BIJBELSE
GESCHIEDENIS IN WOORD EN BEELD deel 6: In Ballingschap.
Voornaam: Dit
boek
kreeg ik van mijn collega Aarnoud Jobsen, die samen met
Theanne Boer (redactrice) de tekst ervan samenstelde. Met grote
belangstelling heb ik het boek gelezen en bekeken. Het is een voornaam
vormgegeven boek: bijna 200 pagina's fraai afgedrukte afbeeldingen met
korte, leesbare teksten, het geheel artistiek uitgegeven als degelijk
gebonden
boek, met leeslint. De adviesprijs is € 24,95, maar voor de
hele serie betaal je € 19,95 per deel - en dat is voor zo'n
luxe boek geen geld. Het is ook bijzonder interessant geschreven; ik
heb het bijna achter elkaar uitgelezen.
Serie: De
serie BIJBELSE GESCHIEDENIS IN WOORD EN BEELD telt compleet 10 delen:
deel 1 tot en met 6 gaan over het Oude Testament en deel 7 tot en met 9
over het Nieuwe; deel 10 vertelt over het ontstaan van de Bijbel. De
serie heeft een duidelijke doelstelling: De serie Bijbelse Geschiedenis
in Woord en Beeld wil de Bijbel tot leven brengen en toegankelijk
maken. Want ook
al gaat de Bijbel over toen en daar, het gaat ook over hier en nu. Over
ons (aldus de achterflap). Die bedoeling onderschrijf ik
van harte. Als deze boeken er toe kunnen bijdragen om de Bijbel dichter
bij mensen van nu te brengen, juich ik dat toe.
Geschiedenis:
Bijbelse Geschiedenis herinnert me aan mijn lagere schooltijd (de
School met den Bijbel in Kamperland). We kregen Bijbelse geschiedenis
en vaderlandse geschiedenis, en een klein beetje kerkgeschiedenis en
algemene geschiedenis. Allemaal geschiedenis: "er staat geschreven en
er is geschied" (Groen van Prinsterer). - Sommige theologen hebben
reserves bij de term geschiedenis: het gaat (in elk geval in de Bijbel)
niet om geschiedenis maar om verhalen, met een boodschap en betekenis
(ongeacht wat er historisch precies is gebeurd). Zelf heb ik geen
moeite met "geschiedenis". Maar de Bijbelse verhalen hebben wel elk hun
eigen historische dichtheid. In dat opzicht trof mij de Tijdbalk op pag
10-11, waar bijvoorbeeld de Uittocht uit Egypte wordt gedateerd op 1446
vóór Christus en de Trojaanse oorlog op 1183
vóór Christus. Dat oogt wel erg exact. Pas
daarna ontdekte ik de kleine lettertjes onderaan: Deze tijdbalk is gebaseerd op de
letterlijke tekst uit de Bijbel en houdt dus geen rekening met
wetenschappelijke ontdekkingen en standpunten.
Deel 6 heeft
als ondertitel: In
Ballingschap. Dit deel vertelt over
a) een
bepaalde periode (de eeuwen vóór en ná
de ondergang van Jeruzalem in 586 voor Christus met een uitloop in de periode tussen Oude en Nieuwe Testament)
b) de profeten
(met name de profeten die ons een Bijbelboek hebben nagelaten: de grote
drie Jesaja, Jeremia en Ezechiël - de de kleine twaalf).
Het boek heeft de volgende hoofdstukken:
1. Godsmannen: Tijdens een
rondje Even
voorstellen passeren de drie grote en twaalf kleine
profeten de revue.
2. Profeteren? Liever niet, Heer!: Over
de de impact van de roeping van de profeten op hun persoonlijke leven.
3. Gods volk gaat vreemd: Over de zonden
waartegen de profeten protesteren, en de verschillende beelden voor de
relatie tussen de HEER en Zijn volk (onder meer het beeld van een
man-vrouw-relatie)
4. Eigen volk eerst?: Over de rol van de
andere volkeren in de profetische boeken: de profeten
veroordelen de agressie van de omringende volkeren, maar voorzeggen ook
een wereldwijde toekomst van gerechtigheid en vrede.
5. Ballingschap: crisis en hoop: In ballingschap in Babel
(her)vinden de Judeeërs hun identiteit - na 538 voor Christus
keren sommige Joden terug om in Israël een nieuwe Joodse
gemeenschap op te bouwen (Zerubbabel, later Ezra en Nehemia), terwijl
de Bijbelboeken Daniël en Esther vertellen over Joden in den
vreemde.
6. Voorspellingen over de eindtijd: Over de apokalyptische
beelden in bijvoorbeeld Ezechiël en Daniël (waarbij het woord
"voorspellingen" mij opvalt).
7. Profeten van alle tijden: Over de betekenis van de
oudtestamentische profeten in het Nieuwe Testament en over profetische
figuren in de geschiedenis sindsdien zoals Savonarola, Vincent van Gogh
en Martin Luther King.
Het slot van het boek: Een gelovige
zou zijn taak in dit leven zo op kunnen vatten: profeet zijn. Iemand
die probeert door de ogen van God naar het leven te kijken en anderen
daarop te wijzen. Met liefde natuurlijk, niet met harde hand. Zoals
Jezus dat deed. Want hij is voor christenen het ultieme voorbeeld van
een profeet (pag. 191).
Informatief:
De
profetische boeken behoren tot de onbekendste Bijbelgedeelten (zeker
vergeleken met de verhalen over bijvoorbeeld Abraham en David, en de
Evangelieverhalen over Jezus). Bij het vak Bijbelse geschiedenis op de
lagere school (zie boven) heb ik over Jona gehoord, maar de meeste
andere profeten kwamen niet aan bod. Ook wordt er naar verhouding weinig uit
de profeten gepreekt. De laatste jaren verschijnen de profeten gelukkig
af en toe op de leesroosters. In het vroege voorjaar van 2012 bood Kind op Zondag
10 zondagen achter elkaar Ezechiël. Het was voor
mij de eerste keer dat ik uit dat Bijbelboek heb gepreekt.
Onbekende stof dus (en daardoor onbemind). Daarom is het heel zinvol om
iets te weten over inhoud en achtergrond. Daarvoor is dit boek een
uitstekend hulpmiddel. Collega Jobsen geeft betrouwbare en
belangwekkende informatie.
Populair: De
serie mikt blijkbaar op een breed publiek. Daarom wordt de degelijke en
diepgaande informatie populair verwoord. Ik doe het niet voor de poen,
zegt Amos (pag. 50). Liep
Jesaja echt in z'n nakie? - die vraag wordt beantwoord op
pag. 65 (nee, waarschijnlijk in z'n ondergoed). Jullie zijn gewoon bezopen, horen we Jeremia zeggen (pag. 73).
Zó populair hoeft voor mij niet. Zeker: ook de Bijbel zelf
gebruikt alle taalregisters, van verheven tot plat - maar wel altijd
functioneel. De spreektaal in dit boek valt wat uit de toon bij de
voorname uitvoering en de gedegen inhoud.
Afbeeldingen: De
serie heet: Bijbelse
Geschiedenis in Woord en Beeld, maar had ook ... in Beeld en Woord
kunnen heten. Het zijn in feite platenboeken met betrekkelijk korte
stukken tekst. Op elke pagina zijn afbeeldingen de blikvanger. Heel
verschillende afbeeldingen: kaarten, archeologische vondsten, en heel
veel beeldende kunst (tekeningen, schilderijen en sculpturen) uit alle
eeuwen. Ze zijn fraai afgedrukt en maken het bladeren in dit boek
boeiend. Af en toe roept een afbeelding de vraag op hoe functioneel
ze is; sommige platen lijken te zijn geplaatst omdat er nu eenmaal
op elke pagina iets te zien moet zijn. Al die afbeeldingen maken de
boeken tot (niet enkel Bijbelse geschiedenis, maar ook)
kunstgeschiedenis. Ze roepen ook een vraag op. Afbeeldingen zijn in
verschillende opzichten beeld-bepalend. Nog
vóórdat ik op de lagere school Bijbelse
geschiedenis kreeg, las mijn moeder me voor uit de Kleuterbijbel van
W.G. van der Hulst. De plaat daarin van David en Goliath blijft mijn
voorstelling van dat verhaal bepalen. Zo kunnen ook de afbeeldingen in
dit boek (door)werken. Maar al die schilderijen en tekeningen
van Bijbelse figuren en gebeurtenissen zijn evenzovele interpretaties,
of ze nu van Rembrandt of Gustave Doré of van mindere
grootheden zijn. Als ik bijvoorbeeld op katechisatie met zulke afbeeldingen
werk, is mijn vraagstelling: hoe heeft
de kunstenaar het Bijbelverhaal gelezen? Soms is daar kunsthistorische
en/of theologische achtergrond-informatie bij nodig. Veronderstelt de
uitgever van deze serie die bij zijn lezers bekend?
DVD's: In
elk deel van deze serie zitten twee dvd's van de serie The
Bible, in de jaren '90 uitgezonden door de NCRV
(maar toen door mij niet gezien). Bij deel 6 behoren films over Jeremia
en Esther. De film over Jeremia vond ik erg
aangrijpend (en de leeftijd-indicatie "6 jaar" erg jong). De film over
Esther (met verrassend: Ezra en Nehemia) is mooi, maar het boek is
beter.
Na het lezen van het boek en het zien van de films moet ik bekennen: de
films maken de diepste indruk. Maar hoe verantwoord ook gemaakt: net
als een schilderij is ook een film een combinatie van informatie
en interpretatie.
Doelgroep: Redactrice
Theanne Boer schrijft op haar website: De serie wordt reeds goed
verkocht: onder het ND [= Nederlands Dagblad]-publiek en nu ook de
Telegraaf-lezers. Hierna wordt ECI 'veroverd' en Plus Magazine en het
Belgische blad Knack volgen daarna. Vertaling in het Engels wordt nu
overwogen om de VS en GB te bedienen.
Dat valt me mee, want in eerste instantie vroeg ik mij af: hoeveel
mensen zullen tegenwoordig (nu er zoveel informatie via internet
beschikbaar is) een forse reeks kloeke boekdelen over de Bijbel
aanschaffen?