AFSCHEIDSDIENST

Op zondagmorgen 15 juli 2018 nam ik afscheid in een kerkdienst in de Grote Kerk te Goes: afscheid van de gemeente waarin ik ruim 27 jaar had mogen werken; en afscheid van mijn werk als predikant, want ik ging met emeritaat. Ik wilde een zo sober mogelijk afscheid: geen toeters en bellen, zo weinig mogelijk toespraken. De kerkenraad heeft die wens gehonoreerd. De waarde van een afscheid zit voor mij in de hartelijkheid. Die was overweldigend. Geweldige veel mensen uit de eigen gemeente en uit andere gemeenten (waarbij ik met name noem uit mijn eerste gemeente Scharendijke) en kerken (ik heb mij altijd ingezet voor de contacten tussen de verschillende kerkgemeenschappen in Goes). Vóór en ná de dienst was er gelegenheid om persoonlijk afscheid te nemen. Ik denk met de grootste dankbaarheid aan mijn afscheid terug. En ik wens iedereen die afscheid neemt van haar of zijn werk zo'n hartverwarmend afscheid toe. Ieder afscheid is tegelijk het begin van een nieuwe periode in je leven. Een goed afscheid is een goed begin.

In onze gemeente (de Protestantse gemeente te Goes) is het gebruikelijk om in de morgendienst aan te sluiten bij een  leesrooster, met name bij het rooster van Kind op Zondag. Ik zelf deed dat vaak wel (omwille van het verband kerkdienst - kindernevendienst) maar regelmatig ook niet (persoonlijk heb ik weinig met leesroosters). Voor mijn afscheid koos ik zelf het thema: LEVEN MET PSALMEN. Dat thema heb ik in een opwelling gekozen. Achteraf is mij nog meer duidelijk geworden hoezeer dat thema mij uit het hart gegrepen was. Daardoor werd deze afscheidsdienst een soort samenvatting van mijn werk (in elk geval van mijn prediking). Ik geef hieronder de orde van dienst en de preek. Nu schrijf ik mijn preken nooit helemaal uit. Ik ga de kansel op met uitgewerkte aantekeningen. Preken is voor mij: spreken tot mensen, en daarom ook altijd improviseren. Hieronder werk ik mijn aantekeningen uit tot lopende zinnen. Maar dat zullen niet woordelijk de zinnen zijn die ik op 15 juli 2018 heb uitgesproken.

Een kerkdienst is meer dan een aangeklede preek. De lezingen en de liederen hebben hun eigen waarde. Hieronder zijn ze volledig afgedrukt. U zult zien dat we in deze dienst enkel Psalmen hebben gezongen. In onze gemeente zingen we ook Gezangen; ook ik zelf heb door de jaren heen Gezangen laten zingen. Maar voor mijn gevoel zijn en blijven de Psalmen de primaire liederen van de christelijke kerk en in het christelijke geloofsleven. Wat u in dit artikel mist, is de samenzang en het geweldige orgelspel van onze organist Erik Zwiep.

VOORBEREIDING

Orgelspel.  

Welkom.  

We gaan staan.  

Bemoediging (ouderling van dienst):
    o: Onze hulp in de naam van de HEER
    a: Die hemel en aarde gemaakt heeft.

Drempelgebed (ouderling van dienst).

Zingen: Ps 136: 1, 2 en 13:

   Looft de HEER, want Hij is goed,
   trouw in alles wat Hij doet.
   Want zijn goedertierenheid
   zal bestaan in eeuwigheid.

   Geeft de God der goden eer,
   jubelt voor der heren Heer.
   Hij doet wondren, Hij alleen
   trouw door alle tijden heen.

   Aan den God des hemels zij
   eer en dank en heerschappij,
   want zijn goedertierenheid
   zal bestaan in eeuwigheid.

We gaan zitten.

Groet:
    v: De Heer zij met u.
    a: Zijn Geest in ons midden.

De Tien Geboden.

Zingen: Ps 1:

   Gezegend hij, die in der bozen raad
   niet wandelt, noch met goddelozen gaat,
   noch zich door spotters in de kring laat noden,
   waar ieder lacht met God en zijn geboden,
   maar die aan 's HEREN wet zijn vreugde heeft
   en dag en nacht met zijn geboden leeft.

   Hij is een groene boom die staat geplant
   waar waterbeken vloeien door het land.
   Zijn loof behoeft de droogte niet te duchten,
   te goeder tijd geeft hij zijn rijpe vruchten.
   Gezegend die zich aan Gods wetten voedt:
   het gaat hem wel in alles wat hij doet.

   Gans anders zal 't de goddelozen gaan:
   zij zijn het kaf dat wegwaait van het graan.
   Zij kunnen zich voor God niet staande houden,
   er is geen plaats voor hen bij zijn vertrouwden.
   God kent die wandelt in het rechte spoor,
   wie Hem verlaat gaat dwalende teloor.

DE HEILIGE SCHRIFT

Gebed.

Zingen: Ps 4: 3:

   Ik kan gaan slapen zonder zorgen,
   want slapend kom ik bij U thuis.
   Alleen bij U ben ik geborgen.
   Gij doet mij rusten tot de morgen
   en wonen in een veilig huis.

Voor klein en groot: Wat neem je mee?
Als je op reis gaat, neem je van alles mee.
Op je reis door het leven neem je ook liederen mee.
Toen ik zelf nog jong was (zoals jullie nu, of iets ouder)
was één van de liederen die ik meenam: Psalm 4: 3.
Een lied om rustig te kunnen slapen.


Kinderen en jongeren gaan naar hun eigen dienst.

Zingen: Ps 149: 1, 3 en 5:

   Halleluja! laat opgetogen
   een nieuw gezang den HEER verhogen.
   Laat allen die Gods naam belijden
   zich eensgezind verblijden.
   Volk van God, loof Hem die u schiep;
   Israël, dank Hem die u riep.
   Trek, Sion, in een blijde stoet
   uw Koning tegemoet.

   De HEER gedenkt in gunst de zijnen.
   Hij kroont de zwakken en de kleinen.
   Hij kent de stillen in den lande,
   het heil is nu ophanden.
   Weest verheugd, die den HEER verbeidt,
   nu Hij komt en u zelf bevrijdt.
   Prijst dan zijn naam bij dag en nacht
   en roemt zijn grote macht.

   Nu zal, gelijk er staat geschreven,
   Gods volk in volle vrede leven.
   De boze vijand is verslagen.
   Prijs 's HEREN welbehagen!
   Na het duister der wereldnacht
   blinkt de luister van Gods geslacht.
   Hemel en aarde stemmen saam
   en prijzen 's HEREN naam.

Lezing: Psalm 150:

1 Halleluja!
   Loof God in Zijn ​heilige​ woning,
   loof Hem in Zijn machtig gewelf,
2 loof Hem om Zijn krachtige daden,
   loof Hem om Zijn oneindige grootheid.
3 Loof Hem met hoorngeschal,
   loof Hem met ​harp​ en ​lier,
4 loof Hem met dans en ​tamboerijn,
   loof Hem met snaren en ​fluit.
5 Loof Hem met klinkende bekkens,
   loof Hem met slaande ​cimbalen.
6 Alles wat adem heeft, loof de HEER.
   Halleluja!        

Zingen: Ps 134:

   Gij dienaars aan den HEER gewijd,
   zegent zijn naam te allen tijd.
   Gij die des daags zijn gunst verwacht,
   zegent zijn naam ook in de nacht.

   Die in het huis des HEREN zijt,
   zegent zijn naam en majesteit,
   zingt tot zijn eer met luider stem
   en heft uw handen op naar Hem.

   Uit Sion, aan den HEER gewijd,
   zegene u zijn heiligheid.
   Hij die hemel en aarde schiep,
   Hij is 't die u bij name riep.

Preek: Leven met Psalmen.

1. Looft de HEER, want Hij is goed!
    Looft Hem met een blij gemoed,
    want Zijn gunst alom verspreid
    zal bestaan in eeuwigheid.
Dat is het eerste Psalmversje dat ik leerde als kind: Psalm 136:1 - toen natuurlijk nog in de Oude Berijming. Ik leerde het op de School met den Bijbel in Kamperland, van juffrouw Quakkelaar. Zij was afkomstig uit Goes en is enkele jaren geleden overleden. Van haar leerde ik mijn eerste Psalmversje. En daarmee leerde ik tevens drie dingen: (1) Leer kinderen geen kinderversjes, in elk geval: geen kinderachtige versjes. Want kinderversjes: daar groeien ze uit - maar Psalmen leer je voor je hele leven. (2) En dan de melodie van Psalm 136: kort maar krachtig en feestelijk! Op die melodie heb ik zelf enkele liederen berijmd. En (3) vooral: waar het om gaat in ons leven: "looft de HEER want Hij is goed!" Daarmee is eigenlijk alles gezegd. Zo begon bijna 60 jaar geleden mijn leven met Psalmen.

2. Op 08 mei 1983 deed ik intrede als predikant in mijn eerste gemeente: de Gereformeerde Kerk van Scharendijke. Als tekst koos ik toen Psalm 1. Want ik werd dienaar van het Woord; en Psalm 1 spreekt mensen zalig die leven dicht bij Woord van God:
    Welzalig de mens die welgevallen heeft aan de Wet van de HEER:
    hij is als een boom geplant aan stromend water.
In Psalm 1 is Gods Woord: de Thora: het boek met de goede leefregels van de HEER. De kern daarvan zijn de Tien Geboden, door de Heer met eigen hand geschreven op stenen tafelen. In de 35 jaar dat ik predikant was, heb ik ze talloze malen gelezen; want Gods geboden zijn heilzaam voor u en mij persoonlijk, en voor de hele samenleving; door Zijn goede geboden beschermt de HEER de vrijheid, de vrede, het recht, en de liefde. Als we ons houden aan Gods geboden, dan leven we zelf dicht bij de HEER; dan wordt de hele wereld mooier, menselijker! dat is boodschap van Psalm 1.
    Psalm 1 stelt ons wel voor twee problemen.
(1) Het eerste probleem zit in dat woord goddelozen. In onze vertaling staan in Psalm 1 tegenover elkaar de rechtvaardigen en de goddelozen. Maar "goddelozen" is een foute vertaling. Bij woord "goddeloos" denken wij aan mensen die onverschillig of ongelovig zijn, misschien wel uitdrukkelijk atheist; misschien uw kinderen die niet meer naar de kerk gaan of uw kleinkinderen die niet gedoopt zijn. Maar daar gaat het hier helemaal niet om: het gaat niet om ongelovigen maar om schurken; om mensen die hun medemensen kapot maken, om de slimme criminelen en de domme egoisten, om de ongelovige èn om de vrome (!) schurken. Maar de weg van de schurken loopt dood: het onrecht zal geen toekomst hebben, Goddank!  
(2) Het andere probleem van Psalm 1 vind ik persoonlijk veel moeilijker. Psalm 1 is erg zwart <> wit: rechtvaardigen <> schurken. "De HEER kent weg van de rechtvaardigen, maar de weg van de schurken loopt dood". Dat is kenmerkend voor de Bijbel. De hele Bijbel denkt zwart <> wit: goed <> kwaad; geloof <> ongeloof;  hemel <> hel; God <> satan. Jezus zegt: Ik ben niet gekomen voor rechtvaardigen, maar voor zondaars. Maar bent u een rechtvaardige of een zondaar? We zeggen niet zo makkelijk van onszelf dat we rechtvaardig zijn. Maar we willen toch ook geen zondaar genoemd worden. Wij zijn eerder iets ergens een beetje ertussenin. Wij willen niet zwart <> wit denken, wij denken in grijstinten, wij zijn genuanceerd. Al die zwart-witte teksten in de Bijbel: om die goed uit te leggen vandaag de dag, in onze genuanceerde cultuur - daar ben ik nog niet goed uitgekomen.

3.  Afgelopen Nieuwjaar [2018] preekte ik over Psalm 149: Zingt voor de HEER een nieuw lied! Een nieuw lied is een lied voor een nieuwe tijd: een lied voor komst van Gods Koninkrijk. Dat thema hebt u gehoord in veel van mijn preken. Dat komt omdat ik geen vrede heb met onze wereld. Onze wereld deugt niet - als ik denk aan al het onrecht dat mensen elkaar aandoen; aan de macht van het geld (in de tegenwoordige tijd: de macht van de aandeelhouders); aan alle kortzichtigheid en eigenbelang; aan de verwoesting van de natuur en van het klimaat. En wij krijgen het maar niet voor elkaar om zelf een betere wereld te scheppen. Het mensdom wordt wel steeds knapper, maar niet wijzer, niet beter, en niet geloviger. Daarom bidden we: Uw Koninkrijk kome! een nieuwe aarde waar gerechtigheid woont; waar God al onze tranen afwist; waar de doden eeuwig leven. Want God maakt alle dingen nieuw! Daarom: zing voor de HEER nieuw lied!
    Nog een thema in Psalm 149 is mij lief: Psalm 149 is een Psalm voor Israël: "Laat Israël juichen om zijn ​Koning!" In veel preken heb ik het herhaald: Israël is en blijft het volk van God. We zingen de Psalmen van Israël. Onze christelijke Bijbel is een Joods boek. Jezus is allereerst de Messias van Israël. Wij kunnen God enkel maar dankbaar zijn dat we mógen meedoen met het Joodse volk; daarom zijn we als kerk en christenheid :"onopgeefbaar verbonden met Israël".

4. Na Psalm 149 volgt Psalm 150. Psalm 149 is het loflied van Israël - Psalm 150 is het loflied van alle mensen. Psalm 150 zet ons met opzet eerst even op het verkeerde been. "Loof God in Zijn ​heilige​ woning" - dan denken wij natuurlijk: Gods heilige woning is de tempel; dus het gaat hier over de eredienst, de liturgie. God loven - geloven, dat doen we in de kerk. God woont in onze godsdienst. Maar dan zitten we er helemaal naast. Want Psalm 150 gaat verder:
"Loof Hem in Zijn machtig gewelf", dat is het uitspansel - de hemel. Gods woning is eindeloos veel méér dan menselijke tempels en kerken, méér dan onze godsdienst en eredienst. God omvat ons hele leven. God omvat de hele wereld. God omvat het ganse heelal. En overal in ons hele leven, overal in het ganse heelal verdient Hij onze lof en aanbidding, om Zijn grootheid en Zijn goedheid, om Zijn majesteit en om Zijn liefde. Loof God, loof Hem overal!
    "Looft Hem met hoorngeschal!". De ramshoorn is het oude heilige instrument. Zo'n beetje wat voor ons het orgel is. Maar we loven HEER niet enkel met oude heilige instrumenten zoals de ramshoorn en het orgel; we loven de HEER evengoed met populaire instrumenten zoals tamboerijn, fluit en cimbaal. In de Open Kerk loven de we HEER met gitaren, drumstel en elektrische piano. Maar het mooiste instrument om God loven, dat hebben wij mensen niet gemaakt, dat heeft Hij Zelf ons gegeven: onze adem - onze menselijke stem. "Alles wat adem heeft, loof de HEER!" Kun je nog zingen, zing dan mee!
    "Alles wat adem heeft, loof de HEER, halleluja!"  Halleluja is Hebreeuws voor: loof de HEER. Daar lopen de Psalmen op uit. In de Psalmen komt het hele leven voorbij: ziekte en genezing, oorlog en vrede, geloof en twijfel, schuld en vergeving, ekonomie en liturgie, mystiek en politiek. Het hele leven komt in de Psalmen voorbij. Maar de Psalmen lopen uit op Halleluja! Voor mij is dat het mooiste woord van de Bijbel. Loof de HEER!: dáár gaat het om.
    Bij halleluja moet ik denken aan de song Hallelujah van Leonard Cohen. We horen nu de laatste twee strofen:

You say I took the name in vain
I don't even know the name
But if I did, well really, what's it to you?
There's a blaze of light in every word
It doesn't matter which you heard
The holy or the broken Hallelujah
Hallelujah ...

I did my best, it wasn't much
I couldn't feel, so I tried to touch
I've told the truth I didn't come to fool you
And even though it all went wrong
I'll stand before the Lord of Song
With nothing on my tongue but Hallelujah
Hallelujah ...
Je zegt dat ik de Naam ijdel gebruik,
maar ik ken de Naam niet eens.
Trouwens: wat gaat dat jou aan?
Er is een vlammend licht in ieder woord
Het maakt niet uit wat je hebt gehoord:
het heilige of het gebroken halleluja.
Halleluja ...

Ik deed mijn best, het stelde niet veel voor.
Ik kon niet voelen, daarom probeerde ik aan te raken.
Ik zei de waarheid, ik houd je echt niet voor de gek.
En ook al ging alles verkeerd
Ik zal verschijnen voor de Heer van het Lied
met niets op mijn tong dan Halleluja
Halleluja ...
Eens verschijnen we voor de Heer, met niets op onze tong dan Halleluja! Dat is de zin van ons leven. We zijn bestemd om onze Schepper te loven. Het loflied voor de Eeuwige is het eeuwige loflied. Het eeuwige leven waarheen we op weg zijn, is geen eeuwig hemels pretpark, is niet de vervulling van al onze wensen. Ik heb weinig met paarlen poorten, als ik maar mag opgaan in het eeuwige hemelse Halleluja!
    Bij Halleluja denk ik natuurlijk ook aan het Hallelujah uit de Messiah van Händel (Choir of King's College, Cambridge with Stephen Cleobury). Gaat u er even rustig voor zitten.

Hallelujah:
for the Lord God Omnipotent reigneth.
The kingdom of this world is become
the kingdom of our Lord, and of His Christ;
and He shall reign for ever and ever.
King of Kings, and Lord of Lords.
Hallelujah!
Halleluja!
Want de HEER God de Almachtige regeert.
Van nu af regeren over de wereld
onze Heer en Zijn Messias;
en Hij zal regeren voor altijd en eeuwig:
Koning der koningen en Heer der heren.
Halleluja!
De hele wereld is bestemd tot het koninkrijk van God en van Jezus. Daarom verdient Hij de lof en eer van de hele wereld, van de hele schepping!
    Halleluja! - het gaat om de eer van God: in ons persoonlijke leven; in de hele wereld, de hele schepping; en zeker in de kerk, concreet: in onze gemeente. Ik neem vandaag afscheid als uw predikant. Afscheid nemen vind ik moeilijk, het doet me verdriet. Maar ook vandaag gaat het om de HEER. Dus vergeet ds. Kamermans, vergeet Rob Kamermans. Maar loof de HEER - halleluja! amen.


Voorspel op Psalm 150 gecomponeerd door Toon Hagen.
Zingen: Ps 150 (na de eerste en derde regel doorzingen!)

   Looft God, looft Hem overal.
   Looft de Koning van 't heelal
   om zijn wonderbare macht,
   om de heerlijkheid en kracht
   van zijn naam en eeuwig wezen.
   Looft de daden, groot en goed,
   die Hij triomferend doet.
   Hem zij eer, Hij zij geprezen.

   Hef, bazuin, uw gouden stem,
   harp en fluit, verheerlijkt Hem!
   Cither, cimbel, tamboerijn,
   laat uw maat de maatslag zijn
   van Gods ongemeten wezen,
   opdat zinge al wat leeft,
   juiche al wat adem heeft
   tot Gods eer. Hij zij geprezen.

GEBEDEN EN GAVEN

Herdenken van overledenen (staande).

Voorbeden en Stilte, besloten met "Heer, onze God, wij bidden U: verhoor ons" - Onze Vader (samen).

De kinderen komen terug.

De twee sleutels.
Ik geef straks aan de voorzitter van de kerkenraad twee sleutels terug:
de sleutel van de kerk (de Vredeskerk)
en de sleutel van de gemeente (de sleutel tot het digitale ledenbestand).


Toelichting op de collecten.

Collecten onder orgelspel: Jauchz, Erd',  und Himmel, juble! van Max Reger (1873-1916).

Kinderen kunnen uit de oppas worden gehaald.

We gaan staan.  
Slotlied: Ps 150a: Geprezen zij God!


Geprezen zij God! Gij engelenkoor
dat steeds naar Hem hoort, prijs Hem om zijn Woord!
Gij hemelen, loof Hem wiens hand alles schiep,
die allen daarboven tot dankzegging riep.

Geprezen zij God! Gij allen op aard,
aanbid Hem die u als kinderen aanvaardt.
Loof Hem die uw Heer is met juichende stem.
Beantwoord zijn liefde: leef altijd voor Hem!

Geprezen zij God! Laat alles wat leeft
nu zingen voor Hem die alles ons geeft.
Laat jubelen het orgel, laat harp en trompet
de glorie doen klinken van Hem die ons redt.

Geprezen zij God! Ons lied is gewijd
aan Hem die altijd ons helpt en geleidt.
Om zijn goede schepping, om hemels genot,
zijn gunst en vergeving: geprezen zij God!

Zending en zegen met gezongen Amen.

Korte toespraken van Harry van Waveren (voorzitter kerkenraad) en ds. Nelleke van der Linden (collega-predikant).

Orgelspel:  Was Gott thut das ist wohlgetan op. 93  van Alexandre Guilmant (1837-1911).

terug naar diversen

TERUG NAAR INDEX