niet zonder. Met dat met medeweten van (NBV) bedoelen de vrouwen niet enkel dat hun echtgenoten op de hoogte waren van de afgoderij, maar ook dat ze mede-verantwoordelijk waren.
  3. Daar kun je tegenin brengen dat de voorbeelden uit Herodotus en 2Koningen 18 een typisch heidens Godsbeeld tonen: de heidense goden zijn aanwezig door hun macht en bestiering - de bijbelse God is aanwezig door Zijn Woord en Geest. Ik ben er niet zo zeker van die tegenstelling. Ik zie ook in de Bijbel een heleboel bestiering. Zeker werkt God door Zijn Woord en Geest -  maar ook door Zijn voorzienig bestel. Over de wil van God in Mattheus 10:29 kunnen we twisten, maar in Jacobus 4:15 staat Gods wil vast en zeker: als de Heer wil - Deo Volente. Ook in het christelijke Godsbeeld zit voorzienigheid (zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus). Daarmee halen we ons een heleboel problemen op de hals; want áls God de wereld en ons leven bestiert, waarom dan ...? Je kunt die problemen wel proberen te voorkomen met een machteloos-meelijdende God. Maar - vroeg KUITERT zich ooit af: Als God zelf louter traan is, hoe zou Hij tranen kunnen drogen? en hij citeerde de Zeeuwse boeren die bij tegenslag zeiden: "dominee, het wordt ons door geen vreemde aangedaan", een bescheiden manier om God ter sprake te brengen en bedoeld als een vertroosting. En de uitspraak van Van Ruler dat God ruiger met Zijn schepsel omgaat dan ons lief is (Het algemeen betwijfeld christelijk geloof, pag. 105-112). 
  4. Waarom lopen de emoties rond "de wil van God" in Mattheus 10:29 zo hoog op? Ik denk dat we behoefte hebben aan een liefdevolle God, en dat we Hem dáárom willen vrijwaren van harde trekken. God is liefde (1Johannes 4: 8) - dat is het hart van het Christelijk geloof. Maar de liefdevolle God van de Bijbel kan ook hardhandig zijn. Vlak vóór Mattheus 11:29 staat Mattheus 11:28: weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden; weest veeleer bevreesd voor Hem, die beide, ziel en lichaam, kan verderven in de hel (NBG). Er zijn uitleggers die bij hem, die ziel en lichaam kan verderven in de hel denken aan de duivel, maar gezien de hoofdletter denkt de NBG (mijns inziens terecht - zie hieronder) aan God. God Die lichaam en ziel kan verderven in de hel - dat is inderdaad meer een vreeswekkende dan een vriendelijke God.
  5. Mattheus 10:28 en 29 komen pas tot hun recht als we ze lezen in hun verband. In Mattheus 10 geeft Jezus ons geen uitleg over Gods voorzienigheid, maar Hij wekt ons op om Hem vrijmoedig te dienen. Hij stuurt Zijn leerlingen erop uit (Mattheus 10: 5) als schapen midden onder wolven (Mattheus 10:16). Mensen zullen hen om het Evangelie mishandelen en vervolgen (Mattheus 10:17-31). In dát verband zegt Jezus: wees niet bevreesd voor mensen die enkel het lichaam kunnen doden - wees veeleer bevreesd voor God Die lichaam en ziel kan verderven in de hel (Mattheus 10:28). 
    Een parallel vinden we in 4Makkabeeën 11:27. De wrede koning Antiochus laat een Jood doodmartelen. Stervend verklaart de Jood waarom hij standvastig blijft: Vóór ons staan niet de beulen van een tyran, maar van Gods Wet. 
    Vrees voor mensen wordt overwonnen door de grotere vrees voor God. Niet bepaald onze moderne stijl van geloven, maar het heeft gelovigen kracht gegeven om hun leven te offeren voor de Heer. Direct daarop volgt: Worden niet twee mussen te koop aangeboden voor een duit? niet een daarvan zal ter aarde vallen zonder (de wil van) uw Vader. ... Weest dan niet bevreesd: gij gaat vele mussen te boven. Wees niet bevreesd - dat is de bedoeling van Jezus. Mensen kunnen het ons ontzettend moeilijk maken. Maar zij én wijzelf zijn in de hand van onze Hemelse Vader. Dáárom hoeven we niet bang te zijn.

terug naar exegetische schetsen

TERUG NAAR INDEX