KLAUS BERGER: De Dode Zee Rollen en Jezus, Kok-Kampen 1999 (3e druk)

Klaus Berger is hoogleraar Nieuwe Testament aan de Universiteit van Heidelberg en deskundig op het terrein van het Jodendom in de oudheid. Hij bewijst zich in zijn vele boeken een eigenzinnig theoloog. In dit boek gaat hij in op de ophef in allerlei publicaties rond de Dode Zee Rollen (= de geschriften van Qumran). Hij weerlegt twee speculaties:
1) de historische speculatie dat de Dode Zee Rollen zouden teruggaan op een Joodse secte of kloostergemeenschap.
2) de actuele speculatie dat de kerk zou proberen de Dode Zee Rollen geheim te houden omdat ze de fundamenten van het christendom zouden ondermijnen.
Berger ziet de Dode Zee Rollen als documenten uit het Jodendom rond het begin van onze jaartelling - de situatie waarin Jezus leefde en waarin het christendom ontstond. Overeenkomsten tussen Dode Zee Rollen en Nieuwe Testament zijn te verklaren uit deze gemeenschappelijke achtergrond. Verschillen tussen Dode Zee Rollen en Nieuwe Testament geven duidelijker zicht op het bijzondere van Jezus en het christendom.
Helaas leest de nederlandse vertaling van ook dit boek van Berger niet prettig.

QUMRAN EN DE GEHEIMZINNIGE ROLLEN.

1. De Qumran-vondsten nu.

Berger begint met drie "schandalen" te formuleren:
1. Nu (1992) is nog steeds ongeveer 20% van de Qumran-vondsten niet gepubliceerd.
2. Het ontbreekt nu (1992) nog steeds aan een systematische vergelijking Qumran-Nieuwe Testament. De (Duitse) theologie construeert een tegenstelling tussen het wettische Jodendom en het evangelische christendom. Dan is het Jodendom niet interessant meer. In werkelijkheid is bijna alles in de boodschap van Jezus en Paulus gewoon Joods!
3. R. Eisenman (in in zijn spoor M. Baigant en R. Leigh) hebben de verdenking geuit dat de (Rooms Katholieke) Kerk opzettelijk de Dode Zee Rollen geheim probeert te houden, omdat ze de fundamenten van het christendom zouden ondermijnen.

2. De twijfelachtige stellingen van Robert Eisenman.

Eisenman ziet het oerchristendom als een beweging van Zeloten. De christelijke oergemeente is de gemeente van Qumran. Jacobus de broeder des Heren is de leraar der gerechtigheid uit de geschriften van Qumran: wetsgetrouw en militant. Paulus was een Romeinse agent: vernietiger van het Jodendom en vijand van de Joodse wet. Berger weerlegt een aantal stellingen van Eisenman. Steeds blijken diens beweringen niet uit de bronnen te bewijzen te zijn.
1) Pas Paulus zou Jezus tot God hebben gemaakt. Jezus' wonderen zouden door Paulus bedacht zijn. - Paulus bedoelde allesbehalve een nieuwe godsdienst rond "de God Jezus" te stichten. Christendom is voor Paulus niets anders dan messiaans Jodendom. Over Jezus' wonderen schrijft juist Paulus nauwelijks.
2) Paulus is een (geheim) agent van de Romeinen. Als zodanig werkt hij mee aan de steniging van Stefanus en (na zijn schijn-bekering tot het christendom) aan de ondermijning van de Joodse Wet. - Uit Paulus' brieven aan de Romeinen en Corinthiërs blijkt een fundamenteel positieve houding tegenover het Jodendom en de Wet (die is heilig, rechtvaardig en goed, Romeinen 7).
3) Paulus werd bekeerd bij Damascus (Handelingen 9) - daarmee is de gemeente van Qumran bedoeld (vgl. het Damascus-geschrift). - "Damascus" in het Damascus-geschrift is ófwel geografisch (Damascus in Syrië), ófwel symbolisch (niet te localiseren). Identificatie Damascus = Qumran valt niet te bewijzen.
4) Jezus riep op tot gehoorzaamheid aan de Wet - Paulus bestreed de wetsgetrouwe eerste christenen. - Deze tegenstelling tussen Jezus en Paulus is vals. Paulus heeft de wet niet afgeschaft of bestreden.
5) Jezus en Zijn eerste volgelingen waren Zeloten. Dit blijkt uit Jezus' reiniging van de tempel (Marcus 11:15); de twee zwaarden van de discipelen (Lucas 22:38) en Jezus' uitspraak dat Hij het zwaard brengt (Mattheus 10:34). - De tempelreiniging is een symbolische handeling. De zwaarden van de discipelen waren hoogstens verdedigingswapens. Het zwaard dat Jezus brengt is de breuk met familie als consequentie van de navolging. Jezus preekte het Koninkrijk Gods. Dat betekent het einde van alle aardse heerschappij. Maar Jezus en Zijn volgelingen probeerden dat einde niet zélf met geweld te bewerken - in tegenstelling tot de Zeloten.
6) Allerlei Joodse groepen (de Essenen, Qumran, de apokalyptici, de radicale Sadduceeën) waren allemaal Zeloten. - In het Jodendom ten tijde van Jezus waren verschillende zeer wetsgetrouwe groepen. Maar wetsgetrouw is nog niet terroristisch. De apokalyptici bijvoorbeeld wachtten eerder geweldloos Gods ingrijpen af.
7) De Qumran-gemeente = de christelijke oergemeente ("de secte van de Nazoreeërs" uit Handelingen 24: 5: nozrei haberit = bewaarders van het verbond). - "Bewaarders van het verbond" is een algemene term uit het toenmalige Jodendom. Een verband met Handelingen 24 is niet te bewijzen.
8) Jezus of Jacobus = de leraar der gerechtigheid - Jezus, Jacobus en anderen heten in het Nieuwe Testament "rechtvaardig"; maar dat was een gangbare aanduiding. Ze hoeven daarom nog niet identiek te zijn met de "leraar der gerechtigheid" uit Qumran.
9) Jacobus (de wet) en Paulus (het evangelie) zijn doodsvijanden van elkaar geweest - Dat blijkt nergens uit het Nieuwe Testament. Jacobus was eerder een gematigde en samenbindende figuur.
10) Paulus was medeplichtig aan de moord op Jacobus (Handelingen 12). Om zijn medewerking te verdoezelen werd hij door de Romeinen gearresteerd en kreeg later in Rome een nieuwe identiteit. Daarom heeft Handelingen een open slot - Het moordcomplot is fantasie. Handelingen heeft een open slot omdat Lucas klaar is met zijn verhaal als het evangelie is aangekomen in Rome (NB: In Handelingen 12 wordt niet Jacobus de broer van Jezus vermoord, maar de broer van Johannes = de apostel Jacobus).
11) In Qumran zijn fragmenten van het Nieuwe Testament gevonden. - Het gaat maar om enkele snippers. In vele andere Griekse teksten kunnen dezelfde lettercombinaties staan.

3. Wie waren de mensen van Qumran?

Men heeft steeds geprobeerd om de bezitters van de Dode Zee-rollen te identificeren met bepaalde al dan niet bekende historische groepen:
- met de Essenen of Therapeuten
- met de aanhangers van Johannes de Doper
- met de eerste christelijke gemeente.
Men heeft Qumran ook aangeduid als een secte (wat impliceert: een groep afgezonderd van het normatieve Jodendom uit die tijd) of als een kloostergemeenschap (terwijl men in Qumran graven vindt van mannen, vrouwen en kinderen). De teksten van Qumran zijn ook beschouwd als de in veiligheid gebrachte bibliotheek van de tempel in Jeruzalem.

BERGER kiest voor een voorzichtiger weg. In het Jodendom van die tijd waren er allerlei verschillende groepen. Velen zochten naar een nieuw begin in de woestijn. Al die groepen waren niet identiek. Het gaat niet om secten, want ze beoogden de vernieuwing van heel Israël. De geschriften van Qumran tonen zelf ook een verscheidenheid. Uit deze geschiften blijkt een belangstelling voor de oude geschriften - zoals algemeen toen in het Jodendom. Ze bedoelden een concrete beleving van hun geloof volgens de Wet. Ze waren anti-hellenistisch ingesteld (heiliging van de sabbat), hechtten aan rituele reinheid en streefde naar geestelijk herstel van heel Israël. Ze waren net als andere Joodse gemeenten georganiseerd naar het verenigingsmodel van vele religieuze groepen uit die tijd, met gemeenschappelijke maaltijden en "uitsluitingsbepalingen" - zoals ook de christelijke gemeenten. De Qumran-teksten zijn representatief voor het Jodendom uit die tijd. Ze tekenen daarmee de achtergrond van het optreden van Jezus en het ontstaan van het christendom.

QUMRAN EN HET NIEUWE TESTAMENT.

4. Bedreiging voor het geloof?

In Qumran vinden we geen figuren uit het Nieuwe Testament. Wel vinden we allerlei interessanten overeenkomsten met het Nieuwe Testament. Dat is voor ons geloof geen enkel bezwaar. Gods openbaring hoeft niet absoluut nieuw te zijn. Het geloof van Jezus en Zijn volgelingen was vervlochten met de godsdienst van hun omgeving. Wij als moderne mensen meten iemands grootheid af aan zijn uniekheid en originaliteit ("geen plagiaat"). In die tijd werd grootheid juist gelegitimeerd door overeenkomst met het verleden (Mozes, Elia, Elisa). Het geloof werd uitgedrukt in typologieën: het nieuwe werd met oude woorden uitgedrukt. Vandaar allerlei overeenkomsten in de geloofstaal tussen Qumran en Nieuwe Testament.

5. De organisatie van de gemeente.

Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament (Efeze 2 en 1Petrus 2) vinden we het beeld van de gemeente als tempel van God: een heilig huis met muren, hoeksteen en fundament: God wil in ons midden wonen. Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament speelt de groep van twaalf mannen een rol: vertegenwoordigers van het vernieuwde Israël. Daarnaast is er in Qumran een drietal priesters, misschien te vergelijken met de drie zuilen van de gemeente Jacobus, Petrus en Johannes (Galaten 2). De woestijntijd van Exodus herleeft: in Qumran-teksten en in de verhalen over de wonderbare spijziging (de twaalf manden brokken in Marcus 6 verwijzen naar Israël, de zeven korven brokken in Marcus 8 verwijzen naar de volkeren). Er zijn allerlei koninklijke motieven (Johannes 6!), maar in onderscheid met Qumran ontbreekt daarbij ieder militair aspect. Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament (in verband met Johannes de Doper) wordt Jesaja 40 geciteerd: bereid in de woestijn de weg des Heren als oproep tot bekering, Bekering werd uitgedrukt in de doop. Daarbij zijn er twee verschillende tradities:
1) De doop als boetedoening van Johannes de Doper, die wortelt in de Joodse onderdompelingsbaden die we ook in Qumran vinden; onderscheid: de doop van Johannes was éénmalig.
2) De doop als verlening van de Geest: door Johannes de Doper (Marcus 1) en door Qumran verwacht - door de eerste christenen ervaren; en vervolgens ritueel uitgedrukt in de waterdoop.
Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament zien we het algemene religieuze-verenigingsmodel uit die tijd, met bijeenkomsten waarin men samen at. Bij deze verenigingen kwam de vraag op: wie is er lid? Jezus geeft een procedure voor de excommunicatie uit Zijn gemeente (Mattheus 18); het is een uitwerking van Leviticus 19 (uw broeder niet haten, maar terechtwijzen), een tekst die ook een rol speelt in Qumran (maar daar ontbreekt de uitsluiting!). Paulus kent een echte excommunicatie-procedure (1Corinthe 5) zoals die ook bekend was in Qumran: een gezamenlijke vervloeking en uitstoting van de boosdoener (verschil: Paulus bedoelt de redding van de geest van de boosdoener).
Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament (Marcus 10) wordt Genesis 1 (man en vrouw schiep Hij hen) zó opgevat dat God één bepaalde man en één bepaalde vrouw voor elkaar heeft geschapen. De toepassing verschilt: in Qumran: geen tweede huwelijk na het overlijden van de partner - bij Jezus: geen (tweede huwelijk na) echtscheiding.

6. Religieuze praktijk.

De Dode Zee-rollen documenteren de Joodse discussies uit die tijd over de heiliging van de sabbat. Wat mocht op sabbat wel en niet om dier of mens te redden? Jezus sluit bij die discussies aan (Lucas 14) en neemt een wat ruimer standpunt in.
Jezus spreekt de armen van geest zalig (Mattheus 5). De Qumran-geschriften bevestigen de uitleg dat hiermee bedoeld worden: de benarde en moedeloze gelovigen. In het Nieuwe Testament heten de gelovigen vaak geroepenen. Dit betekent: de tot een (feest)maal uitgenodigde gasten: de uitverkorenen (Mattheus 22:14: velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren is dus een paradox!).
Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament (Marcus 3) vinden we terminologie van het exorcisme: de sterke binden betekent: de machtige aanvoerder van de boze geesten uitbannen.
De liederen en geboden van het Jodendom (zoals we die ook vinden in Qumran) vormen het geestelijke milieu van Jezus en Paulus. Ze spreken van Gods heerlijkheid en menselijke ootmoed. Ook in Qumran horen we van mystieke ervaringen, te vergelijken met Jezus' doopervaring (Marcus 1) en verheerlijking op de berg (Marcus 9).

7. De Messias.

Enkele Qumran-teksten drukken de verwachting uit van een komende Messias. Ook is er sprake van een komende heerser, die "zoon van God" wordt genoemd. Dat doet denken aan Lucas 1: Zoon des Allerhoogste ... Koning van Israël; Lucas zou zich dan aansluiten bij Joodse verwachtingen. "Zoon van God" in de Qumran-tekst kan echter ook slaan op een heidense heerser; in dat geval zou Lucas bedoelen: diens pretentie groot te zijn wordt vervuld in Jezus. Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament (Mattheus 11 / Lucas 7) vinden we de verwachting dat in de messiaanse tijd de doden worden opgewekt (als uitbreiding van de reeks heilsdaden uit Jesaja 35 en 61). Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament is de Messias een charismatische figuur. In de Qumran-teksten worden soms één, soms twee of drie Messiassen verwacht: een Messias uit Aäron (voor de priesters), een Messias uit Israël (voor de leken) en soms ook nog een profeet. Zo treden in het Nieuwe Testament de priesterlijke figuur Johannes de Doper en de davidische Messias Jezus naast elkaar op (vergelijk al de profetie van Zacharia 4: de twee gezalfden) - waarbij Jezus de absolute voorrang heeft. In sommige Qumran-teksten vallen de beide Messias-figuren samen, zoals in Hebreeën 7 Jezus tegelijk ook Hogepriester is naar de ordening van Melchizedek. Verschillende trekken van de Messias uit het Nieuwe Testament vinden we ook in de verwachting van Qumran: zijn Davidische afkomst en (misschien) zijn dood. Het Evangelie van Johannes beschrijft Jezus in termen waarin de Rode Zee-rollen spreken over de rechtvaardige. Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament betekent de voleinding het herstel van de heerlijkheid van Adam: in Qumran collectief voor alle verlosten - bij Paulus (Romeinen 5 en 1Corinthe 15) in Christus.

8. Zonen van de duisternis en kinderen van het licht - de mens voor God volgens de Dode Zee-rollen.

De Qumran-teksten bevestigen dat de mensen des welbehagens uit de engelenzang (Lucas 2) de mensen zijn, die God heeft uitverkoren naar Zijn welbehagen. Naast hen zijn er niet-uitverkorenen: kinderen des lichts en kinderen der duisternis naast elkaar (dualisme). Dit dualisme is begrijpelijk bij gelovigen in een minderheids-situatie, die zich bedreigd voelen door de meerderheid om hen heen en door de aanvechtingen uit hun eigen hart. Dit dualisme vinden we ook bij Paulus, Johannes en in bijvoorbeeld Lucas 16:8. Bekering wordt aangeduid als overgang van de duisternis naar het licht. Nieuw-bekeerden worden aangespoord om ook te wandelen in het licht. Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament is sprake van het nieuwe verbond: de fundamentele vernieuwing van de relatie met God. In het Nieuwe Testament wordt dit nieuwe verbond verbonden met Jezus' Woord (Gods wil), Jezus' dood (vergeving en verzoening) en Jezus' opstanding (de Geest). Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament is de Geest belangrijk, die we ontvangen in de bekering. Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament staan wij mensen als zondaren voor de rechtvaardige God; wij kunnen enkel bidden om en hopen op Gods genade. Paulus verbindt Gods genade aan de persoon van Jezus: de toegang tot God is er alleen door het geloof. Maar ook volgens Paulus horen, als je eenmaal christen bent, geloof en werken onverbrekelijk samen - net als voor Jacobus (zijn uitleg van de rechtvaardiging van Abraham uit werken vinden we ook in Qumran). De formulering dat God de goede werken al voor ons heeft klaargelegd (Efeze 2) vinden we ook in Qumran. Zowel in Qumran als bij Paulus wordt Habakuk 2 aangehaald: de rechtvaardige zal door geloof / trouw leven. Paulus legt het accent op het gerechtvaardigd-worden uit geloof - Qumran op het trouw rechtvaardig leven.

9. Het einde van de wereld en het nieuwe Jeruzalem.

In de geschriften van Qumran vinden we een verscheidenheid van toekomst-verwachtingen; ook beschrijvingen die lijken op de beelden van het nieuwe Jeruzalem uit Openbaring 21-22. Maar het blijft toekomst-muziek. Men verwacht niet zélf de komst van de Messias te beleven. Over het Koninkrijk Gods wordt gesproken in de zin van de regering van God in de hemel of over de rechtvaardigen; niet in de nieuwtestamentische zin van: de komst van het Koninkrijk Gods of het binnengaan van het Koninkrijk Gods. Gelijkenissen van het Koninkrijk ontbreken.

10. Resultaat - wat voor nieuws brengen de Dode Zee-rollen?

De Qumran-teksten vormen een verzameling geschriften met heel uiteenlopende inhoud. Sporen van het vroege christendom komen er niet in voor. Ze geven wel veel informatie over de geestelijke achtergrond van Jezus en de vroege kerk.
In Qumran ontbreken (in vergelijking met het Nieuwe Testament):
- Jezus' voorstelling van het Koninkrijk Gods (zie § 9).
- de concentratie op concrete historische personen.
- wonderverhalen en geestuitdrijvingen.
- vermelding van concrete gemeenten.
- martelaarschap en verzoeningsdood.
- een algemene opstanding der doden.
Zowel in Qumran als in het Nieuwe Testament vinden we vermaningen, (on)deugdenlijsten, visioenen en apokalypsen; en bemiddelende figuren tussen God en mensen (engelen en Messias). Theologisch belangrijk is de overeenstemming in
1) het zelfverstaan als een bekeringsbeweging binnen Israël.
2) het spreken over zonde en genade (met name bij Paulus).
Uit de Qumran-teksten spreekt de verwachting dat door rigoreuze vervulling van de wil van God het toch nog goed kan komen met de wereld. In het Nieuwe Testament wordt die verwachting geconcentreerd in de rechtvaardigheid van Jezus.

terug naar boeken

TERUG NAAR OPENINGSPAGINA